Vormen. Jaargang 3(1938-1939)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 359] [p. 359] Donker lied Al is de dag van duizend vreugden dronken Luider en rauwer huilt de smart Van die in 't zuigende moeras verzonken; De lippenkelken kolken zwart Op uit de wurging van de sompen Het roest der wadden en het moer Naar d'ambrozijnen lucht in 't trompen Van de herauten stoer En naakt die 't wentelen der zon verkonden. O, met de lammeren te hupplen door De dalen en met hunkerende monden D'opalen wijn te drinken, oog en oor Te zijn en schalksche lach! Edoch hun smachten Maakt doller nog de blijheid en doet breed De reien wiegelen met witte schachten Over hun donker leed. Jan MELIS. Vorige Volgende