‘Politieke’ stijl
De artikelen in AFD bestaan voor een deel uit commentariërende citaten, maar ook uit pogingen om vrouwelijke ervaringen op feministische wijze te herformuleren. Vooral als daarbij in chronologische volgorde de meest uiteenlopende opvattingen aan bod komen, is dat zeer boeiend. Bij het woord FEMINIST verschijnt een galerij van negentiende- en twintigste-eeuwse verklaringen, die samen een levendig beeld geven van de feministische be-
HUMORLESS
The cliché ‘She lacks a sense of humor’ is applied by men to every threatening woman when she does not find the following funny: rape, big breasts, sex with little girls. On the other hand there is no imputation of humorlessness if she does not find impotence, castration and vaginas with teeth humorless. (Ellen Willis 1981, 147) The word when applied to women is ‘insidious. It is boring and predictable if seen through, devastating if believed.’ (Mary Daly 1978, 19)
Uit A Feminist Dictionary
gripsontwikkeling en de belangrijkste Angelsaksische debatten over de positie van vrouwen.
De ‘politieke’ stijl van AFD is tegelijk ook zijn zwakte. Na tien keer weet de lezer wel hoe vrouwenonderdrukking werkt en over hoeveel terreinen van het leven deze zich uitstrekt. Bovendien gaan de vele citaten over bewustwording, boosheid, rancune en strijdbaarheid, hoe authentiek misschien ook in het oorspronkelijke werk, gauw vervelen of worden zelfs lachwekkend als ze in honderdtallen onder elkaar zijn afgedrukt, in beknopte woordenboekartikelen. Haat gaat altijd te ver, zoals Mr. Anthony Burgess - met veel zelfkennis - opmerkte in zijn bespreking van AFD in The Observer.
Onder het ene woord wordt de ijzeren greep van het patriarchaat op vrouwenlevens nog onontkoombaarder geformuleerd dan onder het andere, wat een beklemmend gevoel van (vrouwelijke?) machteloosheid oproept. Daar schiet AFD zijn doel in volle vaart voorbij. Wat meer literaire citaten hadden de scheuren en spleten in het patriarchale bastion kunnen tonen, de dubbelzinnigheden in de mannelijke macht subtiel kunnen ondergraven en daarnaast de ambivalenties in het feministische bewustzijn onder woorden kunnen brengen. Het meest wreekt de eenzijdig politieke bronnenkeuze zich bij woorden die met het lichaam te maken hebben. HUG, TO GO DOWN en DILDO heb ik bij voorbeeld niet kunnen vinden. HIGH HEELS zijn er, net als BRA's, om mannen te behagen (en de sport-bh dan?), BREASTS doen het goed in de porno-industrie en CUNNILINGUS is volgens Lillian Rubin vrouwelijke passiviteit bij uitstek. Dat vraagt om aanvulling met een citaat waarin iemand de genitale tongkus zelf voltrekt.
Mooie citaten over borsten zijn niet moeilijk te vinden. Men raadplege The Color Purple van Alice Walker of Ann Sexton, in de bundel Love Poems (1967). Het gedicht ‘Breasts’ daaruit had niet mogen ontbreken in een woordenboek dat als ondertitel In Our Own Words heeft: ‘This is the key to it./This is the key to everything. Preciously. (...) But your hands found me like an architect. Jugful of milk!/For here is the eye, here is the jewel,/here is the excitement the nipple learns!’
Onder BIBLE had, behalve de geijkte riedel over het seksistische gehalte, het Hooglied wel eens vermeld mogen worden. Door onderzoekers als (in Nederland) Mieke Bal wordt zelfs vermoed dat het voortkomt uit een oeroude, orale poëzietraditie van vrouwen. Het woord FUCK opent doodleuk met de definitie van de American Heritage Dictionary. Bij het onderwerp ETYMOLOGY gaat de politiekerige toon van AFD pas goed ergeren. Woordspelingen als FUMERIST (een feminist met gevoel voor humor die whys cracks maakt), MANGLISH, CUNTIONARY, GYNERGY, HERSTORY en uit het Oud- en Middelengels stammende spellingen als wymmyn en womon, als alternatief voor de lettergrepen man en men, zijn ooit leuk en belangrijk geweest vanwege hun verrassingseffect. Ze horen zeker thuis in een historisch overzicht, maar of dit gefröbel een serieuze taalstrategie is valt te betwijfelen. Zie bij voorbeeld de onder POWERLESSNESS genoemde machtsmiddelen van onderdrukten. Ook de vrouwentaal LAÁDAN, een idee van de feministische science-fictionschrijfster Suzette Haden Elgin, lijkt eerder een gezellige hobby dan een gevaarlijk alternatief voor het Manglish.