Croustades aux champignons
8 croustades van 3×5×8 cm, van dagoud wittebrood |
frituurolie |
voor duxelles:
4 eetl. gehakte ui |
2 gehakte sjalotten |
230 g gehakte droge champignonstelen |
boter |
zout, peper & nootmuskaat |
verder:
1 eetl. tomatenpuree |
1 theel. glace de viande (zie VN van 30 okt.) |
16 droog geborstelde champignonkoppen van 3 cm 0ΜΈ |
boter |
1 kop béchamelsaus |
4 eetl. geraspte belegen boerenkaas |
Hol de sneden brood uit, zodat er bakjes ontstaan met een bodem van 1 cm en wanden van 6 mm dik. Frituur ze licht goudbruin tot croustades en laat die uitlekken op keukenpapier.
Fruit voor duxelles de gehakte ui, sjalotten en champignonstelen snel aan in een koekepan met hete boter en kruid met zout, peper en noot. Roer de tomatenpuree en glace de viande erdoor en vul er de croustades mee. Leg ze op een bakplaat bekleed met aluminiumfolie.
Sauteer de champignonkoppen snel in de koekepan met nog wat hete boter halfgaar, strooi er wat zout en peper over en plaats in elke croustade 2 koppen met de bolle kant naar boven op de saus. Nappeer de koppen met de béchamelsaus en bestrooi met de geraspte kaas. Schuif de bakplaat in een matige oven (375° F, 191° C) tot de vullingen licht goudbruin zijn. Dien ze direct op omringd met repen eikebladsla.