Zonder golven geen golf
Observaties van Italo Calvino
Palomar door Italo Calvino Vertaling: Henny Vlot Uitgever: Bert Bakker 116 p., f 24,50
Cok van der Voort
Italo Calvino
Palomar, het nieuwste boek van Italo Calvino, dat binnenkort verschijnt in een goede Nederlandse vertaling van Henny Vlot, wordt door de auteur zelf in een kort nawoord gepresenteerd als een verzameling teksten, behorend tot drie verschillende ‘thematische velden’: beschrijving, verhaal en meditatie. In de beschrijvende teksten (of tekstgedeelten) staat de visuele observatie centraal, de als ‘verhaal’ aangemerkte stukjes zijn meer verbaal georiënteerd, terwijl in het meditatieve proza elementen als de kosmos, de tijd, het oneindige, onderwerp zijn van mentale bespiegelingen. Zoals te verwachten valt bij Calvino vormen deze korte teksten, door hun geometrische ordening, een zeer hecht geconstrueerd geheel: zevenentwintig stukjes, onderverdeeld in drie series, die ieder op zich weer bestaan uit driemaal drie teksten. Bovendien treedt in al deze teksten steeds hetzelfde personage op, Palomar, een enigszins zonderlinge figuur, wiens ervaringen zich achtereenvolgens afspelen op de drie genoemde velden: in de eerste serie, De vakantie van Palomar, wordt de natuur aandachtig geobserveerd, in de tweede serie, Palomar in de stad, tracht het personage de geobserveerde dingen te ordenen, te benoemen en van een betekenis te voorzien, en in de derde serie, De stilten van Palomar, worden de woorden verdrongen door gedachten.
Het kernthema van het geheel is eigenlijk de spanning tussen deze velden, die niet alleen het boek als zodanig beheerst, maar ook voelbaar is in ieder afzonderlijk stukje. Het conflict tussen subjectieve indrukken en objectieve kennis, tussen visuele observatie en concrete details en intellectuele behoefte aan abstractie - een conflict dat een belangrijke rol speelt in het hele werk van Calvino - wordt hier op de spits gedreven en heel expliciet als ‘programma’ aangediend. Het is niet meer zo dat het personage op een bepaald moment geconfronteerd wordt met dit conflict. Palomar is dit conflict, van het begin tot het eind, want een oplossing wordt niet geboden.
Aanvankelijk lijkt Palomar, die door de verteller ‘meneer Palomar’ wordt genoemd, een soort tegenvoeter van monsieur Teste van Valéry. Terwijl deze laatste de verpersoonlijking is van de intellectueel die het hele universum onderwerpt aan de abstracte rede, draagt meneer Palomar de naam van de beroemdste en sterkste telescoop ter wereld, die in 1947 werd geïnstalleerd op de berg Palomar in Zuid-Californië. En deze naam is veelbetekenend, omdat meneer Palomar zich uit intellectuele frustratie heel nadrukkelijk opstelt als koele, neutrale observator: ‘Na een reeks intellectuele teleurstellingen die niet de moeite waard zijn om over te praten, heeft meneer Palomar besloten dat hij zich hoofdzakelijk zal bezighouden met het kijken naar de dingen van buitenaf,’ zegt de verteller in De wereld kijkt naar de wereld. Een houding die we ook elders in het boek terugvinden. Als Palomar bijvoorbeeld beseft dat er eigenlijk geen enkele wetenschappelijke verklaring bestaat voor de trek van spreeuwen besluit hij ‘nog slechts te kijken en dat beetje dat hij kan zien te bestuderen tot in de kleinste details’. En zo zien we hoe het personage in het eerste verhaal van het boek al zijn aandacht concentreert op één enkele golf: ‘Hij is niet in gedachten verzonken, want hij weet goed wat hij doet: hij wil naar een golf kijken en kijkt ernaar... naar één enkele golf en niet meer.’ Maar onmiddellijk bevindt hij zich in een conflictsituatie, want het blijkt onmogelijk één golf te isoleren van de andere golven; en ofschoon enerzijds de wetenschappelijke, objectieve kennis van de golven haar uitgangspunt moet vinden in de gedetailleer-
[vervolg op pagina 12]