V.
In den nacht springen als bronnen open en geheimzinnig suizelend vloeien onbekende geluiden mij aan...
Ik voel als mij opnieuw geboren worden uit een duistre wereld naar een heldre overgaan...
Ik zie als zag ik nu voor 't eerst; ik hoor als smolten de verste geruchten mij 't verstaanbaarst in het oor, en herinneringen die verloren gingen ruischen aan als zong daar ver een koor...
O! Tijd die verdroomd scheent, hoe verrukkelijk bloeit gij open!...
O! Mensch en dier, o! aarde en water, en gij, o! dag en nacht, ik ben als door een blindheid tot het klaarste licht gebracht!...