Martin Guerre
Vervolg van pagina 11
ke zin ‘anders’ zal nooit meer te achterhalen zijn omdat deze boerenfamilie voor altijd zal zwijgen. We kunnen dat alleen maar uit andere bronnen afleiden en baseren op indirecte gegevens en onze vermoedens. Daarmee is ook de tweede reden gegeven waarom dit prachtige boekje op het eerste gezicht weinig oplevert. Natalie Davis stelt nauwelijks vragen aan het verleden; zij heeft met minimale eigen wijsheid het verleden opgezocht en zich in de vorm van haar studie laten leiden door het aangeboden materiaal en de spanningslijn van het proces. Daarin zit ook het voornaamste verschil met bijvoorbeeld Montaillou van Emmanuel Le Roy Ladurie die zijn studie eveneens op processtukken baseerde maar weinig over de processen zelf vertelt. Le Roy Ladurie is méér dan Natalie Davis op de berg van het heden blijven staan en heeft vandaar naar dat dorpje in de Pyreneeën gekeken: hoe werd er daar over seksualiteit gedacht, hoe over tijd en ruimte, over misdaad, de Heilige Maagd? Ieder van deze begrippen (en nog vele meer) werd een hoofdstuk in zijn boek, een procédé dat hij herhaalde in zijn studie over het carnaval in het stadje Romans dat in een volgend artikel aan bod zal komen.
Maar het is precies die werkwijze die Natalie Davis in haar recensie van Montaillou bekritiseerde, of zoals ze het in Visions of history (een recent verschenen interviewbundel van de Amerikaanse Radical Historians Organization) zei: ‘Ik denk dat historici in veel gevallen de verkeerde lessen uit de antropologie trekken. Zij ontlenen er een concept aan en passen dat kritiekloos op een historische situatie toe. (...) Wat betreft Le Roy Ladurie: ik schreef een uitvoerige recensie van Montaillou dat ik in veel opzichten erg goed vond. Mijn voornaamste voorbehoud betrof zijn gebruik van sociale categorieën en concepten die niet overeenkwamen met het denkpatroon van de bevolking. Bij voorbeeld “afwijkend gedrag”. Dat begrip stamt uit een modern sociaal systeem waarin er een betrekkelijke consensus bestaat en in een samenleving als die van Montaillou in de vroege veertiende eeuw, is er van consensus nauwelijks sprake. (...) Ik had ook nogal wat vraagtekens bij zijn seksuele terminologie. Zo denk ik dat men hel begrip homoseksualiteit niet op een vroegveertiende-eeuwse samenleving zou moeten toepassen.’ Natalie Davis heeft zich in deze studie met andere woorden bewust door het materiaal laten leiden om niet in deze denkbeeldige valkuil te tuimelen. Daardoor lijkt haar boek ons ook minder te zeggen dan bijvoorbeeld Montaillou. Maar de vraag blijft natuurlijk of die prachtige studie van le Roy Ladurie ons niet meer zegt over onszelf (over onze vragen) dan over de herdersbevolking in het Pyreneeënland van de middeleeuwen. Deze vraag houdt verband met het eeuwenoude dilemma van de historicus: hoe kan het verleden zo goed mogelijk beschreven worden, zodat het begrijpelijk wordt voor degenen die in het heden leven zonder desondanks in anachronismen te vervallen. Van dit laatste kan men Natalie Zemon Davis in ieder geval niet beschuldigen en dat is al heel wat. En beslist niet
het enige want hoe weinig expliciet ook, impliciet biedt De terugkeer van Martin Guerre talloze aanknopingspunten voor een beeld van de boerenbevolking in het Zuid-Frankrijk van de zestiende eeuw. Het is echter de lezer die hier tot activiteit gedwongen wordt, net als in een goede roman vol open plekken.
■