Angstige discretie
Lady Mary Brandons ongelooflijke geheimen
The Brandon Papers Verzameld en uitgegeven door Maurice Evans Voorwoord Quentin Bell Uitgever: Chatto & Windus, 214 p., f 45,55
Carel Peeters
De naam van Quentin Bell, de biograaf van Virginia Woolf, zal men niet verbonden zien aan iets onbenulligs. Wanneer hij zijn naam aan iets hecht, kan men er zeker van zijn met iets interessants van doen te hebben. Vandaar dat ik benieuwd was naar The Brandon Papers, een pakket van door Bell geredigeerde papieren aan hem geschonken door de nicht van de oorspronkelijke eigenaar, Maurice Evans, na diens overlijden. De papieren behelzen het verslag van een onderzoek op eigen houtje naar de mysterieuze achtergronden van een door Evans in het jaar 1942 per ongeluk afgeluisterd telefoontje over de dood van Lady Mary Brandon, een in Engeland vermaarde filantrope, stichtster van het Brandonian Institute voor preventieve geneeskunde, een suffragette van het eerste uur en gedurende vijftig jaar een alom gewaardeerde lady, over wie na haar dood een ietwat hagiografisch, maar niet in alle opzichten onjuist boek verscheen: The Rewards of Maternity door Elise P. Dawson. Quentin Bell, die zijn redigerende aandeel beperkt tot een inleiding en het aanbrengen van hoofdstuktitels, zegt dat Dawsons biografie enigszins herschreven zal moeten worden na de publikatie van deze papieren. Dit mag een understatement heten. De door Evans bij elkaar gebrachte feiten en achtergronden (die hij presenteert in de chronologie waarin hij ze zelf ontdekte, zodat zijn verbazing gelijke tred houdt met die van de lezer) vormen samen wat men in Engeland een incredible story noemt, een verbijsterende reeks onthullingen waardoor men meegesleept wordt omdat de ene onthulling de ander voorbereidt, tot men aan de laatste pagina gekomen is en glazig voor zich uit gaat kijken, er niet op vertrouwend of de werkelijkheid wel de werkelijkheid is. Wie het boek leest behoort minstens een dag niet tot de aanspreekbaren - dit is een waarschuwing.
Omdat Evans de zaken opdient zoals hij ze zelf ontdekte, is het voor iemand die iets over het boek wil vertellen niet eenvoudig om te weten waar hij moet beginnen, de verbijstering heeft immers een geheel eigen logica. De feiten zijn deze: Lady Mary Brandon werd als Mary Porthow geboren in 1870 als dochter van Sir Amos Porthow en Lavinia Brandon. De moeder overleed in het kraambed. Sir Amos nam zich een andere vrouw, die zich met een Fransman in Menton misdroeg. Hij verbande haar en zijn dochter naar een onherbergzaam oord in Canada, Creek Castle in Labrador. Jaren later, Mary is dan ongeveer zeventien jaar, wil Sir Amos zijn dochter in zijn buurt opgevoed zien, vooral omdat zij de erfgename zal zijn van zijn immense fortuin. De bedoeling is dat zij een echte lady of fashion wordt, overeenkomstig haar plaats in de Engelse samenleving. Zijn pogingen haar naar Engeland te krijgen mislukken, want zijn vrouw, Mary's stiefmoeder, is weigerachtig. Zijn advocaat stuurt bemiddelaars die aan de poort van het sinistere kasteel worden afgescheept; ze krijgen Mary niet eens te zien. Sir Amos stuurt dan zijn neefje Henry Brandon, die toch beter een tijdje het land kan verlaten nu hij door de politie is opgebracht bij een inval in een twijfelachtige besloten club. Henry wordt wel toegelaten en blijft enige tijd om een goede sfeer te scheppen. Maar inmiddels overlijdt Sir Amos en zijn zaakwaarnemer ontvangt een lange brief van Mary waarin zij hem op de hoogte stelt van noodlottige gebeurtenissen: haar moeder, Henry en een aantal bedienden zijn verdronken tijdens een vistocht op het meer bij Creek Castle. Zij en Thérèse, het meisje dat als haar persoonlijke gezelschapsdame dienst doet, waren thuis gebleven. Deze twee worden naar vrienden in Boston gedirigeerd als tussenstation voor Engeland. Daar voegt zich bij Mary een door Sir Amos' zaakwaarnemer aangestelde dame die tot taak heeft de geheel verwilderde Mary tot een dame te kneden. Deze
Lady Alcester, toen nog Cecily Gordon, heeft haar memoires geschreven; ze is het model van een Engelse lady die zich verbaast over Mary's gebrek aan manieren en de familiariteit van Thérèse.
Voordat Mary in Engeland aan de familie, die haar dus nooit gezien heeft, getoond kan worden als een waardig erfgename van een fortuin, begeeft het gezelschap zich naar Rome, Wenen en Parijs. Daar gebeurt iets eigenaardigs in de ogen van Cecily Gordon: Mary wordt ziek en wil geen dokter. Pas als bij toeval haar neef Sir William in Parijs is (een dokter) stemt zij toe door hem onderzocht te worden. In Engeland voelt Mary zich al snel thuis en is meteen een begeerde partij. Nog voor ze de leeftijd van volwassenheid heeft bereikt (waarna ze pas over haar fortuin kan beschikken) trouwt ze met een neef, Sir Charles Brandon, een fluim
vervolg op pagina 16