Leuren langs de weg
Het boekbedrijf in Suriname
Rudie Kagie
Wie in Paramaribo een boek wil kopen begeeft zich naar de Dominéstraat als het een goed boek moet zijn. In die straat liggen schuin tegenover elkaar zowel de kwaliteitsboekhandel Vaco als het warenhuis Kersten dat een goed gesorteerde lectuurafdeling op de eerste verdieping heeft. Verder telt de stad één Volksboekhandel voor linkse, veelal uit Cuba geïmporteerde uitgaven en een stuk of tien winkels waar de negotie in pockets vol seks, spanning en sensatie (Ludlum, Collins, Fleming) gewoonlijk samengaat met handel in vulpennen, knuffelberen en verbandgaas.
Zowel bij Vaco als bij Kersten dient de klant zich voor te bereiden op een tijdrovend ritueel. Het aan te schaffen boek wordt aangenomen door een juffrouw die een nota uitschrijft. Met deze bon vervoegt de cliënt zich bij de kassa, elders in de zaak, waar de te betalen som moet worden voldaan. Op vertoon van het regu overhandigt een derde assistente tenslotte het ingepakte exemplaar. De omslachtige reeks handelingen schijnt een zegen te zijn voor het behoud van de werkgelegenheid in het door een ernstige financiële malaise geteisterde land. Dolend langs de schappen wacht de bezoeker trouwens nóg een verrassing. Waar staan de Surinaamse poëzie- en proza-uitgaven? Zelfs de in het land geboren kondreman wrijft zich de ogen uit: ‘Eerste kast: Hollandse boeken! Tweede kast: Hollandse boeken! Derde kast... Ik kijk! Ik lees! Me ogen vreten, in die winkel te Paramaribo: Avenue..., Story..., Panorama... Suriname baja! Dat van ze! Ze lijken Hollandser dan Holland zelf!’ (Edgar Cairo, Als je hoofd is geboord, 1981).
Vroeger was het anders, maar de laatste paar jaar is Suriname geen markt meer voor Nederlandse uitgevers. Zelfs de studieboeken van Wolters-Noordhoff zijn niet meer in het voormalige rijksdeel te slijten: een verschraling die volgens de naar Apeldoorn geremigreerde exwinkelchef van Vaco te wijten is aan het feit dat er ‘op gigantische schaal gekopieerd wordt’. Een leerboek waarvan een onderwijsinstelling jaarlijks tweehonderdvijftig stuks bestelde, wordt nu in tweehonderdvijftigvoud gereproduceerd. Verliep de afzet al problematisch, sinds vorige maand komen boeken van Nederlandse makelij helemaal niet meer de Surinaamse grens over. Het exportbedrijf Ivec te Weesp, dat het transport van boeken naar de West regelt, heeft er geen zin meer in. In een dramatische brief aan uitgevers noemt Ivec ‘de financiële situatie in Suriname dermate precair’ dat de leveranties ‘voor onbepaalde tijd’ moeten worden opgeschort. Het land heeft geen deviezen meer, er is geen geld om de bestellingen te betalen. Het afgelopen jaar zaten er in de scheepsladingen naar Paramaribo opmerkelijk veel exemplaren van de Derde spreker-serie van de Novib. In die reeks verschijnt literatuur uit Derde Wereldlanden en daaraan spiegelt het nieuwe Suriname zich blijkbaar liever dan aan het proza van Oek de Jong of Mulisch bijvoorbeeld. Daarvan werden, zegt de verkoopleider van de firma Ivec na raadpleging van de orderlijsten, het afgelopen jaar nul boeken in Suriname verkocht.
Het eerst deel van Glen Baxters getekende autobiografie His Life - The Years of Struggle is als paperback-uitgave verschenen bij Fontana/Collins. Het boek vertelt over het opgroeien van een jonge jongen in een beangstigend landschap vol verwaarlozing en vernederingen, ergens in het industriële Noord-Engeland. De hierbij afgedrukte tekening schetst een beeld van een van de manieren waarop de jonge Baxter zich een uitweg zoekt: de bijbehorende tekst luidt: ‘Het was in die tijd dat Mr. Clumbers de taak op zich nam ons wegwijs te maken in de kunst van de winkeldiefstal.’ (f 29,80, importeur Van Ditmar)
Uitgever Jos Knipscheer, bij wie het oeuvre van uiteenlopende Surinaamse auteurs als Rabin Gangadin, Astrid Roemer, Edgar Cairo, Shrinivasi en Bea Vianen in druk verschijnt, heeft de hoop laten varen: aan gene zijde van de oceaan lukt het slechts verwaarloosbare aantallen te slijten. Knipscheer: ‘Het is niet goed georganiseerd daar. Bovendien kent Suriname in tegenstelling tot de Nederlandse Antillen nauwelijks een leescultuur.’ Dat het nochtans lukt van een nieuwe roman van Astrid Roemer er tweehonderd stuks in Paramaribo te verkopen is vooral een verdienste van de schrijfster zelf. Een familielid importeert zelfstandig, buiten de Ivec om, en brengt de boeken voor minder dan de helft van de prijs die de handel bedingt in de roulatie. Wellicht is dat informele circuit er mede debet aan dat zo weinig Surinaamse gedichten- en verhalenbundels de winkels in de Dominéstraat bereiken. Literaire uitgevers kent de kleine natie niet, maar de stencilmachine en het offsetpersje produceren driftig particulier uitgegeven bundels. Wie zich zet op het terras van coffeeshop Orlando aan het Kerkplein te Paramaribo maakt een goede kans te worden aangeklampt door een passerende dichter. Meneer, wilt u soms een boekje kopen? Zelfs Shrinivasi, van wie dit voorjaar bij In de Knipscheer de kloeke poëziebundel Een weinig van het andere verscheen, leurt langs de weg. Shrinivasi! Tot in lengte van dagen zal zijn naam in het geheugen van W.F. Hermans staan gegrift. Hermans memoreert in De laatste resten tropisch Nederland hoe de dichter hem ter introductie de hand drukte onder het uitspreken van het onsterfelijke: ‘Shrinivasi, pseudoniem.’ De Surinaamse auteur als producent, uitgever én distributeur van zijn werken zwaait inmiddels ook in Nederland met zijn koopwaar. De dichter Julian With nam jarenlang de intercity van Utrecht naar Eindhoven en vice versa met geen ander doel dan de passagiers zijn
bundel te verkopen. Het grootkapitaal mag best winst maken, maar niet over zijn rug.
Boekhandel in Paramaribo; achterin de zaak betaalt een klant zijn aankoop.
Het is gek, de Surinamers zijn een poëtisch volk, veel mensen schrijven gedichten, maar toch verkocht Liesbeth van der Ziel er nauwelijks bundels. ‘Misschien speelt de prijs een rol,’ veronderstelt de boekverkoopster die zich onlangs in Ede vestigde. In Paramaribo leidde ze de lectuurafdeling van de firma Kersten, waar altijd problemen waren over titels die ze van hogerhand niet mocht verkopen omdat de inhoud niet strookte met de beginselen van de Evangelische Broeder Gemeente te Zeist, die eigenaar is van het Surinaamse warenhuis. Ze stond ook een paar jaar bij Vaco achter de toonbank totdat ze ontslag nam omdat ze een baan als redactrice bij de Limburgse uitgeverij Corrie Zelen kon krijgen. Aangekomen op Schiphol werd haar duidelijk dat de betrekking niet door kon gaan: de firma Zelen kampte met ernstige financiële tekorten en moest inkrimpen in plaats van uitbreiden. Twee jaar werkte Liesbeth van der Ziel bij diverse provinciale boekwinkels, voordat ze in 1982 gedesillusioneerd de tropen weer opzocht. Suriname kent geen vaste boekenprijs. Het Nederlandse boek wordt er gewoonlijk tegen dezelfde hoeveelheid guldens verkocht als hier, zij het dat de Surinaamse gulden aanzienlijk meer waard is: een maandinkomen van vijfhonderd Surinaamse guldens geldt reeds als een riant salaris. Voor wie het gedrukte woord onder het volk wil verbreiden betekent dat natuurlijk een ernstige handicap. De pogingen om van de boekenafdeling bij Kersten iets aardigs te maken werden bovendien belemmerd door het gemis aan bekwame krachten. ‘Er werkte daar iemand met dertien jaar ervaring die nóg niet in staat was de naam van een auteur op te schrijven of de boeken op alfabet te zetten. Ik moest alles zélf doen en dat stimuleert niet,’ zegt Liesbeth van der Ziel. De belangrijkste klant van de boekwinkels te Paramaribo is het onderwijs, maar dat hanteert helaas een lijst met hoofdzakelijk incourante titels: zeer gezocht door
leerlingen maar lastig leverbaar, want uitverkocht bij de uitgevers. De nikkers van Piet van Aken staat op die lijst, en Rots der Struikelingen van Boeli van Leeuwen, evenals Laaiende stilte en Mijn aap schreit van Albert Helman. Oeroeg van Hella Haasse en Mijn zuster de negerin zijn nog wél te bestellen en tot haar vreugde bemerkte de boekverkoopster dat onlangs zelf Een vlucht regenwulpen in het verplichte pakket voor scholieren opdook.