Vormen. Jaargang 1(1936-1937)– [tijdschrift] Vormen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 130] [p. 130] Gedicht Door Gabriëlle Demedts Ik zocht mijn liefste in den nacht, ik zocht met smart de ontweken blik en luistrend naar zijn verre stap hoor ik den wind die hem omjacht. Is dit de steen dien hij betrad en viel zijn blik op gene bloem? Hier lag zijn hand op 't tafelblad, ik leg, beschroomd, daar ook mijn hand. Ik droom een droom, ik speel een spel; de grijze dag verdrijft het snel en duldt niets dan een vlak gezicht, een effen blik op niets gericht. Vorige Volgende