Groene haren
Een groot deel van zijn faam heeft hij zich verworven door zijn erotische prenten. In de latere jaren heeft men vaak niet méér gezien dat, en zelfs dat niet goed. Zoals Emile Zola wel eens wordt genoemd ‘de Jan Cremer van onze (groot)-ouders’ (kennelijk onder het motto: ieder het zijne, wij de Hunnen), zo beschouwt men Rops vaak als de Playboy voorbij. In zekere zin is dat natuurlijk waar, maar alleen maar in zekere zin. Zijn voorstellingen liegen er niet om, en dat bedoel ik dan ook in de meest letterlijke betekenis van het woord. Hypocrisie behoort niet tot zijn bagage. Hij wil verder gaan dan iemand vóór hem was gegaan. Het zou onrechtvaardig zijn, en ook onjuist, een kunstenaar die de burgerlijkheid zo heeft bestreden, met terugwerkende kracht alsnog bij die burgerlijkheid in te lijven.
Terugkijkend naar de negentiende eeuw is het haast niet mogelijk daar niet de namen te zien van de schrijvers en beeldende kunstenaars die terecht zo beroemd zijn geworden. Maar in de negentiende eeuw wáren die schrijvers en beeldende kunstenaars niet beroemd. Baudelaire gedroeg zich vaak als een dandy, hij hield ervan buitengewoon verzorgd gekleed te gaan. Maar de al eerder geciteerde gebroeders Goncourt vermelden in hun Dagboek dat zij eens in het restaurant naast hem zaten. Hij droeg geen das, geen boord, en zijn hoofd was kaalgeschoren. Hij zag eruit als iemand die naar de guillotine wordt geleid, hij zag eruit als een gek. Andere bronnen vermelden dat hij eens rondliep met groen geverfde haren. Zelfs wij kunnen nog erkennen dat dat allemaal heel modern is, maar het draagt in de eigen tijd zeker niet bij tot de erkenning van iemands dichterschap. Vanuit hun aanvankelijk marginale positie zijn kunstenaars als Baudelaire en Rops ons beeld van de negentiende eeuw gaan bepalen. Terwijl we achterwaarts de toekomst inlopen, kijken we naar het verleden. Veel ziet er definitief uit, over sommige zaken verandert ons oordeel.
De tentoonstelling richt de focus op Rops en Baudelaire, en op de tijd waarin zij leefden, een tijd die zij nu lijken te vertegenwoordigen, maar waarin zij vroeger nauwelijks een plaats konden vinden. Het hoort bij de expositie om ons ook daaraan bewust te zijn.
■
De tentoonstelling ‘Les Fleurs du Mal’ loopt van 12 juni tot 15 augustus in het Rijksmuseum Vincent van Gogh