Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny Schouten‘Adembenemend griezelig’ noemt Jan Wolkers de Zweedse verfilming van Een roos van vlees. Wolkers was betrokken bij de wijzigingen die regisseur Jon Lindström in de synopsis aanbracht (‘het einde is inderdaad positiever, maar dat zit, wat verstopt, ook al in het boek’). Wolkers is zeer ingenomen met En Ros Av Kött, vooral met de joodse acteur die de rol van de vader heeft (‘dat maakt het heel oudtestamentisch’), en de locatie. De omgeving van Stockholm blijkt volgens Wolkers uitstekend de verdwenen landschappen in Amsterdam-Zuid te suggereren, een landschap dat bij het schrijven van het boek (1963) ook al historisch was. De film won de prijs van de beste Zweedse televisiefilm van 1985. Verschillende Nederlandse omroepen hebben belangstelling. De claim blijkt in het bezit te zijn van de Ikon. ‘De Ikon, zeg je? Daar ben ik op tegen,’ zegt Wolkers. ‘Ik heb ze in Zweden ons omroepbestel uitgelegd en ik heb de VPRO genoemd. Ik heb me destijds kwaad gemaakt toen de Ikon geweigerd heeft een portret van mij uit te zenden dat Frits Barend en Henk van Dorp van mij gemaakt hebben, prachtig verfilmd door Matt van Hensbergen. Het gaat over de dood en zo, ik loop daarin langs kerkhoven, en dan loop ik ook in de tuin met Karina en dan doe ik ineens haar rok omhoog en haar broekje naar beneden, zodat je haar mooie billen ziet, en dan zeg ik zoiets als: waarom ik nog niet dood wil is hierom. Daar waren ze geschokt over. Godverdomme, heb ik ze toen gezegd, jullie kunnen niet tegen een stukje Hooglied.’ Die slotscène was inderdaad essentieel, herinnert Frits Barend zich. Na de definitieve afkeuring van de scène (30 seconden) zagen Barend en Van Dorp hun vrijheid van handelen voor geplande vervolgdelen - het project had een serie moeten worden - te zeer bedreigd. Makers en Ikon gingen, met wederzijdse spijt, uiteen. Directeur televisie van de Ikon Wim Koole, is wegens verblijf in het buitenland niet bereikbaar voor commentaar. De persdienst kan alleen melden dat de claim ‘geen garantie is dat Een roos van vlees daadwerkelijk door de Ikon zal worden uitgezonden. Nog niemand hier heeft de film gezien.’ Overbodig, misschien, om te zeggen dat de combinatie seks en dood ook in 1963 Wolkers' meest geliefde thema was.
el libro de a bordo
In plaats van gebruikelijker attenties als een sleutelhanger gaat de Spaanse luchtvaartmaatschappij Iberia haar passagiers verrassen met literaire uitgaven. Daartoe zal een reeks romans van jonge Spaanse auteurs in eigen beheer worden uitgegeven: El libro de a bordo, ‘Boek aan boord’. Voorlopig zijn er tien deeltjes gepland. Er zijn nog geen contracten getekend, maar de namen van Ignacio Aldecoa, Juan Benet, Rafael Sánchez Ferlioso, Camilo José Cela, Gonzalo Torrente Ballester en Miguel Delibes zijn al door Iberia's publiciteitsvrouw Paz Sáenz tegenover de krant El País genoemd. De boekjes (pockets, wegens het gewicht) zullen op de nationale en internationale lijnen worden uitgedeeld aan de reizigers van de eerste klasse en de business-class. ‘De aantallen die nodig zouden zijn om ook de toeristenklasse te kunnen bevoorraden zouden de toestellen teveel belasten,’ excuseert de maatschappij zich. De oplage is voorlopig 25.000 exemplaren per titel: 10.000 in het Spaans, 10.000 in Engelse en 5000 in Franse vertaling. Een leescomité van Spaanse critici, waarin ook iemand namens het Spaanse ministerie van Cultuur is vertegenwoordigd, maakt de selectie, en let erop dat niet alleen de omvang maar ook de inhoud de boekjes niet te zwaar maakt. Iberia stelde tevens een prijs in om de reeks jong te kunnen houden, de Premio Iberia de Literatura, uitsluitend voor Spaanse auteurs. ‘Het verspreiden van de Spaanse cultuur is allicht leuker dan het verspreiden van lawaai en stank, dat ons altijd zo verweten wordt,’ zegt de Nederlandse sales-manager over het initiatief.
Een nieuwe literaire prijs is de A. Roland Holstpenning, waaraan verbonden is een stipendium groot f5000, -. De eerste laureaat is Anton Korteweg, die daarmee tevens voor de eerste maal bekroond wordt. Tot verbazing der jury (bestaande uit Wam de Moor, Hanny Michaelis, Ad Zuiderent en W.J. van den Akker) overigens, die voor het merendeel in de veronderstelling verkeerde dat Korteweg, die vijf bundels op zijn naam heeft staan, reeds vele malen bekroond zou zijn. Bij toeval is Korteweg óók degene, die als hoofdconservator van het Letterkundig Museum in samenwerking met het Roland Holst Fonds een tentoonstelling voorbereidt ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van de prins der dichters (in 1988). De voorzitter van het Fonds, L.J. de Ruiter, oudvoorzitter van de Raad voor de Kunst, beijvert zich om in dat jaar de uitgifte van een Roland Holst-postzegel te doen bewerkstelligen. Het Fonds dat hij beheert verricht meer goede werken: ‘Wij zijn in de eerste plaats een sociaal fonds. Ons kapitaal stelt ons elk jaar in staat om met dertigduizend gulden iets extra's te kunnen doen voor kunstenaars. Beeldende kunstenaars, veelal uit Bergen, doen wel een beroep op ons voor ateliervoorzieningen, of kosten voor catalogi en dergelijke. Maar we zijn ook Roland Holsts genegenheid voor jonge dichters en schrijvers indachtig. De moeilijkheid is dat schrijvers en dichters zelden urgente materiaalkosten hebben. Soms kunnen we iemand gelukkig maken met een schrijfmachine. Om wat meer te kunnen doen hebben we nu deze penning en het stipendium ingesteld. Eerlijk gezegd is het ook om onszelf wat aantrekkelijker te maken voor jonge leden, want we vergrijzen nogal. Om die reden gaan we nu ook een tweejaarlijks symposium organiseren, op of omstreeks de geboortedag van Roland Holst, 24 mei. Op die dag wordt ook de penning uitgereikt. Nee, nee, het beperkt zich allemaal niet tot Bergen. Allerlei kunstenaars, ook musici, kunnen een beroep doen op ons fonds. We werken anoniem, slechts de accountant weet naar wie het geld gaat. We werken nogal ouderwets, maar niet in de slechte zin van het woord.’
Inmiddels is de samenstelling der jury voor de Anna Bijnsprijs bekend. Zij wordt gevormd door mevrouw Angèle Manteau (uitgeefster in ruste), mevrouw Liesbeth Brandt Corstius, (conservator van het Arnhems Gemeentemuseum), mevrouw Frieda Balk (hoogleraar taalkunde), mevrouw Marga Minco (schrijfster), mevrouw Anja Meulenbelt (schrijfster), en mevrouw Rudi Wester (literair critica). Mijn vraag naar de voorzitster is niet erg tactvol. Er is, naar blijkt, een woordvoerder. Aan Marga Minco, die zich nog niet eerder prominent heeft gemanifesteerd in de vrouwenkwestie, de vraag waarom zij zich, als virtuele kandidaat voor de Anna Bijnsprijs, uit de markt heeft geprijsd: ‘Ik werd ervoor gevraagd. Ik zeg vaak nee tegen dit soort activiteiten, maar ik vond dat ik dit maar eens moest doen. Ik heb me van het Anna Bijnsfeest afzijdig gehouden omdat ik het erg druk had, maar ik heb wel mijn sympathie betuigd, en een handschrift afgestaan voor de veiling. Ik vind dat de vrouwen er toch wel erg bekaaid afkomen, als je de prijzen van de laatste jaren zo eens nagaat. Of ik in overweging heb genomen dat ik door in de jury te gaan zitten, zelf niet meer in aanmerking voor bekroning zou komen? Nee hoor, daar heb ik totaal niet aan gedacht. Er zijn genoeg anderen die kwaliteit hebben.’ |
|