En verder:
Samuel Pepys stond meestal om vijf uur op (soms ook om vier uur) en begaf zich dan gewoonlijk naar zijn kantoor, waar hij zich met scheepsaangelegenheden bezighield. Hij was een Londenaar, zoals Samuel Johnson dat ook was, en zijn dagboeken hebben hem later tot een van de meest bekende personen uit de Engelse geschiedenis gemaakt. Het dagboek loopt van 1660 tot 1669, een roerige periode waarin Londen onder andere geteisterd werd door de grote brand en een pestepidemie. Deze evenementen worden door Pepys beschreven, alsook de Engelse zeeoorlogen met Holland (in Engeland Dutch Wars geheten). Behalve aan politieke en maatschappelijke gebeurtenissen besteedt hij ook veel aandacht aan de geneugten van het dagelijks leven: uitgaan, cafés, vrouwen, muziek en vriendschappen. De complete uitgave van zijn geschriften beslaat duizenden pagina's en is verzorgd door Robert Latham en William Matthews (tien delen en deel elf: de index, prijs ongeveer f 700, -). Robert Latham heeft nu ook een gecomprimeerde versie samengesteld, getiteld The Shorter Pepys, 1024 pagina's, uitgegeven bij Bell & Hyman, f 101, -.
De Kennedy's, zo gaat het gezegde, waren gewend hun eigen geschiedenis te schrijven. Tot twee Amerikaanse journalisten daar wezenlijk anders over gingen denken en zich vier jaar lang opsloten om de geschiedenis van vier generaties Kennedy te schrijven. Ze lazen niet alleen, ze spraken ook met de enige van de familie die bereid was hen te woord te staan, David Kennedy, ook al werd hij door zijn familie onder druk gezet via advocaten. De heren, Peter Collier en David Horowitz, gingen ook op onderzoek uit en het resultaat was eindelijk een nietgeidealiseerd beeld van een minidynastie in hun boek The Kennedys, An American Drama. Het kreeg het etiket ‘Controversial Bestseller’, en dat zal het zeker nog enige tijd dragen nu het in paperback is verschenen bij Warner Books (724 p., f 20,35, importeur Van Ditmar). (Zie ook VN van 30-10-1985)
Een plaatsvervangend secretaris-generaal van de Verenigde Naties blijkt tweeënhalf jaar voor de CIA te hebben gewerkt. Een dergelijk feit is al stof genoeg voor een interessante politieke thriller, maar zeker als element in iemands levensgeschiedenis. Het feit behoort tot het curriculum van Arkadi N. Sjevtsjenko, jarenlang de rechterhand van Andrei Gromyko en daardoor op de hoogte van alles wat in het Russische Politburo aan de orde kwam. In 1978 liep Sjevtsjenko over naar de Amerikanen en vorig jaar schreef hij zijn memoires, Breaking with Moscow, die menige onthulling bevatten over Chroesjtsjov, Gromyko en Breznjev. Ballantine heeft het boek nu als pocket uitgegeven (503 p., f 16.65).
Van 13 tot 29 september staan het Goethe Instituut in Amsterdam en Theater De Balie in het teken van de Familie Mann. In De Balie organiseert de SLAA (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam) in samenwerking met het Goethe Instituut nagenoeg elke avond lezingen, films, cabaret, discussies en interviews over Thomas, Heinrich, Klaus, Frido, Monika, Elisabeth en Erika Mann. Bij De Arbeiderspers verschijnt op 27 september een speciaal nummer van het tijdschrift Maatstaf, de vertaling door Thomas Graftdijk van de roman Dokter Faustus en een eenmalige goedkope editie van De To verberg. Een volledig programma van de manifestatie waarin ‘100 jaar Europese cultuurgeschiedenis’ aan de orde komt, is te verkrijgen bij de SLAA (020-23 29 04).