Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenHet maandelijkse televisieprogramma van Adriaan van Dis zal nog meer dan tevoren een literair karakter krijgen. Van Dis schrikt hoorbaar als ik bij hem informeer naar de plannen: ‘Als mensen horen dat het een literair programma wordt, dalen de kijkcijfers onmiddellijk. Ja, ik zou net als Bernard Pivot (Apostrophes) wel een wekelijks programma willen, dan kun je je snel revancheren als een onderdeel niet goed was. Maar daarvoor heeft de VPRO niet voldoende zendtijd.’ ‘Van Dis hoeft alleen bang te zijn voor daling van kijkcijfers als zijn programma niet goed is,’ zegt eindredacteur Cherry Duyns. ‘Maar de besprekingen verkeren nog in een embryonaal stadium, zet dat er alsjeblieft bij. Van Dis’ programma loopt nu drie jaar, en we willen de formule wat veranderen. We hebben ons uitgesproken voor de variant het geschrevene in de ruimste zin van het woord. We hebben een aantal seizoenen literaire programma's gehad, van Gomperts, Boenders en Mulisch, en daarvan waren zeker de programma's die Mulisch maakte heel aardig, maar we denken dat Van Dis het met meer begeestering zou kunnen doen. Het verschil met de vorige reeksen zal zijn dat die uitsluitend over literatuur gingen. Van Dis zou bijvoorbeeld ook een historicus kunnen uitnodigen die een belangwekkend boek heeft geschreven.’
van dis
De Leo J. Krijnprijs, de Vlaamse debutantenprijs die in 1942 voor het eerst werd uitgereikt aan de toen dertigjarige Louis Paul Boon voor De voorstad groeit, wordt na een onderbreking van twintig jaar opnieuw uitgereikt. Met het aanvaarden van het juryvoorzitterschap van de Krijnprijs, en van een adviseursfunctie voor het fictiefonds van Manteau, verzoende de gepensioneerde uitgeefster Angèla Manteau zich vorig jaar met exwerkgever Elsevier, na een jarenlange brouille. Aan uitgeverij Manteau had de weduwe van de in 1940 gestorven uitgever Krijn, Kaitie Dickinson, destijds het beheer gegeven over de prijs die zij instelde ter nagedachtenis aan haar echtgenoot. Een van de eerste juryleden was Willem Elsschot, huisvriend van de Krijns in Brussel. Elsschot stemde tegen bij de bekroning van de tweede laureaat: Hugo Claus, toen eenentwintig jaar. Diens debuut, De Metsiers (1950) noemde Elsschot ‘gewild ordinair en zo rommelig dat men onmogelijk uit de personages kan wijs worden’. De prijs, die vijfmaal werd uitgereikt, raakte na 1966 in het slop door gebrek aan inzendingen. De hernieuwde inschrijving voor de prijs, inmiddels door de samengestelde interest op Dickinsons kapitaal en een gift van Elsevier gegroeid tot een bedrag van 65.000 frank, leverde vierenzestig manuscripten op, waaronder tien van vrouwen. Winnaar is de negenentwintigjarige Dirk van Babylon, met een dikke roman (350 pagina's), Het mirakel, die in het najaar bij Manteau zal verschijnen. Dat de titel reeds eerder (door Harry Mulisch) is gebruikt, lijkt Angèle Manteau geen bezwaar: ‘Het woord is essentieel voor de roman, die ik van uitzonderlijk hoge kwaliteit vind.’
Na De aanslag gaat filmregisseur en producent Fons Rademakers opnieuw een roman verfilmen. Zijn volgende project is An Instant in the Wind (‘Noomblik in de wind’) van de Zuidafrikaanse auteur André Brink. Voor de (drie) Amerikaanse producenten waarmee Rademakers in onderhandeling is, is het onderwerp van Brinks roman mogelijk nog precairder dan voor Zuid-Afrika, zegt Rademakers: ‘Het gaat over de relatie tussen een blanke vrouw en een zwarte man.’ Waarschijnlijk doordat Een ogenblik in de wind een historische roman is (het speelt in 1750), is het boek in Zuid-Afrika nooit gebanned, en Rademakers weet daarom vrij zeker dat hij welkom is om de film in Zuid-Afrika op te nemen. Dat prefereert hij boven Brazilië, de locatie die een van zijn mogelijke financiers als eis gesteld heeft. ‘Het landschap in Zuid-Afrika is zo schitterend, ik heb het gebied samen met Brink bezocht.’ Verwacht Rademakers, als de keuze op Zuid-Afrika valt, niet een culturele boycot? Rademakers: ‘Twee jaar geleden, toen mijn plannen bekend werden, heeft het Anti-Apartheidscomité al geprotesteerd. Maar het wordt een Amerikaanse film, desnoods wordt hij dan maar niet in Nederland vertoond. Ik vind het een geborneerde instelling, dat je er niet zou mogen komen. Ik ben tegen een culturele boycot. Het enige wat je ermee bereikt is dat de intellectuelen daar volkomen geïsoleerd raken.’ Hoe ontdekte Rademakers de roman van Brink? ‘Dat was tijdens een panel, over de culturele industrie, drie jaar geleden in Straatsburg. Ik raakte daar in gesprek met de directeurgeneraal Kunsten van het ministerie in Stockholm. Die man bleek een grote kennis te bezitten van de Nederlandse schrijvers. We praatten over Louis Paul Boon, die hij net als ik een zeer groot schrijver vond. Maar of ik ook de “great Dutch writer” André Brink kende? Diens naam zei me niks. Sinds die tijd heb ik Brink ontdekt, en Coetzees Waiting for the Barbarians, dat ik nog fenomenaler vind. Nederland loopt achter: in Frankrijk, Amerika en Zweden heeft Brink oplagen van honderdduizenden, en hier leest men hem niet.’ Een ogenblik in de wind is uitgegeven door In den Toren. Het boek is nog leverbaar, maar directeuruitgever Wim Hazeu heeft slechts een seconde nodig om op het horen van mijn vraag te besluiten tot een, mogelijk herziene, herdruk onder een van de andere imprints van de overkoepelende uitgeverij Combo: De Prom. André Brink is inmiddels als auteur overgenomen door uitgeverij Meulenhoff, waar men ook opties bezit op zijn volgende boeken. Er zijn pogingen gedaan om eerder in Nederland verschenen romans over te nemen, maar de onderhandelingen daarover zijn, vreest Rob Mendel van Meulenhoff, nu wel definitief mislukt.
Crime Jaarboek 4, een jaarlijkse bloemlezing van oorspronkelijk Nederlandse misdaadverhalen, gaat bij Unieboek verschijnen. Samenstelster Margreet Hirs werd door haar uitgever Bruna naar een andere uitgeverij verwezen. Onrendabele exploitatie had Bruna al eerder in het verleden doen besluiten het blad, dat toen Pulp heette, af te stoten. Daarna probeerde uitgeverij Elsevier het, onder de naam Plot. Joost Bloemsma haalde het weer terug naar Bruna, waar het de naam Crime Jaarboek kreeg. Na Bloemsma's vertrek naar Het Spectrum, is het nu Toine Akveld (ex-Elsevier) die nog mogelijkheden ziet voor het blad bij Unieboek. ‘Het gaat er bij Unieboek aantrekkelijker uitzien,’ zegt Margreet Hirs. ‘Ze gaan er een paperback van maken, op mooier papier. Bij Bruna was het een (Zwarte Beertjes) pocket. Unieboek was aantrekkelijk voor mij, omdat ze daar nog niet, zoals bij Veen, een hele stal misdaadauteurs hebben. Als ik ermee naar Veen was gegaan, zou ik niet afhankelijk zijn geweest in mijn keuze van de verhalen. Het aardige van Crime Jaarboek is juist dat ik auteurs overal vandaan kies. Het moet de functie gaan vervullen die een literair tijdschrift heeft voor een literaire uitgeverij, daarom moeten er ook nieuwkomers in kunnen debuteren.’ Na de dood van haar man, Ab Visser, nam Margreet Hirs het project over. Ze raakte geleidelijk steeds enthousiaster voor het genre, en combineert het nu met een recensentschap voor thrillers en crime bij de GPD. ‘Het probleem van misdaadverhalen is, dat er zo'n klein afzetgebied voor is. Damesbladen, die willen nu wel, maar die eisen dan een vrouw in de hoofdrol, en dan moet het allemaal ook erg opgepoetst zijn. Ik ben nu wel zelf gaan schrijven, door de stimulans van Janwillem van de Wetering: een serie verhalen met een vrouwelijke speurder en een pedofiele helper. Het wordt erg leuk.’ Chris de Graaf van Bruna legt uit wat het probleem was: ‘De kosten van de honoraria waren naar verhouding te hoog bij een oplage van vijfduizend. Meer verkochten we er niet van. Nederlandse thriller-auteurs krijgen hier gewoon geen kans. Er is hier heel veel talent, maar Nederlanders geloven er niet in. De concurrentie met de Engelse en Amerikaanse import is te zwaar, men koop kennelijk liever (vertaalde) buitenlandse bestsellers. We proberen er alles aan te doen publicitair, maar door de pers wordt het niet opgepikt. Moet ik soms de schoenen van de journalisten kussen?’
crime jaarboek
|
|