Chinese trilogie
Deze symbolische interpretatie is vooral in zwang gekomen met betrekking tot de beide Chinese romans die Slauerhoff schreef: Het verboden rijk (1932) en Het leven op aarde (1934). Wat de schrijver zelf met die boeken voorhad, wisten we tot voor kort nauwelijks. We hadden alleen een uitspraak van zijn vriend F.C. Terborgh, dat de romans niet op zichzelf stonden, maar deel uitmaakten van een trilogie. Voor het schrijven van het derde deel, dat een synthese had moeten bieden van de eerste twee, had Slauerhoff zich echter niet rijp genoeg gevoeld. Zoals al jaren bekend was, bevinden zich in de scheepskist van Slauerhoff, beheerd door Kees Lekkerkerker, allerlei kladjes, aantekeningen en voorontwerpen van deze Chinese trilogie. Samen met de neerlandicus W. Blok, tot voor kort hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde te Groningen, heeft Lekkerkerker nu al dit materiaal gepubliceerd in een speciale aflevering van de serie ‘Achter het boek’ onder de titel Het China van Slauerhoff. Daardoor is het mogelijk enig inzicht te krijgen in de vraag, hoe dit derde deel er uit had moeten zien, wat weer consequenties kan hebben voor de duiding van de al bekende delen.
De inhoud van de gepubliceerde romans is zeer in het kort de volgende. In Het verboden rijk (we weten nu dat deze titel eigenlijk bestemd was voor de trilogie als geheel) staan twee mannen uit heel verschillende perioden centraal: de zestiende-eeuwse Portugese dichter/ zwerver Camões en een anonieme Ierse marconist uit onze eeuw. Beiden belanden in Macao, een Portugese kolonie in China. Op een gegeven moment lopen de eerste gescheiden verhalen dooreen en versmelten de hoofdfiguren: de ‘lege’, gedepersonaliseerde marconist raakt letterlijk bezeten door de demonische Camoes, maar weet toch dit identiteitsverlies teniet te doen.
De Portugese dichter en zeevaarder Camoes
Hierop sluit Het leven op aarde aan. De marconist, nu Cameron geheten, trekt de binnenlanden van China in. (Dat het om één en dezelfde figuur gaat, hebben niet alle recensenten gezien en eigenlijk staat dit ook nergens met zoveel woorden; de aanwijzingen voor de gelijkstelling zijn echter onmiskenbaar.) Een wapentransport naar de stad Tsjong King verleent structuur aan het verhaal, dat vooral lijkt te gaan om de psychische ontwikkeling van Cameron, die in de onmetelijke Chinese ruimte wil opgaan. Tot op zekere hoogte lukt dat ook, want aan het einde van de roman wordt hij bij een enorme explosie in Tsjong King over de stadsmuur weggeslingerd, waarna hij bewusteloos blijft liggen. In een epiloog wordt verteld hoe Cameron aan de hand van een soort goeroe een land binnengaat, dat het midden houdt tussen het paradijs en het dodenrijk.
Geen van beide romans werd juichend ontvangen. In de meeste gevallen kwam die matige beoordeling op rekening van een ervaren onsamenhangendheid: men vond het principe van de alternerende verhalen maar moeilijk en de epiloog van het tweede deel ronduit raadselachtig. Zelfs E. du Perron - Slauerhoff-propagandist bij uitstek, raakte hier het spoor bijster, zoals men kan nalezen in Vestdijks Gestalten tegenover mij. Achteraf is dit onbegrip ook niet zo vreemd. Slauerhoff was van plan geweest op de ‘materiële tocht naar het binnenland’, zoals hij dat in zijn aantekeningen noemt, in het derde deel een ‘ideële tocht’ te laten volgen. In 1934 heeft hij echter zijn plan gewijzigd en in de genoemde epiloog vast een ‘preview’ op dit slot gegeven. Dat de beide romans vanuit deze epiloog gelezen moesten worden, is een conclusie die maar heel weinigen getrokken hebben. Uit Kroon III blijkt dat eigenlijk alleen Menno ter Braak inzag dat Slauerhoffs boeiende panorama's niet alleen ‘die van het Chinese landschap, maar vooral die van de menselijke ziel’ waren.