En verder:
Toen de Tsjechische dichter Jaroslav Seifert onlangs de Nobelprijs werd toegekend was van zijn werk geen vertaling in het Nederlands voorhanden. Bij uitgeverij Agathon zijn nu een aantal van zijn recentste gedichten in vertaling verschenen onder de titel En vaarwel! Jana Beranová, die in 1978 al een bundel van Seifert uitgaf, stelde de bundel samen, vertaalde de gedichten en schreef een inleiding (63 p., f19,50).
Het werk van Arthur Rimbaud is slechts ten dele in het Nederlands vertaald: Hans van Pinxteren vertaalde/bewerkte De hel van Rimbaud en de Illuminations (uitgegeven door Athenaeum-Polak & Van Gennep) en onlangs kwam bij de kleine uitgeverij Leida in Enschede een mooi uitgegeven boekje met Gedichten uit, vertaald door Wijand Steemers. Hij vertaalde twaalf gedichten waaronder ‘Sensation’, ‘Rêvé pour l'hiver’ en ‘Voyelles’. De laatste zin van het laatste gedicht (‘O l'Omega, rayon violet de Ses Yeux!’) krijgt in het Nederlands een mooi binnenrijm cadeau: ‘O de omega, straal violet uit Haar Ogen!’ (f 15,-).
Ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van de Island International Bookstore (2e Tuindwarsstraat 14, Amsterdam) hebben de schrijvende broers René en Henrik Stoute een boekje gemaakt waarin de één een verhaal en de ander gedichten en een beschouwing over poëzie publiceert: Teksten voor een oude vriend. René Stoutes (Op de rug van vuile zwanen) verhaal gaat over een ‘meneer Pradie’ in een gevangenis; het is een precieuze man en dat vormt een aardig contrast met zijn omstandigheden. Henrik Stoute (Verschijnselen) bekent zich in ‘Een poëtische propositie’ tot leerling van Malarmé en Bodhidharma, vindt dat de Spaanse surrealisten ‘dichter bij de bron van een vitaal irrationalisme’ zaten, noemt het dadaïsme ‘een Taoïstisch hobbelpaard’ en het Franse surrealisme ‘een duik in het ondiepe’. (48 p., f17,50)
Van de veertig critici van de Engelse zondagskrant The Observer kozen er acht Empire of the Sun van J.G. Ballard. Het boek was in Nederland en Engeland aanleiding tot felle discussie omdat het door de ogen van een jongen het verschrikkelijke - voor anderen draaglijke - leven in een Japans kamp schetst. Hoewel door iedereen gedoodverfd om de Booker Prize te krijgen, ging deze naar Hotel de Luc van Anita Brookner, dat slechts één keer wordt vermeld. Milan Kundera's The Unbearable Lightness of Being wordt drie keer genoemd. Onder de critici die Empire of the Sun noemden waren Nadine Gordimer en Salman Rushdie.
Het nieuwe nummer van het tijdschrift voor tekeningen en teksten De kunstliefhebber (nummer 12) staat gewild of ongewild in het teken van de tegenstelling mens/dier-robot. Op opvallend veel tekeningen komt een robot voor (zoals een mooie ‘pieta robotica’ van Wim Compier). In elk nummer duiken weer nieuwe tekenaars op, dit keer Henriëtte van Egten en Paul ten Hoopen; verder weer heel aardig werk van getrouwen als Charlotte Mutsaers, Karel Meyers, Pieter Hermanides en Thomas Koolhaas. In teksten en light verse moet minister Brinkman het onder meer ontgelden (f6, -, Banstraat 60, Amsterdam).