Vormen. Jaargang 3(1938-1939)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Onder mijn stap... Onder mijn stap kraken de schelpen in het zand, Dit doet mijn bronstig bloed onstuimig, jagend kloppen, Mijn harte zindert schier tot in mijn vingertoppen, Als werd er tusschen mijn schouders een dolk geplant. Ik loop bezwijmend op den rand van zee en land, Met, bontgekleurd, papieren bloemen in mijn haren, Want ik wil dat ze mooier wezen dan de baren, En vreemd, lijk de rose palm van een negerhand. Gij lacht, o dwaas, maar ik ben de zoon van een god, Die eenzaam is als 't nest in hooge boomenkruinen... Ai mij, de zee verzwelge d'aard, want in de duinen Hoor ik mijn broeder vallen onder 't moordend schot. Marcel COOLE Vorige Volgende