[Nummer 14 - 6 april 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
Dat vorige week bij Agathon (een dochter-onderneming van het Unieboek-concern) de Nederlandse vertaling van het veelgeprezen The unbearable lightness of being is niet geheel volgens wens van Milan Kundera, de auteur van het boek. Kundera zag liever dat uitgeverij Ambo zich over het boek zou ontfermen, maar contractueel zit hij nu eenmaal aan Agathon vast. Volgens dat contract had het boek al een paar maanden geleden verschenen zullen zijn. Nu de uitgever deze afspraak niet is nagekomen, vroeg de in Frankrijk wonende Tsjechische schrijver zijn manuscript bij Agathon terug, zodat het alsnog binnenkort bij Ambo zou kunnen verschijnen. Waarom wilde Kundera dat zo graag? Ambodirecteur Ivo Gay, voorheen directeur van Unieboek, verschaft opheldering. ‘Ik ken,’ zegt Gay, ‘Kundera al een jaar of vijf erg goed; we zijn vrienden. Toen ik besloot om naar Ambo over te stappen wilde Kundera dat ik hem zou blijven uitgeven. Dat ging niet, hij staat bij Agathon onder contract voor zijn hele oeuvre. Toch wilde hij daar weg en dat kon maar op één manier: als Agathon niet binnen de afgesproken termijn zijn boek publiceert, heeft Kundera juridisch het recht op te stappen. Dan zou het boek bij Ambo kunnen verschijnen. Maar ik wil daar geen toestanden over hebben, daarom ben ik met Unieboek over een galantere oplossing gaan praten. Er is nu een compromis bedacht. We hebben afgesproken dat de eerste druk van het boek bij Agathon verschijnt, maar bij een volgende uitgave wordt vermeld dat het een gezamenlijke imprint van Agathon en Ambo is. Alle tot dusver in ons land verschenen boeken van Kundera gaan Agathon en Ambo samen opnieuw uitgeven. Agathon doet de produktiekant, wij de distributie en de promotie. Kundera blijft dus met mij te maken hebben. Bovendien zullen zijn toekomstige werken voortaan bij Ambo
verschijnen.’
De redactiesecretaresse van uitgeverij De Arbeiderspers heeft er een mapje voor aangelegd: uit Frankrijk druppelen de bestellingen binnen voor het erotische prentenboek De aanstoot van Peter van Straaten. De belangstelling van de Fransen voor de uitgave werd gewekt door twee publikaties over de kunstenaar en zijn werk in het dagblad Liberation. Arbeiderspers-directeur Theo Sontrop reisde vorige week wegens zakelijke besognes af naar Parijs en torste een aantal exemplaren van De aanstoot in zijn koffer: wellicht gaan enige toonaangevende winkels in Parijs en omstreken het boek verkopen. De tekeningen zijn ook voor wie de Nederlandse taal niet machtig is volkomen te begrijpen. Uitgever Rob van Gennep, bij wie dezer dagen van Peter van Straaten 't Is niks gedaan verscheen, betwijfelt of er voor de bij de concurrent ondergebrachte bundel werkelijk internationale belangstelling zal blijken te bestaan. ‘We hebben destijds verschillende van zijn tekenboeken in het Engels laten vertalen in de hoop dat we er buitenlandse uitgeverijen voor zouden kunnen interesseren. Dat is toen niet gelukt,’ herinnert Van Gennep zich. ‘De humor van Van Straaten komt niet over in het buitenland, it doesn 't travel. Misschien dat dit bij De aanstoot anders ligt, daar staan geen woorden bij. Ik zou het jammer vinden als Peter alleen op grond van dat boek bekendheid krijgt in het buitenland. Het is niet representatief voor wat hij kan.’
Regelmatig ondernemen Vlaamse schoolklassen per autobus een culturele excursie naar Amsterdam, waar vanzelfsprekend een bezoek aan het Vlaams-culturele centrum De Brakke Grond op het programma staat. De eveneens in de hoofdstad gevestigde stichting Schrijvers School Samenleving zorgt in zo'n geval desgevraagd voor een confrontatie met een welbespraakte auteur. ‘Meestal gaat dat goed, maar wat ik vorige week meemaakte was van de gekke,’ zegt Margreet Ruardi van de stichting. ‘Een school uit Gent wilde met alle geweld dat wij een ontmoeting voor hun leerlingen zouden arrangeren met Walter van den Broeck, die bij Antwerpen woont. Belgen die naar Amsterdam reizen om daar een Belg te ontmoeten die daarvoor speciaal moet overkomen, dat kan niet, vond ik. Bovendien subsidiëren wij geen lezingen van Vlaamse schrijvers.’ Na langdurig mokken legde de schoolleiding er zich ten slotte bij neer dat de leerlingen een vlammend optreden van Edgar Cairo kregen voorgeschoteld.
De Frankfurter Buchmesse - de belangrijkste internationale uitgeversbeurs die zich jaarlijks vijf dagen in oktober voltrekt - heeft het plattegrondje met toe te wijzen stands klaar. De Nederlandse deelnemers verhuizen van de eerste etage - waar zij vorig jaar stonden - naar de begane grond, waar zij de expositieruimte moeten delen met collega's uit Oostbloklanden, latijns-Amerika, Japan, China, Zwitserland, Griekenland, Saoedi-Arabië, Korea, Israël, Egypte en diverse derde-wereldlanden. De Nederlandse uitgevers zijn woedend. Bijeen in een ‘spoedberaad’ besloot men ‘onder protest’ voor deelname aan de beurs in te tekenen, ‘onder de voorwaarde dat voor 1986 een andere indeling wordt gemaakt.’ Kluwer-chef Niek Meurs reisde persoonlijk naar Frankfurt om te bewerkstelligen dat er alsnog een andere rangschikking van de exposanten zou komen. Onverricht ter zake keerde hij huiswaarts: er is niets meer aan te doen. Meurs vertolkt de verontrusting: ‘De landen waar de Nederlandse uitgevers straks tussen komen te staan zijn prima als vakantiebestemming, maar zakelijk hebben we er niet veel mee van doen. We zijn erg georiënteerd op de Verenigde Staten, Engeland, in mindere mate Italië en Scandinavië. Nu zitten we helemaal uit de koers. Vorig jaar klaagden de Spaanse en Italiaanse uitgevers dat ze op de begane grond waren ondergebracht, met als gevolg dat ze een betere plaats kregen. Nu worden wij op die slechte plek neergezet. Ik begrijp best dat het voor de organisatoren een heel gepuzzel is, maar wij nemen hier geen genoegen mee.’
‘De Engelbewaarder moet zijn literaire functie weer terugkrijgen,’ vindt Bas Arnold. Samen met René Krul heropent hij deze week de boekhandel in het meer dan een jaar leegstaande souterrain onder het bekende literaire café in Amsterdam. Zondagmiddag 7 april wordt om vier uur de traditionele boekenveiling in ere hersteld. Binnen enkele weken hoopt het ondernemende duo zich tevens als uitgeverij te manifesteren onder de naam Bembo. Titels van te verwachten reprints kunnen om ‘concurrentietechnische redenen’ nog niet worden vrijgegeven.
De Ierse tekenaar Tomi Ungerer werd in 1971 onderscheiden met een Zilveren Griffel voor zijn bij Bruna verschenen kinderboek Zeralda en Zereuse. Zijn meer recente werk wordt veertien jaar later zelfs voor volwassenen te schokkend gevonden: op last van het gemeentebestuur van Londen werden vijftien tekeningen verwijderd uit een expositie van vijfhonderd van zijn werken in de Royal Festival Hall. De ingreep volgde op het protest van demonstrerende vrouwen die de ‘seksistische en pornografische strekking’ van de afbeeldingen weinig waardeerden. Ungerer voelt zich ‘beledigd’ door de censuur op zijn prenten. ‘De tekeningen zijn erotisch, maar niet pornografisch,’ reageert hij. ‘Ik laat slechts de omstandigheden zien waaronder vrouwen moeten leven.’ Vorig jaar publiceerde Ungerer bij Souvenir Press het prentenboek The joy of frogs, met afbeeldingen van louter copulerende kikkers. Om te voorkomen dat nietsvermoedende grootouders met de uitgave een jarig kleinkind zouden verrassen, wilde de winkelketen W.H. Smith het kikkerboek slechts verkopen als het was verpakt in een buikbandje waarop de waarschuwing adults only.