Slauerhoff
vervolg van pagina 4
reis naar Spanje en heeft geld willen lenen van onze oudste broer. Die weigerde dat. Jan en ik waren niet erg gesteld op die broer.
Hij wilde niet meer eten en deed ondertussen rare dingen. Toen hij al doodziek was, ging hij met vrienden loeren in een open autootje. Roland Holst heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat hij in dat Hilversumse rusthuis terecht kwam. Ik bezit zijn laatste brief die over zijn verjaardag (15 september) gaat: “Moeder en jij moeten maar niet komen want ik ben niet zo erg lekker. Ik heb last van mijn keel en koorts.” Het laatste gesprek met Jan was eigenlijk heel gewoon. Een paar dagen later overleed hij heel zacht.
Hij wilde gecremeerd worden. Een zeemansgraf was toen niet mogelijk. Voor mijn moeder vond ik het prettiger dat hij ergens een urn zou hebben, ik dacht ook: misschien wordt hij nog wel eens beroemd en dan kunnen ze hem vinden. We hebben gezorgd voor een buitenurn. Het was een plekje waar je door de duinen heen naar zee kon kijken. Nu is het dichtgegroeid. Ondanks alles ben ik blij dat hij de Tweede Wereldoorlog niet heeft hoeven meemaken. Ik fietste in mei 1940 naar de urn van mijn man en Jan en toen dacht ik: godzijdank hoeven ze dit niet mee te maken. Jan was anti-Duits. Hij was zeer pro-Frans maar anti-Engels. Zijn politiek benul? Hij had vaag communistische ideeën. Onze hele familie was nogal apolitiek.’
Denkt u dagelijks aan uw broer?
‘Vaak maar niet meer zo vaak als vroeger. Ik lees zo vaak over hem in de krant. Dan zeggen mensen: “Bent u zijn zuster?” maar ik ben zelf niets bijzonders. Ik blijf altijd aan hem denken als mijn broertje. Hij is voor mij geen dokter geweest, geen dichter maar mijn speelgenoot. Een jongen waarmee ik vocht. Hij ging met mij om, niet zoveel met onze vader. Mijn vader en Jan begrepen elkaar niet. Mijn vader was al overleden toen Jan stierf. Mijn moeder was heel gereserveerd over Jans dood. Toen mijn vader stierf merkte ik helemaal niets aan mijn moeder. Moeder is niet mee geweest naar de crematie van Jan. Ik denk dat ze niet tegen de emoties kon. Jan is van Hilversum met de lijkwagen naar het huis van moeder in Heemstede gebracht. Daarvandaan zijn we naar Driehuis-Westerveld gereden; zonder moeder. Ik vond het ontzettend. Het was heel erg.’
Wat vindt u het mooiste gedicht van uw broer?
‘Het einde.’
Ze leest voor:
Naar 't verre, vaste, bruine land...
Nu weet ik: nergens vind ik vree.
Op aarde niet en niet op zee,
Pas aan de laatste smalle ree
Van hout en zand.
■