Naarstig op zoek naar belevenissen
Helene Hanffs eerbetoon aan leermeester Q
Q's Legacy door Helene Hanff Uitgever: André Deutsch, 138 p. f37,60
Reintje Gianotten
De Amerikaanse Helene Hanff is door een papieren leermeester van boeken gaan houden en dankzij hem is ze zelf ook gaan schrijven. Als achttienjarige zoekt zij in de bibliotheek naar een literatuurgeschiedenis; wegens geldgebrek was een universitaire opleiding voor haar helaas niet weggelegd. Ze stuit op On the Art of Writing van Sir Arthur Quiller-Couch, precies wat ze zoekt. Q, zoals hij door zijn studenten genoemd wordt, is zelf afgestudeerd in Oxford en doceert op dat moment in Cambridge aan het Jezus College. Voor de anglofiele Helene belichaamt hij de perfecte combinatie van twee universitaire walhalla's. Tegelijkertijd zijn de adviezen in zijn boek van een onthutsende begrijpelijkheid. Midden op een pagina plaatst hij twee voorbeeldzinnen:
‘He was conveyed to his place of residence in an intoxicated condition’
‘He was carried home drunk’
De eerste zin typeert hij als jargon, de tweede als een voorbeeld van goed Engels proza. Dat spreekt haar aan. Leergierig als ze is, bestudeert ze niet alleen zijn boeken maar leest ook alle klassieken waaruit hij citeert.
Het verlangen zelf boeken te bezitten in plaats van ze altijd maar te moeten lenen, leidt haar naar tweedehands boekhandels. Bij het Londens antiquariaat Marks & Co. bestelt ze de eerste boeken. De briefwisseling met de bij die zaak werkende Frank Dool, die daaruit voortvloeide, is bekend onder de titel 84, Charing Cross Road (CCR). Bij het verschijnen van de Engelse uitgave reist zij naar Londen. Het verslag daarvan is gepubliceerd als The Duchess of Bloomsbury Street.
In Q's legacy vertelt zij hoe alles gekomen is: waarom ze niet kon studeren, hoe ze Q ontdekt heeft, over haar werk als scriptwriter, het contact met de uitgevers en de mislukkingen. Pas toen ze ging schrijven over wat haar werkelijk bezighield - over boeken, in de brieven met Frank Dool - wekte zij enthousiasme bij uitgevers. Van de bovengenoemde boeken zijn flinke aantallen verkocht, de schrijfster werd bedolven onder bergen fanmail.
Marc Shivas bewerkt in 1975 CCR voor de televisie en vraagt haar voor de opnamen naar Engeland te komen. Helene schrijft: ‘Ik had geen schrijfwerk onder handen. Ik kan alleen maar schrijven over wat ik meegemaakt heb en de laatste tijd had ik niet veel beleefd. Maar ik bedacht dat het zitten in een tv-studio en kijken naar een actrice die net deed of ze mij was, wel eens het soort van ervaring zou kunen zijn waar ik later over zou kunnen schrijven.’ Waarvan akte. Ze roemt de BBC-produkties om hun authenticiteit en laat ons zien hoe die in dit geval bereikt wordt. Haar favoriete boeken, een tafelkleed dat ze van de firma Marks & Co. cadeau heeft gekregen en andere zaken zijn opgevraagd door de BBC om het decor mee aan te kleden. Het is een wonderlijke ervaring voor haar om zichzelf gespeeld te zien. Bij de slotopnamen, wanneer de toneel-Helene de brief voorleest waarin het overlijden van Frank Dool bekend gemaakt wordt, krijgt zij de sensatie alsof ze zelf ook dood zou moeten zijn. Onomwonden beschrijft ze de emoties die daarbij opkomen, op een wijze die Q zou waarderen.
Het vierde en grootste hoofdstuk wijdt ze aan een volgende reis naar Engeland om fans te bezoeken. Of was het om weer iets mee te maken, om erover te kunnen schrijven? Die indruk wordt gewekt doordat de toon opeens wat geforceerder is en de dwangmatige dagboekvorm irriteert.