Len Deighton
Len Deighton heeft het laatste deel van zijn trilogie binnen redelijke perken kunnen houden. Het eerste boek, Berlin Game, had een normale omvang, het tweede, Mexico Set, liep uit tot 380 pagina's, en het slot dat deze maand uitkwam, London Match, houdt het op 400, maar het is ruimer gezet dan Mexico en met minder regels per pagina. In het tweede deel had Deighton zo'n plezier in het scheppen van een eigen spionage-wereld dat hij er, voor mijn gevoel, makkelijk een soort Oorlog en Vrede van had kunnen maken.
Op de flap van London Match staat deze aanbeveling: ‘In Game, Set en Match heeft Deighton gebroken met alle conventionele beperkingen van de spionageroman. London Match is even intrigerend en spannend als alles wat hij heeft geschreven, maar hij heeft het verhaal verrijkt met een humor, een erbarmen en een observatie van menselijke zwakheden die in het genre nog niet zijn voorgekomen.’
Dat is voor een belangrijk deel wáár, en de vraag is tevens of we daar zo blij mee moeten zijn. Le Carré is begonnen met zijn Smiley-boeken krankzinnig lang te maken, en die Drummergirl was ook niet mis. Maar drie delen, ook al zijn ze best afzonderlijk te lezen, is een breuk met de normale beperkingen van het genre: zijn de Russen écht zo gevaarlijk aan het stoken en ondermijnen dat de lezer duizend pagina's in angst en wurgen omslaat?
Zoals inmiddels bekend is Game, Set & Match het verhaal van Bernard Samson, die in deel één in de verdachte omstandigheid komt te verkeren dat zijn vrouw, Fiona, naar de Russen overloopt. Nu horen we de laatste jaren steeds meer over en van overlopers, maar toch zelden dat ze, eenmaal aan de andere kant, direct weer worden ingezet voor tegenacties. Fiona echter wel. En wat in deel twee al dreigde wordt in London Match bewaarheid: de Russen blijven schimmig, het is Fiona die de strijd met de Duitse sectie van Samson voert, het krijgt bijna trekjes van een heftige scheidingsprocedure, er wordt over de kinderen onderhandeld en Samson wordt door Fiona ingezet om de Rus Moskvin persoonlijk te liquideren. Dat is te veel, dat heeft met het spionage-genre op zichzelf niks meer te maken. De trilogie eindigt ook met een hartstochtelijk pleidooi van Samson waaruit moet blijken dat hij, en niet Fiona, heeft gewonnen.
Maar los daarvan is het lezen opnieuw een groot plezier. Er zitten prachtige scènes in, er zitten zeer spannende fragmenten in, en een aantal verrassende wendingen die opnieuw getuigen van het talent van Deighton: wat zeker lijkt, blijkt later het totaal omgekeerde. Mooie bijfiguren, prachtige, soms iets te didactische stukjes Berlijn. Maar die afgeslotenheid van een vijandige buitenwereld en die uitgesponnen inteelt van één kantoor-afdeling maakt er eigenlijk een imposante familieroman van.