Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
De sprinkhaanZiehier de fijne sprinkhaan dan,
Het enig voedsel voor Sintjan.
Ach dat mijn verzen als zij waren,
Onthaal voor de uitgelezen schare.
| |
De rupsDoor arbeid worden mensen rijk,
Dus, arme dichters, aan de slag.
Al werkend kreeg de rups gelijk,
Hij komt als vlinder voor de dag.
| |
Het konijnIk ken een heel ander lapijn,
Dat ik levend zou willen nemen,
Haar fokplaats is tussen de thym
Gelegen van tedere beemden.
| |
De katBij mij over de vloer wil ik:
Een vrouw, gewoon en redelijk,
Een kat die dwaalt tussen de boeken,
En vrienden voor elk ogenblik,
Daarbuiten wil ik het niet zoeken.
| |
De duifDuif, liefde en heilige geest,
Die Jezus’ vader bent geweest,
Als u houd ik van een Marie.
’k Word vrolijk als ik haar maar zie.
Voorpublikatie uit Het dierenboek of Stoet van Orpheus, epigrammen van Guillaume Apollinaire met tekeningen van Dirk Wiarda. | |
De pauwDie vogel, als hij pronkt: zijn tooi
Die meestal door de aarde veegt,
Wordt dan wel heel ontzaggelijk mooi,
Waarbij hij je zijn gat toesteekt.
| |
Het rundHij zingt de lof, die cherubijn,
Van het paradijs waar wij eens zijn.
Dichtbij de Engelen, mijn vrind,
Als onze Lieve Heer ’t goed vindt.
| |
Het paardBereden word je door mijn streng formele dromen,
Jou zal mijn lot, koetsier op gouden wagen, tomen,
De teugels die het grijpt, gespannen als een snaar,
Zijn van de poëzie het zuiverst exemplaar.
|
|