De nieuwe stadhouder, door de volksmenigte gesteund heeft een groote opdracht: de bevrijding van de regentendiktatuur: in het woord vrijheid klinkt een sterk sociaal-politiek aksent. In deze bevrijding is hij, noch zijn opvolger Willem V geslaagd. Wel neemt het gezag van het Oranjehuis toe, vooral door huwelijkspolitiek, maar de macht van de vorsten zal ook tijdens het consulentschap van hertog van Brunswijck, niet versterkt worden; de oorlog waarin Nederland wordt gemengd, naar aanleiding van den Amerikaaanschen vrijheidsstrijd kwam de onmacht van Nederland bevestigen. Niet alleen naar buiten was het land verzwakt, ook naar binnen kon het vorstelijk huis de eenheid niet herstellen; de revolutionnaire ideologie, rechtstreeks in strijd met het gezag van de hooge burgerij, dat Willem V niet had kunnen vernietigen, wint ook in Nederland veld; het Oranje-huis, met zijn sterke traditie wordt gegrepen tusschen de burgerij en de radikale elementen; voor het stadhouderlijk gezag is geen plaats meer: de ballingschap naar Engeland wordt noodzakelijk. Tijdens deze afwezigheid is de band tusschen de Oranje's en het vaderland echter niet verbroken. In de woelige dagen van de revolutie, van Napoleon groeit de figuur van Willem I, eindelijk in 1814 koning van de Vereenigde Nederlanden. De grootsche figuur van dezen vorst herinnert ons wel Willem III. De 19e eeuw is niet zonder stormen voor het Oranjehuis vergaan: de vervroegde troonafstand van Willem I, het spoedige afsterven van Willem II nadat de belangrijke grondswetsherziening was beslist, ten slotte Willem III, en waar de erfprins in 1879 overleden was, het regentschap van koningin Emma, dat eerst in 1898 door de troonbestijging van koningin Wilhelmina werd afgesloten! En zoo brengt ons de schrijver, in zijn aantrekkelijken verteltrant tot bij de bewogen dagen voor het Oranjehuis: het huwelijk van prinses Juliana.
Terecht vestigt de schrijver de aandacht op het feit, dat de gehechtheid van dit vorstelijk huis aan het Nederlandsche volk niet alleen blijkt uit het optreden van de vorsten zelf, maar tevens uit de voortdurende bezorgdheid, waarvan alle leden van de dynastie steeds hebben blijk gegeven.
Het boek van Dr. Japikse, alhoewel als hoogere wetenschappelijke vulgarisatie bedoeld, voor ruimen kring dus bestemd, brengt menig ongekend detail uit het leven van het Nederlandsch huis, dat juist hierdoor dichter weer bij zijn volk is getreden.
Het boek is bovendien prachtig geillustreerd, wat de aantrekkelijkheid ervan stellig verhoogt. Ook voor het Zuiden zal dit prachtige werk in menige boekerij een welkome gast zijn.
R. VAN ROOSBROECK.