oorspronkelijk niet in een vreemde taal gesteld was. Want de vreemde literaturen hebben geen te kort aan buitengewoon sterke beschrijvingen van het oerwoud. Laten we slechts verwijzen naar deze van Daguerches (Kilomètre 83), van de Croisset (La Féerie Cinghalaise) en naar de talrijke werken van Rudyard Kipling - om maar die te noemen. Ook op het gebied der fauna en de groote jachten in die duistere wildernissen kennen we de werken van den franschen Nemrod, Gérard, die in zijn mémoires niet aangestuurd heeft op het leveren van een brok literatuur maar wel op het doen beminnen der groote jachten.
Gatti, die niet alleen een ontdekkingsreiziger maar ook een jager en dierkundige is, is in de uitgestrekte wildernissen van Noord-Oostelijk Kongo op zoek gegaan naar de Gorilla's maar vooral naar het wonder van de Afrikaansche fauna en zelfs van de heele natuur: de okapi. Om de Okapi's te vinden wat al avonturen heeft hij beleefd samen met zijnvrouw en zijn blanken medewerker, evenals met zijn handvol pygmeeën die hem in zijn moeilijke taak hebben ter zijde gestaan. We zouden hier heele vellen kunnen volschrijven over deze ‘werkelijk beleefde avonturen’, we zouden een ode kunnen aanheffen ter verheerlijking van het groote tropikale woud, maar toch zouden we den toon noch de geestdrift van Attilio Gatti kunnen aanslaan. Want ‘Moeder Oerwoud’ is niet alleen een prachtig werk, het is bovendien een wonder werk, dat eenig is in zijn genre.
Sylva de JONGHE