Mystificatie en moordlust
Drie thrillerpogingen
Sneeuwwitje en de leeuwerik van vlaanderen Door Conny Couperus Uitgever: De Arbeiderspers, 208 p., f 17,50
Moordlust Door Paul Binnerts Uitgever: De Arbeiderspers, 208 p., f 28,50
Bergers Scenario Door J.N. Meijsing Uitgever: Sijthoff, 190 p., f 22,50
Gezichtsbedrog Door Bert Jansen Uitgever: Bert Bakker, 112 p., f 17,90
R. Ferdinandusse
‘Zoals geen erudiet zich ooit de naam herinneren zou van de miniaturenschilder Oderisi uit het stadje Agubbio in het hertogdom Urbino, als de met recht gelauwerde Dante hem niet geciteerd en gesitueerd had in zijn Divina Commedia, zo zouden vele stervelingen anoniem dit bestaan hebben verlaten ware hun identiteit niet opgetekend in de mythe die Babette omgaf...’ Deze Babette, op zo'n erudiete, geheel onzinnige wijze geïntroduceerd, zien wij slechts enkele alinea's verder ongenadig spelen met de inhoud van de gulp van de chauffeur die haar naar de pisbakken langs de snelweg Brussel-Oostende voerde. Even later snijdt zij met een vlijmscherp mes een perfecte cirkel van twintig centimeter in de buik van de chauffeur en kiept de darminhoud in de wc-pot. Babette kortom paart het moorden aan het paren, in het geval van Napels zien en dan sterven is zij Napels geworden.
Conny Couperus
Babette is een schepping van Conny Couperus en treedt op in het boek Sneeuwwitje en de leeuwerik van Vlaanderen, een thriller. Dat laatste klopt al niet. Het is waar dat er flink gemoord wordt, borsten afgesneden, tanden ingetrapt, maar van een coherent en spannend verhaal is geen sprake. Het zijn scènes achter elkaar, van een Vlaming die zijn klassieken kent, althans weet waar hij ze moet opzoeken, en die perfect met taal kan spelen, met een voorkeur voor het sadistische en extreme. Sneeuwwitje is geen parodie maar een fascinatie.
Toch roept zo'n boek vragen op. Waarom geeft een uitgever zoiets uit, terwijl hij beter zijn geld kan besteden om een echte, goede thriller van een onbekende auteur een kans te geven. Want een lezer die dit boek koopt omdat er ‘thriller’ op staat voelt zich belazerd. Ik kan me ook niet herinneren dat de laatste twintig jaar zo'n soort boek, duidelijk onder pseudoniem, vol met sleutelsituaties, en niet spannend, zakelijk ooit een succes is geweest. Het zijn altijd grappen die net uit de kosten komen, en de enigen die er plezier aan beleven zijn journalisten die willen uitzoeken wie zich achter het pseudoniem verbergt, en zelfs dat is meestal geen verrassing. In de NRC van 10 mei schreef René Appel absoluut zeker te zijn dat Conny Couperus Heere Heeresma was. Dat is echter onwaarschijnlijk omdat de directeur van De Arbeiderspers, waar Conny verscheen, al eens heeft laten weten dat hij Heeresma's werk nóóit zal aanraken: ‘Waar diens hoef heeft getreden groeit geen gras meer.’ En het is nog onwaarschijnlijker omdat Heeresma best geld wil verdienen en wat heeft hij aan een thriller die niet herkend wordt als de zijne, en het hebben moet van de sensatie dat het wel eens een Heeresma zou kunnen zijn?
Bovendien is dit sneeuwwitje een door en door Vlaams boek, met een taalgebruik dat af en toe duidelijk aan Claus doet denken, en in ieder geval door hem beïnvloed is. De auteur Conny Couperus dient bovendien gezocht te worden in de kring van spraakmakende Vlaamse journalisten, want we komen die allemaal tegen, soms heel flauw met één letter verschil (Frans Hoenders), of met twee letters verschil (Luc Apemond) of met andere voornamen (E.H. Armand Piryns, Jules de Coninck).
Als ik mag raden wie Conny Couperus is dan raad ik: (BRT-producer) Freddy de Vree. Niet alleen staat hij dicht bij Claus, maar hij is ook een liefhebber van pseudoniemen. Als Marie-Claire de Jonghe schreef hij in 1969 een opzienbarende (vanwege de erotiek) gedichtenbundel, Jaja geheten, die bij De Bezige Bij verscheen (later gevolgd door de bundel De lemen liefde) en al in 1966 publiceerde hij, onder de naam Jan Vlaming, en opgedragen aan Jan Cremer, de parodistische thriller James Klont, waarin ook borsten worden afgesneden en onderbuiken opengespietst en Babette-achtige vrouwen optreden, al dan niet met urinegeur. De Vree is een liefhebber van de mystificatie om de mystificatie, en dus de aangewezen Conny Couperus. Maar dat maakt 't nog geen thriller.