Woord vooraf
Zonder twijfel kan Ernst Martin (1841-1910) een van de meest vooraanstaande vossenjagers van de negentiende eeuw genoemd worden. Deze Duitse mediëvist, afkomstig uit de Elzas, heeft zich voor de romanistiek onder meer verdienstelijk gemaakt door zijn monumentale editie van de Roman de Renart, die tussen 1882 en 1887 in drie delen verscheen. Martin was bovendien grondig vertrouwd met de beide Middelnederlandse Reynaertteksten. Reeds in 1874 had hij een uitgave van Van den vos Reynaerde en Reynaerts historie in één band bezorgd. Het is de enige keer in het verleden geweest dat de twee werken samen volledig uitgegeven werden. Zowel vanwege de tekstbezorging als vanwege de inleiding en de uitgebreide aantekeningen is Martins Reinaert. Willems Gedicht Van den vos Reinaerde und die Umarbeitung und Fortsetzung Reinaerts Historie een bewonderenswaardige uitgave, die nog altijd met vrucht geraadpleegd kan worden.
Zo'n 125 jaar later zijn wij in de voetsporen van Ernst Martin getreden. Voor een algemener publiek dan de Duitse geleerde destijds bereiken kon, willen wij Van den vos Reynaerde en Reynaerts historie gezamenlijk presenteren. Meer nog dan Martin beschouwen wij beide teksten als gelijkwaardige literaire producten met een eigen betekenis. We hebben gekozen voor een tweedelige uitgave, die het de lezer mogelijk maakt de Middelnederlandse romans zonder heen en weer bladeren te vergelijken. Zoveel als wenselijk en doenlijk was, zijn de delen op elkaar afgestemd. Verder hebben we voor het gemak van de lezer de twee Nawoorden op identieke wijze opgebouwd. De ‘Aanwijzingen bij het lezen van Middelnederlands’, die alleen in deel 1 afgedrukt zijn, zijn bestemd voor beide delen.
Als de gezamenlijke presentatie van Van den vos Reynaerde en Reynaerts historie geslaagd mag worden genoemd, is dat in niet geringe mate te danken aan de inspirerende werking die van onze samenwerking bleek uit te gaan. Bovendien werden wij op bepaalde punten bijgestaan door behulpzame collega's. Lia van Gemert heeft ons op een beslissend moment de goede richting gewezen. Amand Berteloot gaf een aantal taalkundige adviezen. Daarvoor willen wij hen graag bedanken. Tevens betuigen wij aan de instellingen en particulieren die de Reynaertbronnen beheren onze dank voor hun toestemming om deze schatten af te beelden.
De editeurs van deel 1 zijn bij het maken van de leestekst van Van den