Waar koop ik mijn kaviaar?
The Official Foodie Handboor (Be Modern - Worship Food) door Ann Barr & Paul Levy Uitgever: Ebury Press, f 27,50
Rob Sijmons
Voedisme is gastronomische verslaving; een voedie is een verhemelte met een menselijk lichaam eraan vast. Hij praat over exclusieve gerechten, ingrediënten en restaurants; een voedie is namelijk altijd op weg naar een culinair festijn, of ermee bezig, of komt er juist vandaan. Hij ‘leest kookboeken als een roman’; hij laat zich in aanbidding leiden door sterren van hemelse belofte: niet die van Bethlehem maar van Michelin - hoewel de meer eigentijdse voedie eerder kiest voor de lichtende erekoksmutsen van de gastronomische wijzen Gault en Millau. Hij. want de meeste voedies zijn mannen. Om het pas verschenen Official Foodie Handbook nog wat integraler te citeren: ‘In de jaren tachtig kregen middle-class echtgenoten meer belangstelling voor receptenruil dan voor partnerruil.’
Het verschijnsel bestond al langer, maar de term voedie is in 1982 uitgevonden door Ann Barr en Paul Levy van het tijdschrift Harpers & Queen. Hun handboek is een kwaadsappige melange van onverholen snob-appeal en culinair cynisme. Veel nuttige informatie: waar koop ik mijn kaviaar (uiteraard in Parijs: Petrossian, 18 bouelevard Latour Maubourg) of, om het eenvoudiger te houden, mijn kip (maar dan wel een poulet de Bresse, natuurlijk). Barr en Levy gaven een stamboom van de meesterkoks en een ‘foodie who's who’, maar zonder daarbij kritiekloos kwijlend aan de voeten van de meesters te liggen. Paul Bocuse, die zijn naam uitbuit voor de verkoop van wijnen. Michel Guérard, die kant-en-klaarprodukten onder zijn naam liet verkopen als ‘ambachtelijk bereid’ terwijl ze gewoon uit een fabriek kwamen - hij werd daarvoor in december 1983 veroordeeld (‘misleidende reclame’). De plagiaatepidemie bij kookboekenschrijvers, waarover een van hen schreef: ‘Als ik de oude mop over Hongaarse recepten mag stelen. - “Eerst steel je een kip...” -, dan is de eerste richtlijn voor het schrijven van kookboeken: eerst steel je veel recepten...’
Het handboek beval veel bruikbare en passend modieuze voedie-informatie, gerelativeerd door humor en afstandelijkheid. Een verademing vergeleken met de Nederlandse en Franse kookschrijvers, die zichzelf en elke andere voedie een filosoof van wereldklasse wanen. Hierbij overigens gesteund door echte filosofen. Zoals Jean-François Revel, die het klassieke Physiologie du goût van Brillat Savarin nog in 1981 prijzend typeerde als ‘het aflaatmissaal van de gematigde epicurist’. Voedies die wat van hun schuldgevoel kwijt raken, kunnen beter - en vrolijker - dit handboek doornemen.
■