Voorheen de koloniën
De Celebes-affaire en verhalen uit Java
De Zuid-Celebes affaire. Kapitein Westerling en de standrechtelijke executies door Willem IJzereef Uitgever: De Bataafsche Leeuw, 180 p., f39.-
Ons Indië voor de Indonesiërs door Jan Bosdriesz en Gerard Soeteman Uitgever: Wever, 140 p., f24.50
Djataju door Nh. Dini Vertaling: Tineke Helwig Uitgever: Thomas en Eras, 104 p., f19,50
De bekentenis van Paryem door Linus Suryadi Ag Vertaling: Marianne Termorshuizen Uitgever: Manus Amici, 225 p., f29,50
Tessel Pollmann
Twee jaar geleden was er een reünie van kapitein Raymond Westerling en zijn kameraden uit Indië. Dat was in het gebouw van de Haarlemse HTS. Westerling diende na de oorlog bij het KNIL in Indië, richtte de moordpartijen in Celebes aan en was het lichtend voorbeeld daarbij, en na de onafhankelijkheid van Indië in 1950 beraamde hij een coup aldaar waardoor het land in een burgeroorlog terecht zou komen. Die coup ging niet door. Westerling beklom bij ‘zijn’ reünie het podium, maakte een majestueus bedoeld gebaar en zei: ‘Na... drieëndertig... jaar.’ De zaal lachte om zijn brutaal triomfalisme. Erger nog: juichte. Een rare man met het soort gevaarlijkheid dat Weinreb had en ook de historicus Gerretson: de gave om mensen mee te kunnen slepen die anders redelijk in staat zijn tot een onderkoeld oordeel.
Willem IJzereef, historicus, verzamelde alles aan documenten dat er te vinden is over Westerling, maar komt toch in zijn waardevolle boek niet tot een analyse, laat staan een conclusie. De gedachte komt bij de lezer op dat zelfs IJzereef, zoals zovele anderen, toch éven gevangen is geraakt in het web van Westerling zelf die met meesterhand - dat moet worden toegegeven - altijd mensen er toe verleidt hem in plaats van zijn slachtoffers als martelaar te zien. In mijn ogen is Westerling een man die waanzinnig geboft heeft dat zijn superieuren, en ook de burgerlijke overheid in Indië, zoveel boter op hun hoofd hadden dat ze hém moeilijk voor de rechtbank konden brengen. Maar Westerling doet het altijd voorkomen alsof het andersom is; alsof wij hem heel dankbaar moeten zijn en, beestachtig genoeg, dat niet zijn. Hij poseert als zondebok.
Ik kon mijn ogen niet geloven, maar zoiets ook blijkt de overtuiging van twee televisiemakers, Jan Bosdriesz en Gerard Soeteman die een boekje maakten van hun (in veel opzichten werkelijk uitstekende) televisieserie Ons Indië voor de Indonesiërs. Daarin geven ze, onverwacht, overbodig en onzakelijk opeens een verdediging van Westerling zoals ze die voor de televisie niet gaven, waarin de zin: ‘Westerling is nooit veroordeeld voor de daden waarvan men hem beschuldigt en dan dient men hem het voordeel van de twijfel te gunnen. Bekend is dat vele mensen in Indië hem intens dankbaar zijn geweest voor de pacificatie die hij bracht.’
Raymond Westerling
eddy posthuma de boer
Ik begrijp niets van Bosdriesz en Soeteman: welke twijfel bestaat er ten aanzien van Westerlings daden waarvan de laatste dan het profijt mag trekken? Ontstaat die twijfel omdat er geen rechterlijke uitspraak is geweest, of omdat er te weinig onderzoeksmateriaal boven tafel is gekomen? Maar er is toch zeer veel bekend over Westerling in die periode?
Waaraan gerede twijfel hoort te bestaan, is aan de dankbaarheid van de Indonesische medemens wat betreft Westerling - ik heb daar nog nooit een overtuigend bewijs van gezien, al weet ik dat Westerling zelf veel en vaak van die dankbaarheid rept.