Valluiken
De keuze van twee hoofdpersonen die werkzaam zijn in de filmwereld staat garant voor een eerste dubbele bodem tussen schijn en werkelijkheid. Wie er doorheen leest, wordt onmiddellijk geconfronteerd met een tweede valluik, de verfilming van een boek. Als de werkelijkheid van die roman zich blijkt te gaan herhalen, dan zijn we in feite alleen maar door lagen schijn en fictie gevallen om in de werkelijkheid, het wonderland van de actuele roman te belanden.
Gordon Walker is acteur en scenarioschrijver met een voorkeur voor het betere boek. Stone heeft hem een recent verleden gegeven als de succesvolle vertolker, op het toneel, van Shakespeares Koning Lear. Jaren geleden heeft Walker de roman The Awakening van Kate Chopin zorgvuldig bewerkt tot een filmscript.
Het verleden van Lu-Anne Verger, actrice, is nauw verbonden met dat van Walker. Uit korte dialoogfragmenten kunnen we reconstrueren dat hun relatie energieke en indringende vormen heeft aangenomen maar dat beiden op zeker moment toch hun eigen weg zijn gegaan. Drugs en alcoholhoudende vloeistoffen hebben sindsdien hun funeste werk gedaan, huwelijken zijn op de sloop beland, kinderen hebben geen compensatie gebracht, en Lu-Anne is het slachtoffer geworden van oncontroleerbare hallucinaties. ‘She's a fucking psycho,’ zegt iemand, ‘crazy as catshit.’ Zelf noemt ze haar waanvoorstellingen ‘de lange vrienden’.
Dat zijn, dacht ik, genoeg redenen om het verleden van vóór de ellende te idealiseren. Die kans krijgt Lu-Anne als ze in Mexico de hoofdrol speelt in de verfilming van The Awakening op basis van Walkers script. Ze speelt Edna Pontellier, die in de Amerikaanse literatuur bekendstaat als het prototype van de vrouw die op zoek is naar emotionele en seksuele vrijheid, en die geen van beide vindt. In de roman, die door Kate Chopin in 1899 gepubliceerd werd, maakt Edna Pontellier tenslotte een eind aan haar leven door haar kleding op het strand bij New Orleans af te leggen en de zee in te lopen.
Het verhaal wordt hier voorspelbaar maar daarom niet minder boeiend. Beetje bij beetje geeft Stone de lezer gelijk. Doel en middel verdragen elkaar niet. Vooral niet meer als Walker na zijn King Lear-voorstellingen naar Mexico komt. Als hij de locatie nadert ziet hij vanaf de rotsen, in de verte een vrouw over het strand lopen, haar kleding afleggen en in zee gaan. Het is een repetitie voor de slotscène van The Awakening. ‘He was seeing, he supposed, what he had come to see.’ En na een herhaling stelt hij vast, ‘He had never been so in love (...) as he was with the woman who stood naked on the beach (...)’ Pas later realiseert hij zich dat hij niet Lu-Anne heeft zien repeteren, maar haar body double. Het doel van zijn komst, en wat hij ‘liefde’ noemt, zijn daarmee definitief verdacht geworden.
Met Walkers komst naar Mexico worden de persoonlijke plannen van Lu-Anne doorkruist als ze begrijpt dat de toekomst voor Walker niets anders is dan een aantal jaren vergeten en doorgaan op het beste moment dat zijn herinnering hem ingeeft. Zijn kijk op het leven is bizar eenvoudig waar die van Lu-Anne steeds complexer wordt. Haar leren we dan ook niet definitief kennen, altijd wordt ze door Stone op afstand gehouden of houdt zij ons op afstand. Ze is de tragédienne of de idiote, en soms de masochiste, ze acteert of hallucineert, in afwachting van het moment waarop ze opnieuw kan gaan leven. Dat moment brengt Walker helaas niet, en zodra ze dat begrijpt krijgt het ritueel van de zuivering door de zee een nieuwe inhoud. De graagte waarmee ze voor de camera de zee inloopt en de scène steeds weer overdoet, geeft aan dat de filmwerkelijkheid een generale repetitie is geworden voor haar zelfmoord. Het wachten is slechts op het juiste getij. Dat komt nadat Lu-Anne, verrassend genoeg, een nieuw ritueel heeft laten plaatsvinden om Walker op de proef te stellen. Hoog in de bergen van Mexico, op een plek die tegelijk bedevaartsoord en zwijnenstal is, vindt de totale zelfbevlekking van Lu-Anne plaats. Ook daar legt zij, in aanwezigheid van Walker, haar kleren af, nu om zich tot bloedens toe te mutileren, stigmatiseren is een beter woord, en met mest te besmeuren. Pas dan kan er worden afgedaald naar de zee.
Children of Light is een roman die ondanks de vele spiegeleffecten, dubbele bodems en verschuivingen heel duidelijk is gebleven in zijn essentiële bedoeling: het verlangen naar toekomst. Aanvankelijk lijkt het erop dat met name Lu-Anne het slachtoffer zal worden van de teleurstellingen die daarmee gepaard gaan. Stone heeft haar rol echter gevrijwaard van iedere vorm van medelijden of zelfmedelijden zodat we haar keuze, haar ‘toekomst’ als menselijker waarderen dan het lege voortbestaan van Walker. Kiezen voor de dood, het sterven, is aan het eind van Children of Light een offer aan een zachtmoedige God. De wreedheid blijft gereserveerd voor het leven. Walkers leven. Dat is de laatste, en de belangrijkste verschuiving die deze minst spectaculaire roman van Robert Stone tot zijn meest indringende maakt.
■