Tijdschrift
Het kunstenaarsklimaat in Nederland is te makkelijk en te gezellig; het je koesteren in elkaars waardering maakt de Nederlandse kunstenaar Ger van Elk een beetje kriegel. Hij vertrekt naar de Verenigde Staten om daar zijn geluk te beproeven. Deze zelfde houding van je afzetten tegen de heersende orde had Van Elk ook al twintig jaar geleden, blijkt uit een bijdrage van Marijke van der Heijden in Jong Holland, maart 1986. Met Lucassen en Jan Dibbets vormde Van Elk het uitgelezen docentencorps van het Internationaal Instituut voor Herscholing van Kunstenaars dat met expres lullig drukwerk (slechte lay-out, opzichtige reclameletters, goedkoop papier) cursisten wierf. Adynamisch noemden zij zich en zij richtten zich op jonge kunstenaars die niet in de voetsporen van Cobra wilden treden. Van Elk maakte in die tijd zogenaamde ‘plestik-plastieken’, Dibbets begon met zijn landschapsfoto's te experimenteren en alleen Lucassen schilderde nog. Het was het herscholingsinstituut er vooral om te doen om modieus modernisme aan de kaak te stellen zoals het ‘psychedelische gedoe en het beschilderen van naakten’. Een beetje flauw is het wel, zo'n pamflet waarop een niet aangeklede etalagepop wordt beschilderd door de drie met daarnaast de aanbeveling ‘Avant garde. Nieuw!...’, of de foto met een paar doosjes (= Christo, waar vooral Lucassen niets van moest hebben). Intekenaars konden snel ook deze nieuwe richtingen in de kunst leren beheersen. Eigenlijk is deze jongensgrap achteraf alleen nog lollig of de moeite waard om op te halen omdat de makers zelf niet roemloos ten onder zijn gegaan. In het lange openingsartikel beschrijft Paul Andriesse leven en werk van Bas Jan Ader, een vriend van Ger van Elk. De Winschotenaar Ader woonde en werkte in de Verenigde Staten tot zijn overlijden in 1975 en liet een reeks foto's en fotocollages en een aantal minimaal bewegende filmpjes na. Steeds weer symboliseerde hij daarin op
verschillende manieren het begrip val, vallen, valstrik. Op het omslag van Jong Holland staat een foto van de vuurtoren van Westkapelle, bekend van strandvakanties maar ook van Mondriaans schilderijen. ‘On the road to a New-Plasticism, Westkapelle, Holland’ is een hommage aan Mondriaan door middel van een reeks kleurenfoto's. Op de foto op het omslag zie je Ader, die gevallen is, plat op de weg naar de vuurtoren liggen, hij is in het zwart gekleed, ligt op een blauwe deken naast een gele jerrycan en een rood plastic doosje. De Stijl-kleuren dus. In een andere bijdrage onthult Evert van Straaten de identiteit van een onbekende contribuante aan De Stijl: ‘Pietro Saga’, de maakster van een aantal bijzondere ‘typo-plastiques’ (tiksels op de schrijfmachine) blijkt Stefi Kiesler, een goede vriendin van uiteraard de motor achter De Stijl: Theo van Doesburg.
EVA COSSEE