En verder:
Het boek La femme au temps des cathédrales van Régine Pernoud is al enkele jaren oud, maar geldt als een van de degelijkste boeken over de vrouwen in de middeleeuwen. Zij benadrukt vooral dat de vrouwen in de middeleeuwen vaak een belangrijker rol speelde dan men denkt. Na de middeleeuwen is sprake van ‘de teloorgang van al haar verworvenheden’. Het boek verschijnt in vertaling bij Ambo (Vrouwen in de middeleeuwen, haar politieke en sociale betekenis) en dat valt nagenoeg samen met de twee delen Middeleeuwers over vrouwen die bij uitgeverij Hes zijn verschenen. Onder redactie van R.E.V. Stuip en C. Vellekop zijn daarin artikelen bij elkaar gebracht over vele facetten de vrouw betreffende: als echtgenote, in de lyriek, toverende vrouwen, kunstenaars over vrouwen, de vrouw in de medische literatuur, in het recht, als amazone, als courtisane etcetera. Ook komen enkele individuele vrouwen aan de orde: Ada van Holland, Christine de Pizan en Hadewych. De artikelen zijn het resultaat van colleges aan de letterenfaculteit van de Universiteit van Utrecht; zijn over het algemeen uiterst leesbaar. (f 29,50 per deel)
In welke café's, restaurants of andere gelegenheden moet men in Parijs, Wenen, New York, Berlijn, Antwerpen, Londen of Amsterdam zijn om daar in het wild schrijvers te kunnen zien? Welke gelegenheden dat zijn kan men vinden in de nieuwe Literaire agenda 1985/86. Die staat in het teken van reizen & letteren, wat in de praktijk betekent dat in de agenda fragmenten uit boeken of artikelen zijn opgenomen waarin schrijvers iets over hun reizen vertellen, of dat ze juist op hun warme stoel zijn blijven zitten. Dat maakt de agenda tot aangename lectuur, de fragmenten zijn nooit langer dan één pagina en komen van Aafjes, Couperus, Komrij tot Warren en Wolkers. De agenda zelf bevat op bijna elke dag weer een triviaal feit uit het leven van een schrijver (Gerard Reve logeert in Gosfield, Essex, 1962, maandag 16 december; Nicolaas Beets reist naar Haarlem voor vaders verjaardag, 1834, 19 april), wat het voordeel heeft dat er genoeg ruimte overblijft voor aantekeningen die iets meer om het lijf hebben. In de Engelse pendant van deze agenda, The book of the Literary Year, zijn de opmerkingen over schrijvers net iets uitvoeriger, zodat je ook nog iets te weten komt. Want dat is twijfelachtig in de literaire agenda als het gaat om mededelingen als Louis Couperus stuurt zijn familiewapen uit Rome op (1894). De literaire agenda staat onder redactie van Adriaan van Dis, Martin van Amerongen en Boudewijn Büch. Er is ook een prijsvraag: maak een recept van een gerecht dat gegeten wordt in een Nederlandse roman naar keuze.
Bij de Engelse uitgeverij André Deutsch verschijnt begin oktober een boek van Humphrey Jennings dat Pandaemonium gaat heten en een ‘episch essay’ zal zijn waarin een beeld gegeven wordt van de manier waarop men in de negentiende eeuw de industriële revolutie onderging. Jennings reputatie als kenner van deze tijd en materie staat garant voor een literair en visueel hoogstandje.
Robert Craft, musicoloog en vertrouweling van Igor Strawinsky, heeft al twee delen brieven van Strawinsky uitgegeven. Daar worden binnenkort de brieven die de componist met zijn vrouw Vera wisselde aan toegevoegd: Dearest Bubushkin, The Correspondence of Vera Stravinsky and Igor Stravinsky, 1921-1971, with Excel pts from Vera Stravinsky's Diaries, 1922-1954. Het boek zal 240 pagina's tellen en 183 illustraties bevatten met een schat aan onbekende foto's. Uitgever: Thames and Hudson. ‘Bubushkin’ was Strawinsky's troetelnaam.