Duitse poëzie
vervolg van pagina 12
Hoddis' ‘Van 's burgers punthoofd vliegt de hoed’ (het eerste expressionistische gedicht), de letterenwereld uit haar voegen. Het verleden vindt zijn weerspiegeling in het heden. Zo ook in de laatste sectie van onze bloemlezing, waarin een keur van dichters aan het woord wordt gelaten, zo verschillend van beweegredenen en achtergrond dat ze wel nauwelijks onder één algemene noemer te brengen zouden zijn. Verheugend is wel dat de na Auschwitz en de gruwelen van het Derde Rijk voor dood verklaarde Duitse lyriek zich uit haar as heeft weten te verheffen. Wederom trekt er een stoet van dichters aan ons voorbij, van wie er - laat ik het maar eerlijk bekennen - enkelen voor mij een nieuwe ontdekking waren. Anderen, veelal bekend(er) als proza- en/of toneelschrijver, bleken zich ook als een lyricus te kunnen ontpoppen. Ik denk daarbij aan de hedendaagse coryfeeën, zoals Peter Handke, Botho Strauss, Peter Rosei, Heiner Müller...