kamp van zijn politieke tegenstanders noodig was en bij degenen, die zich over hem ergerden, toen hij in zijn Hollandsche geboorteland ronddoolde - een tijdgenoot, voor wien in deze burgerlijke wereld moeilijk een plaats was te vinden’. Dr. Jizchak de Vriendt die Zweig scheppend heeft ontdekt is een van die tragische naturen, die met scherp bewustzijn van de kloof in hun karakter, nochtans beter-willend en opwaarts-strevend, aan hun eigen gespletenheid noodzakelijk ten gronde gaan, zoodra ze hun platonische wereld van droom en verbeelding vaarwel zeggen om in het werkelijke leven een zending te vervullen. De Vriendt is een man met buitengewone begaafdheid, hartstochtelijk in zijn overgave als in zijn vooroordeelen, onhandig dweeper door een absoluut gebrek aan realiteitszin. Naar het Heilig Land getogen uit vrome, godsdienstige motieven, vindt hij ginds een Zionistische beweging, die dank zij een grenzelooze offervaardigheid der immigranten, en spijts den tegenstand der Arabieren, de slapheid van het Engelsch bestuur, en de onverschilligheid van de breede lagen der Joden over de heele wereld, de grootsche taak vervult, een nieuw Joodsch vaderland te stichten, - doch die in wezen niets verschilt van het politieke en sociale streven eener welkdanige nationale minderheid, en aldus zijn eigen bovenzinnelijke verbeeldingen van een geestelijk herwordend volk Israëls pijnlijk teleurstelt. De Vriendt, gehaat als vijand in het eigen kamp, wordt een der leiders van een anti-Zionistische groep godvruchtige Joden, die zich de Thora-getrouwen noemen, zendt een onbezonnen manifest aan de regeering, waarin aansluiting wordt gezocht bij de Zionistisch-vijandige Arabieren, en wordt als verrader van zijn volk, door een stamgenoot op straat neergeschoten.
Wat heeft dezen man bezield, om zonder aandacht voor welke omstandigheden ook, het streven van zijn eigen volksgenooten te bemoeilijken? ‘Wat ik eigenlijk wil?’ schrijft hij kort vóór zijn gewelddadigen dood. ‘Wat ieder oprecht schrijver wil: de waarheid om haarszelfs wil, de gerechtigheid terwille van den mensch, erbarmen ter wille van de gemeenschap en liefde om Gods wil. De moed, het eigen volk te trotseeren, het te wijzen op de fouten, die het begaat, is eigenlijk sedert de Profeten vanzelfsprekend.’ En toch is deze man geen heilige en geen standbeeld, doch een smartelijk verscheurde in zijn vleesch, die een verhouding heeft met een Arabischen knaap; een gemartelde in den geest, die in oogenblikken van oppersten twijfel verzen schrijft, die in hun verbitterde negatie, één rauwe, hoonende Godslastering zijn. De Vriendt is nochtans geen schijnheilige, hij is eerder kinderlijk oprecht, maar vooral is hij een rampzalig mensch. Tijdens zijn leven een verrader in de oogen zijner vijanden, voor zijn vrienden bijna een heilige, houdt hij op tot eenige partij te behooren, wanneer na zijn dood een nagelaten verzenbundel plots een ontstellend licht werpt in deze duistere ziel. De privaat-docent Dr. Heinrich Klopfer vindt het eenig juiste woord: ‘Deze man was een dichter. We hadden dit moeten weten. We zullen goed op de bladen passen’. Er ligt een onuitgesproken, ontroerende teederheid in deze woorden.
Arnold Zweig is ongetwijfeld een knap romancier. Zooals steeds, schrijft hij niet alleen het verhaal van één mensch, maar tevens een interessante brok geschiedenis van het Joodsche volk. Hij doet dit op boeiende, en uit oogpunt van verhalend proza, volkomen aanvaardbare wijze. Maar het ontgaat ons niet, dat de romanschrijver het op vele plaatsen wint van den kunstenaar. Het kleurig Palestijnsche kader, met daarbij de scherp gestelde situaties op leven en dood, die een burgerlijke guerilla tusschen Joden en Arabieren meebrengt, het dagelijksch omgaan met vuurwapens, deze elementen werken vanzelf een exotische charme met spannende momenten in de hand, maar het wil ons voorkomen dat de auteur zich nogal gewillig vermeit in het scheppen van een soms prettige, doch zeer vluchtig bekorende atmosfeer, die een ietsje te veel een goedkooper genre van avonturenroman in gedachten roept. 's Schrijvers gemakkelijk visualiseerende werkwijze wekt voortdurend