Vormen. Jaargang 4(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Het everzwijn Het schrik'lijk hoofd met bei de moord'naars-tanden, 't rameiend lijf met doornen en met vuur bezaaid; het everzwijn dat zwerft door maan- en zonnebranden ligt als een boef met ketens op het mos gepraaid. De jagers die zijn rennen in het dal bespiedden verborgen zich in 't roode rits'len van het riet, wijl blaffend' honden 't bloed als olie deden zieden en op den jachthoorn klonk het koop'ren aanvalslied. Toen sidderd' uit den buik der buksen 't korte knallen, het schrand're schroot dat schroeiend tot de hersens drong, wijl trotsche jagers 't reut'lend herfst-lijf zagen vallen en er een hond als razend op den vuurrug sprong. (Uit een te verschijnen reeks ‘Open Jacht’.) Bert PELEMAN. Vorige Volgende