Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)
(1926)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst– Auteursrecht onbekend
[pagina 511]
| |
Brukske.c. Aan den kruisweg een houten Kruisbeeld (midden-XVIII).
e. De kapel van de H. Anna is een baksteenen 3/6-gesloten wegkapelletje (XVIII), met rechtkantig topgeveltje, waarop een gesmeed ijzeren kruis; het bevat een houten H. Annatrits (XVI B) in een met een ijzeren hekje afgesloten beeldnisje. | |
De Hiep.De kapel van de H. Oda, een baksteenen (thans gecement) open wegkapelletje (XVIII A) met gezwenkte geveltopjes, bevat in een vierkant nisje een houten beeldje van de H. Oda (XVI a). | |
Kastenraai.e. De r.k. rectoraatskerk (H. Mathias), ter vervanging van een in 1804 gebouwde kerk opgetrokken in 191., heeft nog het oude baksteenen, met 8° noordelijke afwijking georiënteerde en met ribgewelven overspannen koor (± 1500) van één travee met 5/8-gesloten polygoon; eenvoudige steunbeeren, de smalle spitsboogvensters met nieuwe traceeringen; fraai gemetselde zijingang, Inwendig geheel overpleisterd, waarbij de kapiteelen zijn vervormd. De kerk bevat: Houten altaar (± 1804) met zijpoortjes. Eiken preekstoel (1724) met beeldwerk. Houten beeldje van den H. Mathias (XVII). Gedreven zilveren stralenmonstrans (XIX A). Gedreven koperen wijwaterbakje (XVIII B); gedreven koperen kandelaar (± 1800); tinnen ampullenblaadje (XVIII d). | |
[pagina 512]
| |
Klein-Dorp.e. De kapel van de H. Anna is een baksteenen (thans gecement) open wegkapelletje (XVIII?) met rechtkantige topgeveltjes en bevat in een nisje een grove houten H. Annatrits. | |
Leunen.e. De r.k. rectoraatskerk (H. Catharina), gebouwd 1888-1889 door den architect Corbey, heeft tot koor een overgebleven travee met het 5/8-gesloten-polygoon van een oude kapel (XV b). Nagenoeg normaal georiënteerd, van baksteen in Vlaamsch verband opgetrokken met eenvoudige steunbeeren, waartusschen smalle spitsboogvensters. Gerestaureerd met nieuwe ribgewelven, schalken, kraagsteenen en harnassen, door den architect C. Franssen in 1903. De kerk bevat: Eiken preekstoel (XVII B) met trapje Lodewijk XVI (XIX A); houten beeld van de H. Catharina (XVIII). Een paar geprofileerde koperen kandelaars (± 1500) en vijf kleinere (XVIII d). Kazuifel van goud- en zilverbrocaat (midden-XVIII). | |
Meerseloo.e. 1. De r.k. rectoraatskerk (H. Johannes de Dooper), gebouwd in 1890 door den architect J. Kayser, heeft tot koor één travee met 5/8-gesloten polygoon van een oude kapel (midden-XV), opgetrokken van baksteen in staand verband, met eenvoudige steunbeeren, waartusschen eenvoudige spitsboogvensters met vernieuwde traceeringen en moderne gebrandschilderde glazen; ribgewelven op schalken met gebeeldhouwde kraagsteenen; in het polygoon een gewelfsluitsteen met Johannes den Dooper. De kerk bevat: Eiken preekstoel (midden-XVII). | |
[pagina 513]
| |
Fraai houten beeld van den H. Johannes (XV); klein houten Kruisbeeld (± 1600). Twee gegoten kleine koperen kandelaars (XVI); een paar ronde geprofileerde (XVII B) en een paar drievoetkandelaars (XVII B). In de rectorij bewaard: overblijfselen van gebrandschilderde vensters. 2. Een baksteenen heiligenbeeld-huisje (XIX) op gemetselden voet bevat in een nis een houten beeld van den H. Johannes (XV B). | |
Oorloo.e. 1. De r.k. kerk (H. Gertrudis), georiënteerd met 19° noordelijke afwijking, van baksteen opgetrokken en met ribgewelven overspannen, bestaat uit: a. een eenbeukig schip (XV) van vier traveeën; eenvoudige steunbeeren, smalle spitsboogvensters; ribgewelven op muurschalken met achthoekig geprofileerde kapiteelen; de gewelfribben versierd met effen rozetknoopen, en samenkomende in effen sluitsteenen (Lam Gods en St. Gertrudis); b een iets ouder en smaller, met een triomfboog aanvangend koor (XV A) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon; eenvoudige steunbeeren en spitsboogvensters; gebeeldhouwde gewelfsluitsteenen; c. een geheel vierkanten romaanschen westtoren (XIII, thans tevens portaal) van drie geledingen, de benedenste en de middelste geheel effen, de bovenste aan eiken kant met een paar tweeledige rondbooggalmvensters met baksteenen tusschenstijl; de achthoekige houten spits (XVII?) in 1904 om den voet bekleed met een baksteenen borstwering met rondboognisjes; de benedengeleding heeft een oud tongewelf en een neo-romaanschen ingang; d. een achter het koor gelegen langwerpig-achthoekige, lage sacristie (XVIII?) met holle gestucadoorde zoldering en tentdak. De kerk bezit: | |
[pagina 514]
| |
Grafsteen (1720). Houten beelden: Kruisbeeld (XV B) op oorspronkelijk kruis met, in de eindmedaillons, de symbolen der Evangelisten; H. Lucia, H. Antonius abt. H. Petrus, H. Dionysius (alle ± 1500), H. Machutus (XVII), H. Gertrudis (midden-XVIII); afkomstig van een afgebroken altaar van 1749. H. Gertrudis en twee bazuinblazende engelen. Gewelfschilderingen (XV B) in het koor: de Evangelistensymbolen, engelen en ornament. Schilderijen: Calvarie (1749, voormalig altaarstuk). Zilverwerk: monstrans met voet Lodewijk XV; ciborie (XVIII A; veranderd); kleinen reliekhouder (midden-XVIII). Drie paar gegoten koperen drievoetkandelaars (midden-XVII); koperen lavaboketel (XVI). Twee koorkappen (XVIII). Twee klokken, waarvan een in 1526 gegoten door Aelbert Hachman, en een in 1731 door Jean Petit. Op het kerkhof: steenen grafkruisen, o.a. van 1635, 1669, 1682. 2. Een (thans) gecement baksteenen wegkapelletje in de buurt, heeft een gevelsteentje: 1788. | |
Oostrum.e. De r.k. rectoraatskerk (O.L.Vr. Geboorte), met toevoegingen gerestaureerd in 1888 door den architect Joh. Jorna, georiënteerd met 8° noordelijke afwijking, van baksteen opgetrokken en met ribgewelven overspannen, bestaat uit: a. een eenbeukig schip (midden-XV) van vier traveeën; eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters met nieuwe traceeringen; vroegere noordelijke zijingang in de tweede travee; b. een (ouder) door een triomfboogwand van het schip gescheiden, en met de as iets noordelijker aansluitend, smaller en lager koor (± 1400?) van éen travee en een | |
[pagina 515]
| |
5/8-gesloten polygoon; c. een met de hartlijn op de verlengde kooras aangelegden, onvoltooiden, zwaren, vierkanten westtoren (± 1400?), tevens portaal (met trachiet omlijste ingang, waarboven portaalvenster; kruisribgewelf), de toren thans nagenoeg geheel omkleed (XV B? en XIX) en overbouwd met een modernen gevel, waarop een torentje; d. ten Noorden tegen het koor een romaansch (?) aangelegde (XIII?), bij eene uitbreiding (XV? XVI?) overwelfde, baksteenen (vergroote) vierkante ruimte, thans sacristie (tot spitsboog verhakt rondboogvenster). Inwendig: in het schip: gewelfribben op doorloopende schalken met eenvoudige kapiteelen; in het koor twee gebeeldhouwde kraagsteenen, en sluitsteenen met voorstellingen van het Lam Gods en van O.L. Vrouw. De kerk bezit: Gebeeldhouwde mensa (1516), van een afgebroken Sacramentshuis der kerk van Venraai. Eiken biechtstoel (midden-XVIII). Eiken preekstoel (XVIII B) met beeldwerk. Houten beelden: O.L. Vrouw (midden-XIV); Calvariegroep (XV en XVI a); engelen met den doek van Veronica (XV B); H. Antonius abt (XV B); O.L. Vrouw (XVII) en een (XVIII A); engel (XVII, van een altaar); cartouchepaneeltje (± 1700). In bruikleen gegeven aan het museum te Maastricht: Christus Zijn wonden toonende (XVI a). Twee vleugelstukken van een orgelfront (XVIIIB). Schilderijen: gezicht op de kapel en de pastorie (XIX b, door rector L. Raemakers); de spijziging der vijfduizend (XVIII, doek, onder Franschen invloed) in gesneden lijst. Zilverwerk: stralenmonstrans (XIX A); ciborie (XIX b); miskelk (1616); twee ampullen en schaaltje (XIX b); een paar kleine kandelaars (XIX A); rozet (XVI A) en vogel (XVI B, van een schutterijketting). Koperwerk: wierookvat (XIXb?); ziekenlantaarn (XVIIB); wijwaterbakje met z.g. spiegel (XVIIIB). Kandelaars: Een paar geprofileerde (± 1600), een enkele (± 1600); twee | |
[pagina 516]
| |
paar gedrevene (XVI) met ruit- en torsversiering; twee paar dergelijke (XIX A); een paar gedrevene met cannelures (± 1800). Tinwerk: twee kelken en een kannetje (XVIII); een paar kandelaars Lodewijk XVI. Twee klokken, waarvan een in 1392 gegoten en een in 1815 door Henricus Petit.
g. 1. Aan den weg van Oostrum naar Geisteren K 7, een baksteenen hoeve waarop het ankerjaartal 1717. 2. In de woning Poels-Baeten een ijzeren haardplaat (1662, met wapen-Wittenhorst-Bronckhorst). 3. Halfweg Geisteren. Van den rosmolen, is misschien het watermolenwerk oud; het gebouw is denkelijk XIX. | |
Smakt.e. De voormalige r.k. kapel (H. Jozef), nabij de nieuwe Rectoraatskerk bewaard gebleven, bestaat uit een van baksteen opgetrokken aan de westzijde rechthoekige, aan de oostzijde 3/6-gesloten éénbeukige ruimte (1699), met kleine steunbeeren en rondboogvenstertjes, gebogen stuc-zoldering (XIXc?) en een kleinen dakruiter op den nok. Het gebouwtje werd omstreeks 1860 naar de voorzijde vergroot. De kapel bevat: Houten altaar (± 1700, gewijzigd), met composiete orde, cherubijnen, adoranten en alliantiewapen-Bouwens van den Boyen-van Gelder. Eenige eiken kerkbanken (midden-XVIII) met gesneden harpvormige zijkanten en eenige eenvoudigere. Houten beelden: H. Jozef met het Kind (± 1700); H. Laurentius (XVIII A); H. Lucia (XVIII A); Kruisbeeld (midden-XVIII) op marmeren voet (XVIII d). Schilderijen: H. Joachim, H. Anna (beide ± 1700 en op doek). | |
[pagina 517]
| |
Verguld zilveren miskelk (1700, met alliantiewapen als voren). Kleinen gegoten koperen kandelaar (± 1600). | |
Veltum.e. De r.k. kapel (H. Hubertus) bestaat uit: a. een van baksteen opgetrokken klein rechthoekig schip (1681 volgens ankers) onder zadeldak tusschen twee topgevels; aan elken kant een zijingang (één dichtgemetseld) en drie rondboogvenstertjes (bezet met glas-in-lood, waaruit de gebrandschilderde paneeltjes zijn verdwenen); (thans) gestucadoord tongewelf; zeshoekig dakruitertje; b. een smaller en lager met (moderne) ribgewelven overspannen, 3/8-gesloten baksteenen koor (1625 volgens gevelsteentje) met kleine steunbeeren en rondboogvenstertjes. De kapel bevat: Hoofdaltaar met eenige oude onderdeelen; twee (veranderde) zijaltaren, beide met beeldnissen (alle XVII B). Schilderij: Madonna in bloemenkrans (XVII c, doek, Vlaamsche School). Houten beelden: H. Antonius abt (XVI); H. Rochus (± 1700); H. Hubertus (XVII B); H. Annatrits (XVII). Eenige gouden halssieraden (XVIII?, aan een gekleed Madonna-beeldje). Koperwerk: drie kandelaars (± 1600), twee paar drievoetkandelaars (XVII B); lavaboketel (XVI); ziekenlantaarn (XVII d). Twee kazuifels (XVIII d, ten deele vernieuwd). Twee stel eenvoudige kerkbanken (XVIII). | |
Venraai.e. 1. Halfweg Oostrum ligt het open baksteenen (gecement) kapelletje (1724) van den H. Antonius van Padua, met gezwenkte geveltjes. 2. De r.k. parochiekerk (H. Petrus Banden), gerestaureerd in 1837, en door P.J.H. Cuypers in 1867. Nauwkeurig | |
[pagina 518]
| |
georiënteerd, van baksteen met natuursteenen details opgetrokken, met netgewelven overspannen, bestaat de kerk uit: a. een driebeukig, blind-basilicaal schip (XV B) van zeven traveeën; zware ronde baksteenen pijlers, waartusschen segmentvormige spitse arcadebogen; de netgewelven in den middenbeuk op smalle drievoudige schalkbundels en in de zijbeuken op enkelvoudige schalken met bladkapiteelen; nissen met traceeringen in de middenbeukmuren; eenvoudige steunbeeren, waartusschen hooge spitsboogvensters met nieuwe traceeringen; met trachiet omlijste noordelijke ingang aan de derde travee. b. een even breed koor (XV B) van dezelfde hoogte, en nagenoeg dezelfde breedte als de middenbeuk, diep één travee en een 5/8-gesloten polygoon; het net- en het straalgewelf op schalken met bladkapiteelen; sluitsteen met het Lam Gods; steunbeeren en vensters in den trant van het schip; middenbeuk en koor onder één dak, waarop een noktorentje (XIX?); de zijbeuken met lessenaardaken; alle daken, steiler, vernieuwd; de boogfriezen van het middenschip thans door de lessenaardaken overdekt; c. een zwaren, geheel vierkanten westtoren van vier geledingen; de onderste (1401), van tufsteen op hardsteenen plint, heeft een met trachiet omlijsten westelijken ingang, waarboven een hoog venster ter verlichting van het portaal met stergewelf; de volgende geledingen (XV) van baksteen, met in elk vak drie nissen met blinde traceeringen, die in de bovengeleding half zijn geopend tot galmvensters; achthoekig uitgebouwde traptoren; (nieuwe) achthoekige houten spits met (sedert 1867) vier hoektorentjes; d. ten Z. van het koor, een achthoekige sacristie (XV B) met stergewelf; e. een aan de derde travee, zuidzijde, aangebrachte twee verdiepingen hooge, baksteenen hal (± 1500?), die beneden een overwelfd voorportaal van twee traveeën vormt; het gevelfront met korfboogdeur, de bovengevel met nieuwe nissen versierd; f. in den noorder koorhoek: een vierkante bergruimte (XIX). | |
[pagina 519]
| |
De kerk bezit: Houten predella (XV) met maaswerk-versiering; houten tabernakel (XVII d, geschonden); steenen kapiteel en gesmeed hekdeurtje (1516, van een in 1802 afgebroken H. Sacramentshuis); in den koormuur een sacrarium-nis. Houten omraming van een processietroon (XVIII a). Twee stel eenvoudige eiken koorbanken (XVII d). Eiken dubbelen biechtstoel (XVII A), en een (midden-XVII); twee dubbele biechtstoelen in barokstijl (1845 door Cuyper te Antwerpen). Hardsteenen doopvont (XVI B) met (niet bijbehoorend) houten deksel (XVI?) aan een ijzeren draaikraan (XVI); zandsteenen wijwaterbak (Romeinsche of Germaansche mortier); uitgekraagd hardsteenen wijwatervat (XVI). Met snijwerk versierden eiken preekstoel (1679) met leuning en klankbord. Doopkapelhek (XVIII d). Gegoten koperen koorlezenaar met adelaar (XV d, beschadigd). Orgelfront (XVIII) op galerij-uitbouw (XIX a). Twee eiken tochtportalen met dubbele boogdeur (1686 en 1692). Vierdeelig houten afsluithek (van het torenportaal) met gedraaide spijlen (XVIII A). Beelden: van steen(?): H. Paulus (± 1400); van hout: Marianum (XV d); Calvarietríts (XVI); triomfboog-Kruisbeeld, het kruis met de symbolen der Evangelisten (XV); de H. Petrus als Paus (XVI a; van een afgebroken altaar); Christus Salvator (XVI a); Mater dolorosa (XVI a); elf Apostelbeelden (XV B); groep van St. Joris (XVI a); H. Annatrits (XVI?); Piëta (XVI); Heiligen met hun attributen: H. Margareta, H. Elisabeth van Thüringen, H. Catharina, H. Johannes Ev., H. Oda, H. Lucia, H. Jacobus Maj., H. Antonius abt, H. Rochus, H. Ambrosius, H. Petrus, H. Nicolaas, H. Eligius, H. Barbara, H. Severinus, H. Bernardus, H. Cecilia, H. Laurentius (alle XV of XVI A); H. Crispi- | |
[pagina 520]
| |
nus (XVIII), H. Crispianus (XVIII); twee zwevende engeltjes (± 1700, van een altaar, beschadigd); twee kleine vergulde adoranten (± 1700). Houten altaarkruis (± 1700) met palmhouten Kruisbeeld, op rijk versierden voet met medaillon-reliefs; twee houten reliekhouders in versierden obeliskvorm (± 1700, één zeer beschadigd); twee reliekhouders in versierden tombe-vorm en met busten (± 1700). Ivoren tablet (XV, met de aanbidding der Wijzen). Gewelfschilderingen (XVI A; gerestaureerd en bijgewerkt.) Muurschildering tegen den torenmuur: Christus Salvator. Schilderijen: Kruisiging (XVII c, doek, onder Vlaamschen invloed, voorheen altaarstuk); twee portretten van abdissen (XVIII a en XVIII d). Dertien koperen armluchters (in twee soorten), denkelijk van een kroonluchter (XV, vele verminkt); kleine koperen lichtkroon (XVII) van zestien armen. Zilverwerk: monstrans (XVI a); pyxis (1660, met tafereelen); miskelk (XVII A; cuppa nieuw); miskelk (XVII A); miskelk (XVIII); negen kleine reliekhouders in paxvorm (vier Lodewijk XIV, drie Lodewijk XV, twee Lodewijk XVI). Koperwerk: lavabo (XVIII); kandelaars: een paar gegotene op leeuwepootjes (XV); één (XV) variant van de vorige (met vijf nagietsels); een tiental gedraaide (XVI); een blaker (XVI); een tiental gedraaide (XVII); een paar drievoetkandelaars met acanthusbaluster (midden-XVII); veertien verschillende (XVIII), een paar gedrevene (XVIII). Een paar tinnen kandelaars Lodewijk XIV. Ziekenlantaarn (XVII). Eenvoudige ijzeren kaarsenstandaard (XVII?) voor 29 lichten. Kazuifel met gouden oplegsels (± 1700), met toebehooren; driestel van gebloemde zijde (XVIII); driestel (gedeeltelijk XVIII); twee koorkappen van oude zijde (XVIII B; met nieuwe oplegsels). Hardsteenen grafzerk van pastoor van der Gaet († 1493), | |
[pagina 521]
| |
met koperen gegraveerde midden- en hoekplaten (bijna weggesleten en verminkt); twee priesterzerken, een (XVII?, met huismerk), een (1716, met chronogram). Vier klokken, waarvan een in 1475 gegoten door Jacop ‘Clockgeter’; een in 1521 door Jacob van Venraai; een in 1744 door Jean Petit en zijn zoon; een in 1764. Op het kerkhof steenen grafkruisen van 1631, 1642, 1658, 1662, 1677, 1748, 1779, 1825. 3. franciskanenklooster. Twee verdiepingen hoog, eenvoudig baksteenen kloostergebouw (XVII c), met inbegrip van eenige nieuwe vleugels met de gangen aangelegd om drie nagenoeg even breede vierkante binnenplaatsen; een deel van het pand, langs de kerk, heeft gestucadoorde tongewelven met versiering Lodewijk XIV; kapittelzaal, refter en sacristie met eenvoudige wit-bruine tegellambriseeringen: in de pandvensters een twintigtal gebrandschilderde grisaillepaneeltjes (1653); in de gang twee graftegels (1697 en 1703). Langs de westelijke gang, het koor naar het Z. gericht, ligt de kloosterkerk (O.L. Vrouw van de zeven weeën), een éénbeukige van baksteen opgetrokken, naar de steunbeeren elf traveeën tellende en driezijdig gesloten ruimte (XVII c) onder leien zadeldak (daktorentje) en met gestucadoord tongewelf; hoog opgaande rondboogvensters; het priesterkoor afgeperkt door een (verplaatst en verminkt) betimmerd oxaal. De ingang is afgezet met hardsteenen bossageblokken; gevelsteen met chronogram (1660); (vergroot) middenvenster, aan weerszijden waarvan eenvoudige beeldnissen. Achter het koor de baksteenen Portiuncula-kapel (XVII d?), rechthoekig, inwendig met gestucadoord tongewelf Lodewijk XIV. Afgesloten vierkant voorplein, met rondom zeven tafereelen, de smarten van Maria voorstellende; poort met gevel en beeldnis. Het klooster bezit: Barok-composiet hoogaltaar (XVII B), met zijdoorgangen; tegen den wand van het oxaal twee barok-Korinthische | |
[pagina 522]
| |
zijaltaren (XVII B; veranderd); barok kapel-altaar (XVII B); vroeg-Empire retabel met tabernakel; Korinthisch tabernakel (XVII, verminkt), alles van hout. Oxaal (XVII B; opgeschoven en vervormd), bestaande uit een eiken schotwerk met de reeds genoemde zijaltaren, waartusschen een (verbreede) poortopening en bekroond met het orgelfront. Te weerszijden van het koor twee rijen koorzetels (XVII, XVIII en XIX) met gesneden tusschenschotten en Ionische kroonlijst op serafijnkapiteelen. Zes eiken dubbele biechtstoelen (XVII d, vervormd), met beeldhouwwerk en Ionische bekroning. Eiken preekstoel (XVII B) op volutenvoet, cartouchepaneelen met de symbolen der Evangelisten, rug-paneel met wapen, Ionisch baldakijn. Orgel met pijpenfront (± 1700). Eiken tochtportaal met Ionische orde en alliantiewapen (1665). Hardsteenen grafzerken met wapens: 1661, 1669, 1699. Steenen beelden (alle XVII B): Maria O.O., Maria Moeder van smarten; H. Franciscus; H. Antonius. Aan het voorplein zeven terra-cotta basreliefs: de Smarten van Maria. Houten beelden: Maria O.O. (XVII B), H. Jozef met het Kind (XVIII A), H. Franciscus, H. Antonius van Padua (beide XVII B); H. Rochus. Altaar-Kruisbeelden, de meeste met rijk versierden voet: drie Lodewijk XIV (waarvan een met modern corpus), een Lodewijk XV, een Lodewijk XVI. Processiekruis (XVIII). Vier reliekhouders Lodewijk XIV in den vorm van een pronktak; twee groote reliekhouders (XVII B) in sarcophaagvorm, waarop de busten van den H. Franciscus en van den H. Antonius van Padua; resten van twee kleinere reliekhouders als voren (XVII B). Schilderijen: op het hoogaltaar: afneming van het Kruis (XVII B, vrij naar Rubens); op de zijaltaren de H. Rochus | |
[pagina 523]
| |
en H. Franciscus (XVII); in de Portiunculakapel: verleening van de Portiuncula-aflaat (XVII B, Vlaamsche school, onder invloed van Rubens). Voorts: Christus aan het Kruis (één groot, Vlaamsche school, onder invloed van Rubens en J. de Momper, en één klein), en een zestal Heiligen-tafereelen (XVII en XVIII). Fragmenten van gebrandschilderd glas (1653) in de kruisgang: met wapens van Herman Snater Schouwenborch, van Johan van Bocholtz, van Jr. Roger van Broechoven en Joffr. Jaqueline van der Camme, van Jr. Jacob van der Camme, van Johan Georgh van Lom zu Westring en Marga, van Waes - het wapen ontbreekt -, van Jr. Jozef de Smidt, van Bartolt van der Voort ende Christina Wijkenham, van Gaspar van Weedt zonder Rinne en Marga. Quadt von Abradt - het wapen ontbreekt. In den refter van vier heiligen, een Madonna en de geeseling van Christus. In de sacristie een Madonna, de H. Petrus, Jacobus major, Jacobus minor, en wapen van Marsilius, Freiherr v. Geldern en Johanna v. Lützerath. Zilverwerk: groote stralenmonstrans (XVII); monstrans in barokstijl (XIX A); ciborium (1672, versleten); verguld zilveren miskelk (XVII en XVIII); miskelk Lodewijk XV; reliekhouder in kruisvorm (XVIII), ten deele van hout. Koperwerk: twee gegoten kleine kandelaars (± 1600), vier gegoten drievoets (XVII B), zes paar rijk gedreven drievoets (XVII B), twee paar gegoten drievoets (XVIII A); twee kaarsarmen met wandrosetten (XVI, ontredderd); twee wierookvaten (± 1700 en XVIII); wierookscheepje (XVIII a); carillon (± 1700). Driestel (XVIII d?) en een (XIX A); Kruis (XIX A, van een kazuifel) met geborduurd Maria-medaillon. Twee klokken, waarvan een in 1692 gegoten door Ed. le Febvre; en een in 1773 door Alexis Petit en zijn zoon Henricus. Houten troonomlijsting Lodewijk XIV van een reposoir | |
[pagina 524]
| |
(beschadigd); processiestaf met koperen stralen-medaillon (beschadigd); laat-gothische ijzeren haardplaat met figuren (XVI A); ijzeren haardplaat met bisschoppelijk wapen (XVII ad XVIII); houten wapenschild (± 1700, verminkt); eenige kantstukken van barokke altaren; eenvoudigen armstoel Lodewijk XVI. 4. Van het oude augustinessenklooster (thans Ursulinenklooster) is alleen een één verdieping hoog baksteenen brokstuk over, met vergroote vensters en het ankerjaartal 1699. Het klooster bezit: Houten beelden: H. Antonius abt (XVI?) Piëta (XVI a), H. Augustinus (XVI). Schilderijen (doek): aanbidding der Wijzen (copie van ± 1700 naar Rubens); verzoening van Jacob van Esau (XVII d, Vlaamsch), H. Gertrudis abdis (XVIII); Christus aan den Olijfberg (XIX A). Gebrandschilderd paneeltje: H. Franciscus (1651). Zilveren schaaltje (1628) met eenvoudige ampullen. Eiken kast (1639), en een kleine (XVII). Magnusband (XVII). 5. In het klooster der zusters van de goddelijke voorzienigheid worden bewaard: twee groote houten Korinthische kapiteelen van het afgebroken hoogaltaar (XVII) der parochiekerk. Schilderij: De zeven smarten (± 1700, doek, Antwerpsche school).
g. 1-9. Markt (Hotel du Lion d'Or), bovenlicht Lodewijk XVI, haard (XVII) met haardplaat, betegelde schoorsteen met koperen vuurhaard Lodewijk XV; Groote Straat B 6, ankerjaartal 1724(?); A 13, baksteenen voorgevel en achtergevel met gezwenkte zijkanten (± 1700), vóór gecement; bijbehoorende schuur met windvaan en ankerjaartal 1(7)63; A 37, geveltje (gecement) met vlechtingen en ankerjaartal 1729; Hoenderstraat D 28-29, zijgevel met ankers: 1743; | |
[pagina 525]
| |
Hofstraat B 36, achtergevel (gecement) met ankerjaartal 1714; Markt B 14, gevel met vlechtingen (XVIII); Schoolstraat D 47, ankerjaartal 1791; aan het kerkhof B 42 huisje (gecement) met dubbelgezwenkte geveltoppen (XVIII).
h. Van het voormalige St. Eligiusgilde wordt hier bewaard een zilveren plaat met den H. Eligius in rozettenrand (± 1600), en een vogel; van het voormalige St. Nicolaasgilde: een dergelijke plaat met St. Nicolaas en het jaartal 1640, en een kleine vogel; van het Zandakkersgilde: een plaat met allegorische voorstelling (XIX a), een vogel (XVII) en eenige koningsplaten: 1806, 1807. |
|