Vormen. Jaargang 3(1938-1939)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 230] [p. 230] Echo-kind Ik fluit een vreemd verlangenlied, mijn God is hoog en hoort mij niet, maar uit een wonderver verschiet rijst op mijn tegenklank, mijn echolied. Of is het niet een echoklank die rood en blank oprankt en rilt als bloemen, wen een kind zijn lieve lied van ver begint? Ik zoek dit wonderlijk verschiet, dat tegenkind, dat echolied; ik zoek een rooden zoeten mond, een antwoord van uit verren bloemengrond. A. DE LONGIE Vorige Volgende