De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel– rechtenstatus

Auteursrechtvrij

Vorige Volgende



Dauids .c. ende .xxxv. Psalm. Ga naar margenoot+ Confitemini domino.
1 BElidet den HEERE, want hi is goet, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
2 Ga naar margenoot+Belidet den Godt alder goden, Want zijn barmherticheit duert eewelijck.
3 Belidet den HEERE alder heeren, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
4 Die groote wonderen doet alleene, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
5 Die die hemelen wijslijck door dat verstant gemaect heeft, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
6 Die die aerde op die wateren vast gemaect heeft, Want zijn barmherticheit duert altijt.
7 Die die groote lichten gemaect heeft, Ga naar margenoot+ Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
8 Ga naar margenoot+Die Sonne tot die macht des daechs, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
9 Die mane ende sterren tot die macht snachts Want zijn barmherticheit duert eewelijck.
10 Die de Egiptenaers sloech met haeren eerstgheborten, Want zijn barmherticheit duert eewelijck.
11 Ende leyde Israel wt den midden van hen Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
12 Door een machtighe hant ende wtgerecten arm, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
13 Die die roode zee deeldet in twee deelen, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
14 Ende leyde Israel aldaer doort midden van haer, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
15 Die Pharao ende zijn macht neder sloech in die roode zee, Ga naar margenoot+ Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
16 Die zijn volc leydet door die woestine, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
17 Die groote coninghen versloech, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
18 Ende doodede machtighe coningen, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.

[pagina B6v]
19 Seon der Amoriten coninck, Want sine barmherticheyt duert eewelijck.
20 Ende Og den coninck van Basan, Want sine barmherticheyt duert eewelijck.
21 Ende ghaf haer lant tot eender erffenissen Ga naar margenoot+ Want sine barmherticheyt duert eewelijck.
22 Tot een erffenisse sinen volcke van Israel, Want sine barmherticheyt duert eewelijck.
23 Want hi gedacht onser, doen wi vernedert waren, Want zijn barmherticheit duert altijt
24 Ende hi heeft ons verlost van onsen vianden, Want zijn barmherticheyt duert eewelijck.
25 Die allen vleesche spijse gheeft, Want sine barmherticheit duert eewelijck.
26 Belijdet God des hemels, Want sine barmherticheyt duert eewelijck.	margenoot+ int heb. den c. ende xxxxvi Psalm margenoot+ A margenoot+ Gene. i.a. margenoot+ B margenoot+ C margenoot+ D

Vorige Volgende