Gedachten op dinsdagochtend
Dit is proza. Maar ik verzeker u dat het niet zonder temperament is. Van mezelf heb ik al een énorm temperament, ik zit er dus niet om verlegen - maar stel, ik had géén temperament, ik zou er door besprongen worden, het zou als... een tijger bezit van mij nemen tijdens de lectuur van het ‘Hollands Dagboek’ van Elly de Waard in NRC Handelsblad van 22 februari. ‘Prozaschrijvers hebben geen temperament. Geen roekeloosheid,’ schrijft de dichteres. Zij heeft een énorm temperament, deze dichteres, echt hartstochtelijk is zij en ook een groot kunstenaresse over wie over niet al te lange tijd - laten we hopen voor haar nog tijdens haar leven - biografieën zullen verschijnen met veel persoonlijke details uit haar temperamentvolle en roekeloze leven, niet ongelijk aan het soort levens van andere grote dichters waarmee ze zichzelf vergelijkt. Ze noemt Robert Lowell, ze noemt Jan Hanlo, noemt Joseph Brodsky. Ze noemt hen, omdat zij, precies als Elly de Waard, ook een tijdje in het cachot hebben gezeten. Wat erg! zegt u? Wat een geluk voor Elly! zou ik zeggen. Stelt u zich eens voor dat Elly de Waard níét een nacht in het cachot had gezeten vanwege... rijden onder invloed. Stelt u zich dat nu eens voor. Dat zou een complete ramp zijn! Geleefd te hebben en niet ooit eens in het cachot gezeten te hebben zoals Lowell, Brodsky en Hanlo... een biografie kan niet zonder. Dat zou betekenen dat je totaal geen temperament had, niet roekeloos was, nooit op je zesenveertigste ‘in machtige jeugd vurig en waanzinvol’ zou zijn geweest. Het is uw probleem misschien niet, maar ik heb soms last van een soort meegevoel, dat ik me zorgen maak om anderen. Zo vraag ik me af of het Elly wel zal lukken om zo... temperamentvol... artistiek... eh roekeloos te worden als zeg Radclyffe Hall, of Gertrude Stein zodat haar biografie niet al te vervelend wordt. Mijn meegevoel gaat zo ver dat ik
haar wel suggesties zou willen doen om een echec te voorkomen. Ik dacht eraan dat ze misschien naakt als vrouw met niks aan zou kunnen dansen op een of ander benefietfeest - zeg de Damesclub ter Bevordering van de Wederzijdse Bewondering - en dat ze dan zou roepen dat ze een gróter, veel groter dichter is dan Chris van Geel. In die geest, dacht ik.
waard?
CP