Tijdschrift
‘Een verwend lezer is een verwaarloosd lezer,’ repliceerde Willem Brakman de kritiek op de vermeende moeilijkheid van zijn romans in een uitvoerig vraaggesprek met Wam de Moor. Een uittreksel van dit gesprek stond eerder in De Tijd, nu staat de hele dialoog in De Revisor 1985/4. Brakman legt uit dat het hem er om te doen is de lezer de mogelijkheden te geven voor een esthetische ervaring. ‘De geest voedt zich niet met koolhydraten, eiwitten en vetten, de geest voedt zich met ervaringen, in de kunst met esthetische ervaringen.’ Het geeft helemaal niet als het de lezer inspanningen kost om die ervaringen op te doen. Als je sommige moeilijke boeken gelezen hebt, dan kun je bibliotheken overslaan, want die hebben je dan niets nieuws meer te zeggen, betoogt Brakman. Hij richt zich dan ook tot de maximaal aandachtige lezer. Een van die lezers is Ernst Jan van Alphen, die volgens Brakman in een scriptie (en in geringer omvang in een artikel in Forum der Letteren, maart 1985) Een weekend in Oostende prachtig uiteengerafeld heeft. ‘Heb dank o Heer, het is niet onopgemerkt gebleven. Dus het is in principe mogelijk,’ zegt hij. Verderop in dit leuke gesprek vertelt hij welke schrijvers hém zo'n esthetische ervaring hebben bezorgd en hoe hij als vijftienjarig mulo-jongetje in Den Haag via de vriendjes van zijn oudere broer onder andere Ter Braak te lezen kreeg en er niets van begreep. Maar hij moest zichzelf erdoorheen worstelen, vond hij. ‘Schrijven is een avontuur,’ zegt hij ook, ‘dat zich eenvoudig al doende ontwikkelt.’ Dat is ook wel merkbaar aan de constructie van zijn romans. De lezer laten schuilen onder de paraplu van de almachtige verteller; dat kan nu niet meer, vindt Brakman. Maar dat het ‘vertelperspectief’ langzamerhand vervaagt zoals in een passage aan het begin van De oorveeg, wat Christien Kok
beweert in een essay in De Revisor is natuurlijk onzin. Het vertelperspectief kan verschuiven bijvoorbeeld van ‘personaal’ naar ‘auctoriaal,’ maar niet verdwijnen. Vooral sinds Ansichten uit Amerika morrelt Brakman aan het vertellersstandpunt. In die roman laat hij de verteller zelfs met de schrijver discussiëren over het verhaal dat op dezelfde pagina gepresenteerd wordt. In De oorveeg gaan de personages in elkaar over; dat is ook het geval in De reis van douanier, constateert Ineke Bulte in zo'n ander ‘Nieuwe Taalgids’-essay in De Revisor. Dat soort stukken zijn eigenlijk tamelijk onleesbaar als je de besproken boeken niet of een poosje geleden gelezen hebt.
EVA COSSEE