Nico Scheepmaker
‘Ik kom op een wat onzekere wijze aan de kost door een dagelijks stuk in The Times te schrijven. U weet wel, groot serieus dagblad. Als je het oppakt, vallen er supplementen over Bahrein uit. De beste stukken - brieven, advertenties, et cetera - zijn allemaal door lezers geschreven. Die krant dus. Rupert Murdoch heeft pas geleden nog gedreigd haar op te heffen. Nu weet u 't weer. Ik zou het u eigenlijk niet moeten vertellen, maar dat was in feite een trucje om de oplage te vegroten. Mensen die normaal gesproken The Times niet zouden willen aanraken, kochten hem nu elke dag, in de verwachting dat elk exemplaar het laatste kon zijn en een “collector's item” kon worden. Op die manier werden miljoenen exemplaren meer verkocht. Wel slim dus, als je erover nadenkt.’
Dit is het begin van een column die Miles Kington noch voor Punch schreef, noch voor The Times, de twee bladen die hem als columnist bekend maakten in Engeland. Zijn verspreide stukken in andere bladen verzamelde hij in de Unwin Paperback Miles and Miles. In de inleiding staat:
‘Door alle stukken heen zijn aanwijzingen verspreid die, eenmaal als een puzzel in elkaar gepast, aan de lezer de ware aard van Kington zullen onthullen. Iedereen die dit mysterie heeft opgelost wordt dringend verzocht contact met de schrijver te zoeken, omdat hij er ook dodelijk benieuwd naar is.’
Het moge waar zijn dat zijn ware aard nog een raadsel is voor hemzelf en/of zijn lezers, maar een paar harde feiten zijn dankzij enige begeleidende teksten bij zijn verzamelpockets toch wel bekend. Zo lezen we in Nature made ridiculously simple (or how to identify absolutely everything) dat Miles Kington in 1941 werd geboren, en woont en werkt in Notting Hill. Penguin publiceerde eerder van hem Let's Parler Franglais!, Let's Parler Franglais Again!, Parlez-vous Franglais? en Let's Parler Franglais One More Temps - boekjes die ik, elke keer als ik daartoe de kans krijg, in de boekhandel even doorblader om dan voor de zoveelste keer te besluiten ze toch maar niet te kopen.
In de Unwin Paperback Miles and Miles lezen we voorts dat Miles Kington de contrabas bespeelt in het jazzbandje Instant Sunshine en voor The Times jazzkritieken heeft geschreven. In Moreover... (His wickedly funny column from The Times) uit 1983 wordt de laatste mededeling nog aangescherpt met de onthulling dat hij over jazz in The Times begon te schrijven ‘onmiddelijk vóór het verlaten van Oxford, waar hij vanaf 1960 Frans en Duits heeft gestudeerd’. Vandaar dus Let's Parler Franglais!.
Voorts krijgen we te horen dat Kington twaalf jaar aan de redactie van Punch was verbonden, alvorens hij in 1981 begon met zijn column ‘Moreover...’ in The Times. Uit zijn ‘Moreover...’-columns meen ik mij te herinneren dat hij twee kinderen heeft, een zoon en een dochter, en ik neem klakkeloos aan dat Caroline, aan wie hij Nature made ridiculously simple opdraagt, zijn vrouw en wie weet zelfs de moeder van zijn kinderen is.
Kijk, vóór 1981 pakte ik The Times altijd uit het rek bij de Ako om te zien of er een stuk van Bernard Levin in stond, en zo ja, dan kocht ik hem blindelings, en zo nee, dan kocht ik hem dikwijls toch maar. Sinds 1981 is het leven een stuk simpeler geworden, want nu koop ik The Times automatisch, wetend dat Miles Kingtons ‘Moreover...’-column van maandag tot en met vrijdag op pagina 12 staat. In ieder geval op The Times Diary-pagina. Hij is mijn favoriete Engelstalige columnist, hij is geestig, vindingrijk en vooral: creatief. Hij is een verzinner. Hij vertelt wel eens iets over zijn ervaringen als jazzmusicus, hoe het was, wie hij zag, maar meestal pakt hij een actueel onderwerp aan, om dat vervolgens in zijn ‘Moreover...’-vorm te kneden. Hij onthult bijvoorbeeld dat het Zwitserse legermes met al die handige schroevedraaiertjes, schaartjes, blikopenertjes en tandenstokertjes ook equivalenten van andere nationaliteit heeft. Bijvoorbeeld het Afghaanse legermes: ‘Made in Russia, ontworpen in Rusland, handgepolijst in Rusland. Zodra het geopend wordt, steekt het een Rus neer.’ Of het Deense legermes, in twee modellen. Het antieke model steekt, indien geopend, Polonius achter het gordijn neer, en het moderne model kan helemaal niks maar is fabuleus mooi ontworpen en heeft al vele prijzen in de wacht gesleept...
‘De gevaren van roller-skating’ begint aldus:
‘Ik ben sinds kort met twee nieuwe sporten begonnen, roller-skating en enkelverstuiking, in deze volgorde. In beide word ik steeds beter.
De makkelijkste manier om met rollerskating te beginnen is kinderen te hebben die willen rolschaatsen en het gevoel te hebben dat je nog liever doodvalt dan dat zij harder rijden dan jij. De makkelijkste manier om met enkelverstuikingen te beginnen, is je door je zoon te laten uitdagen wie het snelst om het pleintje kan rolschaatsen. Je finisht in een dead heat en valt vervolgens over elkaar heen. Hij staat op en rolt weg. Jij staat op en valt weer neer. Je hebt je enkel verstuikt.
Beide sporten zijn tamelijk goedkoop, wat de uitrusting betreft. Voor het eerste heb je niet meer nodig dan een paar rolschaatsen, hoewel het ook is aan te raden om handschoenen, elleboog- en kniebeschermer, bilbeschermers, een bromhelm, een T-shirt van een Amerikaanse universiteit, knipperlichten, een luide claxon en een slaapzak aan te schaffen waarin je kan wegkruipen als je gevallen bent. De tweede sport is zelfs nog goedkoper; een zwachtel en een wandelstok zijn voldoende, tenzij je meteen in de hoogste klasse start, dan heb je ook nog een paar krukken nodig.’
Overdrijving, opstapeling, verwisseling van dingen en/of personen behoren tot de klassieke attributen van de humoristische columnist, die Miles Kington met verve toepast. Als hij een dag niets weet, vertelde Paul Theroux me, die met Miles Kington bevriend is, dan haalt hij uit zijn goocheldoos de briefschrijvers te voorschijn, vaste verzonnen zonderlingen die in hun eigen stijl commentaar leveren op een of ander actueel onderwerp. Dan staat hij in zijn automaat, dat lukt altijd, zei Theroux. Tot dat genre behoort ook de statistische lijst van het Moreover Bureau of Information, waarin Kington (The Times van 24 april 1985) liefst 31 statistische gegevens opsomt van het volgende genre:
- Als je de tijdmelding opbelt, zegt de juffrouw altijd ‘...en tien seconden’. De volgende tien seconden zijn de langste tien seconden die de wetenschap kent.
- Een garnalencocktail bestaat voor negentig procent uit sla.
- Van alle lezers aan wie medegedeeld wordt dat een artikel wordt vervolgd op pagina 2, 6de kolom, neemt slechts achttien procent de moeite verder te lezen.
- Er zijn slechts drie veel voorkomende vruchten waarnaar geen computer is genoemd.
De boeken van Miles Kington zijn verschenen bij Unwin Paperbacks en bij Penguin.