Robert B. Parker
vervolg van pagina 13
alleen meegegaan omdat ik om jóú geef.’
‘Dat weet ik,’ zegt Spenser. ‘It's the way I know you're human.’
‘She makes both of us human,’ zegt Hawk, ‘ik wil haar net zo min verliezen als jij dat wilt.’
Zulke dialogen, ik lust daar wel pap van. Zo ernstig en serieus (en daarom ook aardig) als Spenser spreekt over zijn relatie met Susan, zo ernstig en overwogen gaat hij ook te werk bij het uitroeien van de schurken die in zijn weg staan om Susan uit de klauwen van de rijke nietsnut te halen. Eerst moet Hawk uit het politiebureau. Dan duiken ze onder bij twee hoeren, en dan zijn ze verplicht de beschermers van die dames te elimineren. Dan moet de bungalow van de rijke man overvallen worden en de lijfwacht uitgeroeid. Dan moeten ze in de provincie nog een flink bewaakte fabriek openbreken. De afrekening met de gangster en zijn vader heeft iets van een koningsmoord. Tegen het eind van het boek, als hij alweer contact met Susan heeft, biecht Spenser op dat hij geboren is toen zijn moeder na negen maanden zwanger te zijn geweest een ongeluk kreeg. Ze stierf zonder bij kennis te zijn geweest, en hijzelf werd per keizersnee op de wereld gezet. Net als Macbeth is hij ‘not of woman born’. Gelukkig dat ik dat van Macbeth wéét, anders was het me ontgaan. Het is herfst, Spenser maakt zich op voor de laatste ontmoeting met de schurk.
‘This is the first time my ass may depend on whether Freud was right,’ zegt hij. ‘And Sophocles,’ zegt Susan.
Ik vond de eerste Spenser een heel aardig boek (heel aardig betekent dat ik met plezier las). Daarna wilde het nogal eens verschillend uitvallen, sommige deden een beetje knullig aan, in andere ging het veel beter. Soms was padvinderij troef, en de laatste jaren kwam er zelfs vaart in, alsof de auteur in zijn hoofdpersoon ging geloven. De eenzame, romantische ridder, die maar al te vaak moest berusten in de rauwe realiteit. In A Catskill Eagle, op zoek naar Susan Silverman, op zoek naar de ware relatietherapie, is er ineens een orgasme van ridderlijkheid, van wrekende gerechtigheid die over lijken gaat, alsof Philip Marlowe na vijfentwintig jaar alsnog klaarkomt. Het zou me niks verbazen als Parker binnenkort zou laten weten dat hij eindelijk zijn doctoraalscriptie bewezen heeft.
■