Tijdschrift
De nogal volgzame manier waarop L.F. Abell in de Vestdijkkroniek nummer 48 zijn bewonderde auteur vrijpleit van enige twijfel omtrent de algehele zuiverheid van diens handelen in de Tweede Wereldoorlog, wordt door G.H. Wynia in Het Oog in 't Zeil 1986/3 van kanttekeningen voorzien. Na een internering van ongeveer negen maanden in Sint-Michielsgestel keerde Vestdijk naar huis terug. Dat was het gevolg van een verzoekschrift dat hij aan de Duitsers had gericht in 1943. Hij werd ook lid van de Kultuurkamer, wat Abell verklaart met dubieuze argumenten. ‘Quod licet iovi, non licet bovi,’ daar komt het onderscheid tussen ‘de gewone man’, die zich aan bepaalde regels moet houden en de kunstenaar, die boven en onder de wet leeft, zo ongeveer op neer. Het is een verregaande vorm van bewieroking om te beweren dat Vestdijk als kunstenaar niet anders dan zo kon handelen. Ik vraag me af of een stuk als dat van Abell ook in een gewoon literair tijdschrift zou zijn gepubliceerd of dat het alleen in de Vestdijkkroniek geplaatst kon worden. Wynia zet verschillende uitspraken uit briefwisselingen van Vestdijk uit de bewuste periode op een rijtje en komt tot geheel andere conclusies dan Abell. Vestdijks request aan de Duitsers bevat passages die de tenen doen krommen. Ze zijn nogal eenduidig en niet zo makkelijk voor een andere uitleg vatbaar dan dat Vestdijk gewoon vrijgelaten wilde worden. De middelen die hij daartoe aanwendde zet Wynia uiteen, maar ook hij waagt zich aan interpretaties, waarbij ik af en toe het gevoel heb dat hij in zijn wetenschappelijke ijver ook weer te ver doordraaft. Nog niet alle bronnen voor uitputtend onderzoek zijn beschikbaar. Daarom pleit Wynia aan het eind van zijn artikel voor de openbaarmaking van nog een aantal briefwisselingen die voor opheldering kunnen zorgen. Een ander historisch onderzoek in Het Oog in 't Zeil is van Ariane
de Rantiz over de politieke tekenaar Louis Raemakers. In 1906 begon hij zijn tekenloopbaan bij het Algemeen Handelsblad, enkele jaren later krijgt hij bij De Telegraaf volledig vrij spel. Voor en in de Eerste Wereldoorlog was De Telegraaf een krant met een duidelijk anti-Duitse houding. Met zijn tekeningen in de krant in deze roerige periode in de Europese geschiedenis krijgt Raemakers internationale bekendheid. Na 1918 blijft Raemakers nationalistisch en wordt hij een fel tegenstander van het Hitler-regime, maar zijn tekeningen verschijnen nog steeds in De Telegraaf, die in de jaren dertig verre van neutraal meer is. Voor deze vreemde situatie heeft De Ranitz (nog) geen verklaring.
EVA COSSEE