Krengig en jaloers
Wat herkende Lavinia Harcourt eigenlijk in Megan, dat ze haar vriendschap opeiste, op staande voet? Lavinia, een vat vol van de gebruikelijke Amerikaanse enthousiasmen en vooroordelen, racisme, antisemitisme et cetera, zou een vlot antwoord hebben gegeven op de vraag. Megan is immers ‘een van de meest briljante mensen die ze ooit heeft ontmoet’! Pas later zal Megan een diepere reden ontdekken: Lavinia heeft maar twee soorten vriendinnen, het ‘niet-erg-aantrekkelijke, enigszins moederlijke meisje’, waarvan Peg het volmaakte voorbeeld was, en de vriendin die knap, aantrekkelijk en schrander was, maar vooral ook ‘sexy, wild’. Dat wilde heeft ze min of meer instinctief in Megan aangevoeld, voordat Megan zichzelf van haar wildheid bewust was.
De titel van de roman is natuurlijk grotendeels ironisch, maar de ironie dringt zich niet op. De enige erkende ‘superieure’ vrouw gaat aan haar superioriteit te gronde. Lavinia gaat een huwelijk aan met iemand die Potter Cobb heet en verder aan alle eisen van haar stand voldoet. Zijn voornaamste verdienste is dat hij zich gemakkelijk laat bedriegen door de kille Lavinia, die aan haar affaires evenmin het ware geluk ontleent aLs aan haar echtgenoot. Lavinia is op haar drieëntwintigste al min of meer volleerd als teleurgestelde vrouw, krengig, jaloers op alles en iedereen en vooral op degenen die het leven met een zeker gemak aanvaarden. Ze heeft verstand van zaken, maar haar inzicht in mensen is gering. Hoe onthutst zou ze geweest zijn wanneer ze had geweten van Megans sexyness, de natuurlijkheid waarmee de romantische Megan zich min of meer aanbiedt aan de Neger (sic!), jazztrombonist Jackson Clay!
Alice Adams
Voor deze Jackson Clay is Megan werkelijk de superieure vrouw die in een superieure style zou moeten leven in plaats van in het flatje waarnaar haar baantje van vijfenveertig dollar in de maand, bij een uitgever, haar heeft verbannen. Voor Megan is Clay ‘een van de aardigste mannen die ze ooit heeft gekend, zo niet de aardigste’. Haar verhouding tot hem blijft ‘mysterieus’. Dat ‘mysterieus’ is Megans woord, of dat van Alice Adams, of, waarschijnlijk, van allebei. ‘Geen van de gangbare opvattingen ten aanzien van "verliefd” zijn helemaal van toepassing, hoewel Megan en Jackson op hun eigen manier van elkaar houden,’ lezen we, wat vaag en in overeenstemming met de menselijke drang om woorden te zoeken voor wat niet eerder is benoemd. Megan vermoedt dat Clay omgang heeft met andere vrouwen, want ‘hij is bijzonder knap, sexy, aantrekkelijk, en hij gaat veel op tournee...’ Ze hebben geen jaloezie nodig als bewijs van eikaars genegenheid voor elkaar. En Megan vertelt Clay niet van haar trouw aan hem, een trouw waarom hij haar niet heeft gevraagd. In het uitbeelden van deze relatie is Alice Adams een knap en overtuigend schrijfster. Megan, die geen absolute eisen stelt, staat al vroeg in de roman beschreven als iemand die in staat is om zich op het moment zelf gelukkig te voelen in plaats van achteraf. En hoewel de schrijfster ons helaas niet vertelt hoeveel Clay aan zijn trombone en zijn zang verdient, krijgt hij meer gezicht dan de andere mannen in het boek, die met uitzondering van de luidruchtige Adam Marr, bijzonder schimmig blijven.
In een roman als Superior Women verwacht niemand spectaculaire gebeurtenissen, maar wel verwacht een lezer dat de schrijver het gewone tot iets bijzonders weet te maken, zoals Salinger het bijvoorbeeld zo meesterlijk doet in zijn verhaal ‘Uncle Wiggily in Connecticut’. In dit verhaal, waarin twee vroegere studiegenoten niets doen dan praten over een vroegere minnaar, is elk woord een gebeurtenis. Superior Women wordt daarentegen al gauw vrij eentonig. Veertig jaar gaan voorbij, Vietnam, de demonstraties, Watergate, ze passeren vluchtig de revue en de figuren doen wat je van ze verwacht: ze leven hoe dan ook langs elkaar heen. De laconieke toon is nieuw en sluit aan bij jongere schrijfsters als Anne Beatty. Het is een toon die misschien beter past bij het verhaal dan bij de roman. De schrijfster is zich wel bewust geweest van een gebrek aan samenhang tussen haar figuren en ze gebruikt allerlei kunstgrepen om een eenheid te suggereren die er niet is en verbanden te leggen tussen figuren die nooit een werkelijk hevig contact met elkaar hebben gehad. Ze doet het bijvoorbeeld in het contrastparallel tussen Cathy als ontheemde in Californië en de Califomische Megan als tevredene in New York, maar zulke associaties zijn wel erg verzonnen en kunnen niet voorkomen dat Superior Women niet zozeer een roman is geworden als een aantal kunstig ineengeschoven korte verhalen die nog wel korter hadden gekund. De verhalen vertellen het leven van vrouwen waarvan ik vermoed dat ze veel minder lang in het geheugen zullen voortleven dan bijvoorbeeld de verhalen die verzameld zijn in haar voortreffelijke bundel Beautiful Girl.
■