[Nummer 9 - 2 maart 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
Bij de Newyorkse uitgeverij Knopf verschijnt een dezer dagen een verhalenbundel, waarvan het omslag een meer dan oppervlakkige gelijkenis vertoont met dat van een gedichtenbundel die in 1983 bij De Harmonie uitkwam. Al dan niet toevallig werd exact hetzelfde fragment gebruikt van het schilderij De verzoeking van Sint-Antonius - een omvangrijk doek van Jeroen Bosch dat te bezichtigen valt in het Museu Nacional de Arte Antiga te Lissabon. Marcel Koopman koos de surrealistische afbeelding voor het omslag van zijn bundel Drijfveren. Bijna twee jaar later wordt het zelfde deel van de schildering van Bosch gebruikt voor de cover van Mr. and mrs. Baby and other stories, een verhalenbundel van Mark Strand, die tot dusver slechts als dichter van zich deed spreken. Zodra de Amerikaanse uitgave hier verkrijgbaar is kan de lezer vergelijkenderwijs vaststellen bij welk boek De verzoeking van Sint-Antonius het beste past: bij de rijmende poëzie van Koopman of de ‘fourteen witty, erotic, inventive stories’ van Strand.
Uitgeverij Omega Boek adverteert met Alles over geld van Rienk H. Kamer: ‘Met ongekende duidelijkheid en scherpzinnigheid wordt de wereld van het beleggen en speculeren ontleed. Honderden tips en waarschuwingen betreffende uw geld.’ Prijs van de paperback is volgens de advertentie f 84,50, maar dat moet een zetfout zijn want gebonden kost het vijfhonderdtwintig pagina's tellende standaardwerk slechts f 39,50. De Paperback blijkt f 34,50 te kosten. A lies over geld verscheen in 1979, toen Kamer nog niet in opspraak was geraakt. De schrijver waarschuwt in zijn boek speciaal tegen oplichters die voor veel geld land te koop aanbieden dat achteraf geen enkel voordeel, doch slechts verliezen oplevert. ‘Er zijn inmiddels vijftigduizend exemplaren van dat boek verkocht,’ zegt Ans Smeltink van Omega boek. ‘Vreemd genoeg heeft de verkoop van dat bock geen enkele schade ondervonden van het feit dat Kamer werd opgepakt. Integendeel, heel veel mensen werden nieuwsgierig naar die man.’ Ten behoeve van een volgende druk wordt de inhoud van A lies over geld geheel herzien. De waarschuwing tegen malafide landverkopers blijft waarschijnlijk gehandhaafd. ‘De veranderingen betreffen vooral feitelijkheden: cijfers die niet meer kloppen en dergelijke,’ verduidelijkt Ans Smeltink.
Van de Surinaamse dichter Rabin Gangadin verscheen in 1982 bij De Arbeiderspers Een zeldzame kamer, onlangs gevolgd door de bundel Tussen letters en geest. Zijn prozadebuut De taal van het uiterlijk verschijnt komend najaar echter niet bij De Arbeiderspers maar bij In de Knipscheer. Volgens de auteur komt dit doordat zijn oorspronkelijke uitgever het manuscript weigerde vanwege ‘bepaalde passages’ die als ‘beledigend voor blanken’ werden opgevat. ‘Sontrop, directeur van De Arbeiderspers, noemde het horrible,’ zegt Gangadin, ‘Ik denk dat het feit dat een Surinamer iets tegen Nederlanders heeft geschreven hem behoorlijk gechoqueerd heeft. Sommige passages uit het boek werden eerder gepubliceerd in Maatstaf en Avenue, maar dat waren stukken waarin Surinamers een belachelijk figuur slaan. Dat vond iedereen prachtig, maar kennelijk ligt het anders als ik iets schrijf waarin Nederlanders er van langs krijgen.’ Theo Sontrop geeft een andere verklaring voor de afwijzing van het manuscript. ‘Gangadin is een ongelooflijke leugenbrok,’ zegt de uitgever. ‘Hij schrijft mij opmerkingen toe die ik nooit heb gemaakt. Zijn poëzie is hier indertijd geïntroduceerd door een van onze fondsauteurs. Ik was er niet enthousiast over, maar desondanks hebben we besloten een bundeltje van hem uit te brengen. Die eerste bundel was nog niet verschenen of de tweede lag hier al. Ik denk dat hij thuis een Tibetaanse gebedsmolen heeft staan waar poëzie uitrolt als hij er aan draait. Toen kwam zijn roman binnen. Die heeft hier enige tijd gelegen. Ik heb het bekeken, te lezen was het niet want er stond niet één regel op zijn plaats. Vervolgens kreeg ik een brief van Gangadin die merkwaardig hoog van toon
was. Het duurde hem allemaal te lang. Ik heb hem geantwoord dat ik niet dagelijks zulke brieven krijg en dat ik niet geloofde dat dit nu de relatie tussen auteur en uitgever is die ik persoonlijk nastreef. Zijn volgende werk kon hij maar beter ergens anders aanbieden.’ Volgens Gangadin zal zijn poëzie voortaan door Querido worden uitgegeven, maar daar is Querido-redacteur Jan Kuijper niets van bekend: ‘Hij heeft ons zijn bundel Striptease zonder muziek aangeboden, maar over de uitgave daarvan is nog niets beslist. Ik ben tot dusver de enige hier die het gelezen heeft.’
Het faillissement van een uitgeverij leidt meestal tot een stortvloed van sterk afgeprijsd drukwerk op de boekenmarkt, maar de per 8 januari van dit jaar onder curatele gestelde uitgeverij Ordeman heeft zich aan dit lot kunnen onttrekken. De kleine, linkse firma - bekend van onder meer de jaarlijkse Te Agenda voor scholieren - had van circa zeventig titels enige tienduizenden onverkochte exemplaren in de magazijnen liggen op het moment dat de schuldeisers niet betaald konden worden. Na het faillissement meldde zich een ijlings door vrienden en sympatisanten van het bedrijfje opgerichte Stichting Ordeman Distributie bij de curator om de boedel over te nemen. ‘Het gaat om vier à vijf ton oud papier. De oudpapierprijs op dit moment is vijftien cent per kilo, maar daar gaan dan nog de kosten voor het transport vanaf,’ zegt Piet Ordeman. ‘Het was voor de curator voordeliger om de boekenvoorraad aan de stichting van de hand te doen.’ Dankzij deze manoeuvre blijft het Ordeman-fonds gewoon leverbaar in de winkels. Wellicht besluit de stichting een aantal titels te verramsjen, maar dat lot zal zeker niet de verhalenbundel Amins wedding-cake van Theo Ruyter of de roman Leraars Pedersens verslag van de invloedrijke politieke beweging die een bezoeking voor ons land is geweest van de Noorse schrijver Dag Solesad treffen. Het verschijnen van de SoUdariteitsagenda - sinds 1978 een gezamenlijke uitgave van Oxfam in België en Ordeman - is ‘veilig gesteld’.
Er zijn weinig poëziedebuten die bij verschijnen zoveel opzien baarden als de bundel Voor wie ik liefheb wil ik heten van Neeltje Maria Min. De eerste zevenduizend exemplaren waren in september 1964 onmiddellijk uitverkocht. Uitgeverij Bert Bakker/Daamen in Den Haag liet binnen een maand twee herdrukken van ieder vijfduizend exemplaren maken, in november en januari opnieuw door oplagen van deze omvang gevolgd. Van de bundel gaan er nog steeds zo'n tweeduizend stuks per jaar over de toonbank; de totale verkoop zal inmiddels tot rond de vijfenzestigduizend exemplaren zijn gestegen. Van de dichteres zelf werd na haar debuut weinig meer vernomen. De aanhoudende pogingen van haar uitgever haar weer tot schrijven te bewegen bleven zonder resultaat. Vier jaar geleden verklaarde Neeltje Maria Min in een interview spijt van haar debuut te hebben: die gedichten hadden nooit mogen worden uitgegeven. Kribbig zei ze over de aandrang die van diverse kanten op haar werd uitgeoefend: ‘Uitgevers die aan je trekken, noem je dat stimuleren? Dat zou eerder verlammend werken.’ Hoewel de buitenwereld tussentijds door middel van slechts één gedicht in De Revisor enig levensteken vernam, sleet de dichteres haar uren niet in ledigheid. Het lange wachten van uitgeverij Bert Bakker werd op vrijdag 1 februari jongstleden beloond. Met negenentwintig nieuwe gedichten van Neeltje Maria Min in zijn koffertje keerde hoofdredacteur Mai Spijkers huiswaarts van een bezoek aan de in Bergen woonachtige poëte. Haar bundel Een vrouw bezoeken zal mogelijk in september verschijnen. Het kan ook later worden: in dat geval zal de dichteres de negen pagina's tellende cyclus waaraan de publikatie haar naam ontleent nog wat uitbreiden.
Aangemoedigd door het verkoopsucces van A Lamb to Slaughter van Dirk Ayelt Kooiman (een vertaling van diens vertelling Montyn) brengt Souvenir Press in Londen dit voorjaar de Engelse versie van een andere Nederlandse best-seller: De moeder van David S. van Yvonne Keuls. Het contract werd onlangs getekend. Ook het Duitse Rowohlt Verlag heeft interesse voor het boek. Vaststaat dat dit jaar een Bondsrepublikeinse uitvoering van Jan Rap en zijn maat, het later voor toneel bewerkte begin van de reeks sociaal bewogen romans van Keuls, zal verschijnen bij Kurt Desch Verlag.