Tien miljoen boeken van De Meern naar Culemborg
De voortschrijdende professionalisering van het uitgeven
Rudie Kagie
het Uitgeversdistributiecentrum, De Meern.
Centraal Boekhuis, Culemborg
‘Boeken tellen kan niet iedereen, dat is een vak apart,’ vindt de man in de vale stofjas. Hij loopt naar een houten vlonder waarop het laatste naslagwerk over kaas en wijn hoog ligt opgestapeld. ‘Als u zou moeten tellen hoeveel exemplaren op deze pallet liggen zou u daar tijden mee bezig zijn, maar voor mij is het een koud kunstje. Ik heb daar handigheid in ontwikkeld, ik doe niet anders. We gaan uit van een eenvoudig systeem. Kijk, je telt eerst de bovenste rij, een, twee, drie, vier, vijf dan tel je hoeveel boeken er op elkaar liggen, een, twee, drie, vier, en dan vermenigvuldig...’
De directeur van het Uitgeversdistributiecentrum onderbreekt de employé in zijn uitleg. Sorry hoor, aardig dat hij het even heeft willen uitleggen, maar de directeur moet absoluut om vier uur in Amsterdam zijn. Hij heeft een half uur om zijn hoofdstedelijk afspraakje te bereiken, veel oponthoud kan hij zich niet veroorloven. Twee minuten later dirigeert de manager zijn groene Citroën over de snelweg. Het traject tussen het industrieterrein van De Meern naar de volgeparkeerde Roemer Visscherstraat kan hij langzamerhand dromen. Bijna dagelijks legt hij dit parcours af wegens zijn bemoeienis met wat zonder overdrijving de grootste boekenverhuizing in de vaderlandse geschiedenis kan worden genoemd.
Ruim tien miljoen pockets, paperbacks, prentenboeken en gebonden prachtwerken worden dezer dagen van De Meern naar Culemborg getransporteerd. Het Uitgeversdistributiecentrum BV - een samenwerkingsverband van negentien uitgevers - verplaatst zijn magazijnen en kantoren naar Culemborg, de stad die als centrale van de binnenlandse boekenbranche fungeert. Daar bevindt zich het depot van het Centraal Boekhuis, waar dagelijks tweeëndertig vrachtwagens uitrukken om de bestellingen uit de voorraad van drieënvijftigduizend leverbare boektitels uit te voeren. Het Uitgeversdistributiecentrum, de naam zegt het, distribueert nu nog zelf, maar na rijp beraad en uit hoofde van efficiency besloten de twee partijen tot een intensieve samenwerking per 1 april aanstaande. Dat betekent dat de tien miljoen boeken die Proost en Brand voor het Uitgeversdistributiecentrum in De Meem bewaart voor die datum in de loodsen te Culemborg moeten liggen. Acht keer per dag legt de voor het karwei ingehuurde expediteur het ritje van twintig minuten tussen de beide industrieterreinen af, de wagen volgeladen met zesendertig pallets waarop zo'n zevenentwintigduizend boeken steunen. Als de chauffeur begin april tijd heeft om uit te blazen verdient hij met enige anderen een plaats in het recordboek van Guiness: in drie maanden tweeduizend keer heen en weer gereden tussen De Meern en Culemborg. Kosten van de verhuizing: ruim 600.000 gulden.
De onderhandelingen tussen het Centraal Boekhuis en het Uitgeversdistributiecentrum sleepten jarenlang voort zonder dat er schot in zat. ‘Met een marktaandeel van twintig procent waren we niet sterk genoeg,’ zegt Wim Sparenburg, directeur van het Uitgeversdistributiecentrum. ‘Pas toen Elsevier vorig jaar bij ons aansloot kreeg onze onderhandelingspositie met het Centraal Boekhuis meer power. Ons marktaandeel groeide dank zij Elsevier tot éénderde.’ De Arbeiderspers, Bert Bakker, Contact, Meulenhoff, Querido en dertien andere uitgeverijen zaten toen al bij de combinatie. Die werd in 1970 opgericht omdat toonaangevende uitgeverijen niet afhankelijk wilden zijn van de tussenhandel. ‘In die tijd,’ legt Sparenburg uit, ‘bestonden nog Distri in Hoofddorp, het Noorder Boekhuis in Friesland, in Arnhem zat er één, in Limburg twee in Brabant ook één. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig werden de meeste van die grossierbedrijven opgeheven. Er zijn er nogal wat opgegaan in het Centraal Boekhuis. Scholtens in Sittard en Maasstad in Rotterdam behoren tot de weinigen die nog bleven draaien. Die tussenhandel probeerde de boekverkopers aan zich te binden, ze hadden vaak het karakter van inkoopcombinaties. Doordat ze regionaal opereerden konden ze de winkels snel bevoorraden. De uitgevers waren daar niet gelukkig mee. Ze zagen de noodzaak van snelle bevoorrading wel in, maar die tussenhandel werkte als een ongewenste schakel tussen het contact met de afnemers. De condities werden niet langer door de uitgevers bepaald.’