Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny Schouten‘We willen zo snel mogelijk het vertrouwen herstellen in Manteau-Antwerpen,’ zegt Elsevier-directeur Norbert van den Berg. ‘De Vlaamse auteurs moeten ervan overtuigd worden dat Elsevier serieus werkt aan de versteviging en uitbouw van het goed gewortelde en gevestigde Vlaamse literaire fonds van Manteau.’ Er is daarom spoed gezet achter de benoeming van een nieuwe directeur, na het tumultueuze gedwongen vertrek van Julien Weverbergh. Weverberghs opvolger (per 1 juli) is Lionel Deflo (46), leraar Nederlands, redacteur van het ‘literair- en kunstkritisch’ tijdschrift Kreatief, lid van de Leidse Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde, lid van de Staatsprijzencommissie Vlaamse Literatuur, en schrijver van een door Manteau uitgegeven monografie over Clem Schouwenaars. Nu Elsevier al haar fictie-uitgeverijen heeft verkocht, werpt de vraag zich op hoe er zorg voor wordt gedragen dat de Vlaamse uitgaven van Manteau de Nederlandse markt kunnen bereiken. Angèle Manteau, oprichtster van de firma en nu tijdelijk zaakwaarneemster, noemde als haar ‘Brandende Kwestie’ ooit het ‘ijzeren gordijn’ dat de Vlaamse boekenmarkt afschermt van de Nederlandse. Gaan de boekhandelsvertegenwoordigers van de Winkler Prins nu op stap met de aanbiedingen van Manteau onderin hun attaché-koffertjes? Van den Berg wuift het probleem luchtig weg: ‘We hebben slechts een derde van onze omzet als uitgevers afgestoten, en we houden nog een zeer groot non-fictie fonds over. Wij zijn nog steeds Nederlands grootste uitgevers.’
Het beste kinderboek is dat waarop Querido als uitgever vermeld staat. Tenminste, dat is de schijn die de jury van de jaarlijkse Gouden en Zilveren Griffels en Penselen wekt. Vorig jaar was Querido goed voor zeven onderscheidingen van de dertien die de CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) jaarlijks te vergeven heeft. Dit jaar sleepte Querido wat minder, maar toch altijd nog vijf bekroningen in de wacht. ‘Vooral een bepaald genre kinderboeken heeft de voorkeur van de jury,’ zo verwoordt Nanny Brinkman de onrust over ‘het griffelen’ onder de overige kinderboekenuitgevers. Er zijn er zo'n 140 in Nederland, met een produktie van 1200 titels (nieuwe en herdrukte) per jaar. Brinkman is voorzitter van de groep kinderboekenuitgevers binnen de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond, en als zodanig betrokken bij de onderhandelingen die werden gevoerd over veranderingen in het juryreglement. ‘Door de nogal elitaire keus stel je kinderen teleur,’ legt ze uit. ‘De ouders beschouwen de griffels als een soort keurmerk, maar de prijzen gaan hun waarde verliezen als kinderen hè bah zeggen als ze een griffelboek cadeau krijgen.’ ‘Nee, er gaan geen sensationele veranderingenplaatsvinden,’ zegt Henk Kraima, sinds kort de nieuwe directeur van de CPNB, sussend. ‘Het gaat alleen maar om een evaluatie, zoals je die eens in de zoveel tijd moet houden. Jury's zijn geneigd zichzelf te generen, er vindt wel doorstroming plaats maar het blijven mensen met ongeveer dezelfde visie's.’ Om te voorkomen dat de jurering een randstadgebeuren blijft, komen er voortaan advertenties en open sollicitaties om juryleden te verwerven. Nieuw is dat de juryleden geen bindingen mogen hebben met kinderboeken uitgeverijen. Titels worden voortaan genomineerd, in plaats van aangevraagd door de jury. Voor die nominaties wordt een bescheiden vergoeding gevraagd van f25, - of f50, -, als tegemoetkoming voor de kosten die een vergroting van de jury teweeg gaat brengen. ‘Een voorzichtige toepassing van het profijtbeginsel, zo moet u dat zien.’
De Amsterdamse Kunstraad wil als adviescollege van de gemeente graag uitvoering geven aan een passage uit het programakkoord tussen PvdA, CDA en D'66 dat ‘activiteiten die ontmoetingen inhouden tussen schrijvers en diverse publieksgroepen in beperkte mate kunnen worden uitgebouwd’. Hoofdstedelijke literaire activiteiten (van SLAA en boekhandel De Verloren Tijd) genoeg om de subsidie aan uit te delen, maar er was bezorgdheid of er wel genoeg met dichters gebeurde. Anderhalf jaar lang vernam de Kunstraad niets van de organisatoren van One world poetry. Er zat wellicht ook wat jaloezie op het Rotterdamse prestigieuze poëziefestival Poetry International bij dat daarom de initiatieven van de Stichting Dichtkunst in oprichting met enthousiasme werden ontvangen. De stichting (waarin zitting hebben Simon Vinkenoog, Ben Posset, Sofia van 't Ende, Adriaan Morriën, Hans Plomp, en Frank Lodeizen) organiseerde inmiddels twee succesvolle dichtersavonden, over Hans Andreus en Hans Lodeizen, in de Kosmos. ‘Als we weer een aardig idee hebben, zullen we weer een avond organiseren,’ zegt Ben Posset, ‘maar onze activiteiten zullen incidenteel blijven, wie weet zo'n twee of drie keer per jaar.’ Posset kan, als organisator van One World Poetry, ook verzekeren dat die organisatie nóch failliet, nóch op sterven na dood is. Wel zijn er financiële moeilijkheden, die in 1984 ontstonden toen het poëziefestival verplaatst werd van het Leidseplein naar het excentrisch gelegen Meervaartgebouw. De gewoonlijk duizenden Melkweg-bezoekers bleken Osdorp als een bar en ver oord te beschouwen. Maar de naam van Amsterdam als literaire stad zal worden hooggehouden, belooft Posset. ‘Als we er niet uit komen met de crediteuren, dan gaat het mes erin, maar het lijkt waarschijnlijk dat we nu een stap achteruit doen om er straks drie vooruit te kunnen zetten.’
jan timman
Het smalle, doornige pad naar de wereldtitel, zo gaat het boek heten dat Jan Timman bezig is te schrijven over zijn ervaringen met de wereldkampioenschappen schaken, waaraan hij sinds 1972 met steeds toenemend resultaat deelnam. Onlangs leverde Timman een gedeelte in van zijn manuscript bij uitgeverij Bert Bakker. Timman, ‘The Best Of The West’, had even tijd nodig om zijn teleurstelling te verwerken na de verloren match tegen Joesoepov (februari 1986 in Tilburg), voor hij zich tot schrijven zette. Timman zelf ziet het boek liever niet als mémoires betiteld, maar als ‘impressies’ van de toernooien, met schaaktechnische besprekingen van de wedstrijden die hij speelde. Vic van de Reijt, redacteur bij Bert Bakker, zegt verrast te zijn hoe aantrekkelijk Jan Timman blijkt te kunnen schrijven. Het schrijftalent onder Nederlandse schakers is opmerkelijk, wat bij uitgeverij Bert Bakker heeft geleid tot plannen voor een bescheiden schaakfonds. Na Timmans ‘autobiografie’ zullen als tweede deel daarin de verzamelde schaakartikelen van Hein Donner verschijnen. Naar verwachting zullen die zo'n vijfhonderd bladzijden gaan beslaan, zodat het nog titelloze boek zich reeds een bijnaan heeft verworven: De Dikke Donner. Een oproep in het blad Schakend Nederland leverde tot verrassing van de samenstellers, Max Pam en Tim Krabbé, de ontdekking op van indrukwekkende, particuliere Donner-archieven: gewetensvol uitgeknipte verzamelingen van Donners artikelen uit diverse tijdschriften. Het derde schaakboek in de serie zal van Tim Krabbé zijn. Van Krabbé verscheen onlangs bij de kleine uitgeverij Nova Zembla in Arnhem een bibliofiele uitgave, een novelle getiteld De man die de Babson task wilde maken. Het is het dramatische verhaal over Pierre Drumare, wiens leven twintig jaar lang vergiftigd werd door de onoplosbaarheid van het Babson-probleem. De diagrammen die Drumare teisterden zijn afgedrukt in een afzonderlijk, bijbehorend boekje. |
|