Tijdschrift
‘Hij is een echte Jan Hen’, die uitdrukking voor een beetje een sukkelige, huiselijke, truttige man hoor je zelden meer gebruiken. Uit het stuk ‘Taakverdeling in het huwelijk’ over literatuur en sociale werkelijkheid in de late middeleeuwen in Literatuur 1986/2 blijkt de term afgeleid van ‘Hennentaster’. Dat is een man, die vrouwenwerk doet, verklaart Herman Pleij. Zo'n man gaat dan direct veel te ver en wordt overdreven gierig en bemoeizuchtig. Op het bijbehorend plaatje uit een boek met rijmteksten over huwelijk en liefde van 1550 zie je een man met een kip op schoot die haar buik bevoelt of er al een ei aankomt. Herman Pleij begint zijn stuk vlot en zwierug met deze anekdote, verder legt hij uit dat de omkering van de rollen in het huwelijk een geliefd thema is in de literatuur tot halverwege de zestiende eeuw. De man is een sufneus en de vrouw een schreeuwlelijk zo ongeveer. Of de man is oud en tot weinig in staat en de vrouw jong en vrijlustig. Pleij begeeft zich voorzichtig op glad ijs als hij gaat proberen verbanden te leggen tussen de werkelijke maatschappelijke verhoudingen in die tijd en het veelvuldig gebruik van de omgekeerde wereld in literatuur en beeldende kunst. Dat literatuur nooit zo maar een afspiegeling is van het werkelijke leven, is Pleij zich bewust. Literaire conventies bepalen veelal het geschrevene. Soms wil de auteur met een tekst bewust de lezer/toehoorder een spiegel voorhouden. Hij komt er niet helemaal uit natuurlijk, uit deze kwestie, maar illustreert zijn betoog met prachtige komische regels van onder anderen Anna Bijns en laat de echte conclusie aan de historici. Twee studenten Nederlands te Leiden, Peter Burger en Jaap de Jong, beloven elders in Literatuur verslag te doen van de colleges die zij genoten bij gastdocent Gerard Reve. Wat een goede analyse had kunnen zijn van Reves optreden (student Ton van Reemst reageerde eerder kritisch op de lessen in
de de Volkskrant) aan de universiteit werd een babbelend inleidinkje waar weinig nieuws in staat, gevolgd door het zoveelste interview met de grote volksschrijver. Reve is een onvermoeibaar prater, is de weinig opzienbarende constatering van de interviewers. Studenten blijken toch nog na te kunnen denken, concludeert Reve. Vroeger had Reve ook wel hoogleraar willen worden net als zijn broer maar de nieuwbouw van de Leidse universiteit die net de vertrekhal in Schiphol is heeft die ambitie weggenomen, zegt Reve. Verder schromen Burger en De Jong niet om toch weer de bekende variaties op het ‘vroeger was alles beter’-thema, de uitweidingen over de r.k.-Kerk en de politieke tirades van Reve op te nemen. Jammer, een gemiste kans.
EVA COSSEE