Vreugde-zang, op de plechtigheid van 't hooge huwelyk van Z.K.H. de Kroonprins van Oranje met de Groot-vorstin van Rusland

[p. 1]

Vreugde-zang,
Op de Plechtigheid van 't Hooge huwelyk van Z.K.H. de kroonprins van Oranje met de groot-vorstin van Rusland.

Wys: God Spaart Prins Willem dan.

Wat heil voor Nederland,
Men juicht aan alle kant,

Voor 's Konings Zoon,

Hy die zo dapper streed,
Zyn vyand vluchten deed,
En roemryk keerde weer;
Met lauw'ren vol van eer; (bis.)

Hy schonk in de Echteband,
Zo tederlyk de hand,

Aan zyn lieve Bruid;

Aan Ruslands Groot-Vorstin,
Die reine Huwlyksmin;
Brengt gansch Europa vreugd,
En heeft ook ons verheugd. (bis.)

Kom juichen wy dan zaam,
Ter eere van Willems naam;

Die Oranje Spruit,

Bloeid weer in Neêrlands staat;
En blyft ons toeverlaat;
Als in der Vaderen tyd;
Want hy heeft ons bevryd. (bis.)

Met welk een groote pracht,
Meer dan het voorgeslacht,

Met welk glans en eer,

Zag men hun wel te vreên,
Naar 't Heilig Outer treên,
Terwyl de liefdegloed;
Ontvlamd in hun gemoed. (bis.)

[p. 2]

5.

 

Zy knielden plechtig neer,

 

Men dankte de Opperheer,

 

Voor 't heil der Aard,

 

Men stak de Diamant,

 

Aan beider Rechterhand;

 

En wisselde die ook weer;

 

Tot blyk van hoger eer. (bis.)

Het Vorstelyk Feestgeluid,
Klonk langs de Straaten uit,

Voor 't Vorstelyk Paar,

De groote Krygsbanier;
Trok op met nieuwe zwier;
Van Ruslands Heldenstoet
Te Paard en ook te Voet. (bis.)

De Vorst die vreede schonk,
Wiens deugd zo heerlyk blonk,

Den vyand heel geducht,

Vorst Alexander toond,
Hoe deezen Echt hem kroont,
Terwyl zyn zachte hand:
Zig houd aan Nederland. (bis.)

Twee Vorsten staan gereed,
Getrouw aan Wet en Eed,

Voor het Jonge Paar,

Met Kroonen in hun hand,
Van Goud en Diamant,
En houden die op 't Hoofd,
Dat nog meer heil beloofd. (bis.)

De Hofkerk dreunt van vreugd,
Zo Ouderdom als Jeugd,

Dankt God voor 't heil,

En wenscht in 't openbaar,
Geluk aan 't Vorstelijk Paar,
En aan Europa Vreê,
En wie wenscht zulks niet mee.

Het Vorstelyk Hofgezin;
Treed nu ook dankbaar in;

En buigt zig neer,

Voor Willems Helden Zoon,
Vereend met Russiesch Kroon,
De vreugd doordringt het Ryk,
't Is alles Vorstelyk. (bis.)

En als den Avond daald;
De Hofstad roemryk praalt,

Verlicht aan alle kant;

De Lucht weergalmt alom,
Wees driemaal wellekom,
Oranjes en Russisch band;
Tot 't heil van 't Vaderland. (bis.)

Geluk! Vorst Willems Throon,
Werd door den Helden Zoon,

Op 't sterkst gegrond,

Wy wenschen de Opperheer,
Strooy dubbele zegen neer;
Op 't plechtig Trouwverbond.
Triumph! juicht elk in 't rond.