Goytisolo
vervolg van pagina 6
de manier waarop hij zich nu als een onkreukbare verlosser opwerpt niet vrij van grootspraak is. Zonder een spoor van ironie verkondigt hij dat hij heeft gekozen voor de ‘rigoureuze, principiële menselijke waardigheid’. En nog sterker: ‘Het enige geweten uit de gehele omtrek dat waakt, herinnert, verbeeldt, ijlt, ben jij.’
Dit paradoxale trekje is Goytisolo evenmin vreemd. In interviews en essays laat hij er geen misverstand over bestaan dat hij zichzelf als een van de weinige moderne auteurs beschouwt die werkelijk vernieuwend werk schrijven. De publikatie van Coto vedado, zijn eerder genoemde memoires, ontlokte hem eveneens een aantal uitspraken die de essentie van zijn werk tegenspreken. Coto vedado roept namelijk niet alleen de tijd tot Goytisolo's ballingschap op, het is eveneens een zelfanalyse: de twijfels omtrent de motieven die hem drijven om zijn herinneringen aan de openbaarheid prijs te geven (vervanging van de biecht? zelfrechtvaardiging? verlangen beter begrepen te worden? gevecht tegen de vergetelheid?) en het moeizame gevecht om rechtschapen, oprecht en onafhankelijk te zijn. In een interview over de publikatie van Coto vedado schroomt Goytisolo echter niet te benadrukken dat zijn memoires zich onderscheiden van andere uit de Spaanse literatuur omdat hij, als enige schrijver, niet te beroerd is om ook de negatieve kanten van zijn persoonlijkheid aan het papier toe te vertrouwen: zijn memoires zijn géén lofzang op het persoonlijke verleden. Hier is plotseling geen spoor van twijfel (laat staan van ironie) te bespeuren!
Toch hoop ik dat ik Goytisolo voor ben als ik zeg dat hij de hartstochtelijkste Spaanse literatuur van na de burgeroorlog heeft geschreven. Iedere regel van De identiteit getuigt hiervan. De roman is de aanloop van een poging zijn vaderland te vermoorden, die in Reivindicación de! conde don Julián (Eerherstel voor graaf Julian, 1970, vertaling in voorbereiding) en Juan sin Tierra (Jan zonder Land, 1975) wordt voortgezet. In deze twee romans moet ook de taal het ontgelden. Dat is in De identiteit niet het geval. Hoeveel vertelprocédés Goytisolo hierin ook gebruikt, het boek is zeker geen taalexperiment. Dit maakt van De identiteit het toegankelijkste deel van een trilogie die een schitterende uitzondering vormt op de regel dat de moderne Spaanse literatuur niet exportabel is.
■