Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

[p. 401]

Roggel.

a. Urnen en bijpotjes, uit een Gallo-Germaansche begraafplaats in de nabijheid van het gesticht Heibloem afkomstig, worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

e. De r.k. kerk (H. Petrus), in 1691 uitgebrand, in 1692 hersteld, in 1853 vergroot, is georiënteerd met 3½° noordelijke afwijking en bestaat uit: a. een zwaren, geheel vier-kanten, westtoren (XV?) van drie geledingen, inwendig van mergel, uitwendig beneden van baksteen, dan, willekeurig, tot halver hoogte van mergel, daarboven weer van baksteen; in de effen benedengeleding een westingang (XIX); de middelste geleding heeft aan eiken kant een groote spitsboognis, de derde geleding een vierkante nis, waarin twee rondbooggalmgaten; nieuw westelijk venster; nieuwe kroonlijst; achthoekig ingesnoerde spits; b. een baksteenen, driebeukig, blind-basilicaal schip van vijf traveeën, met (sedert 1853 veranderde, vroeger kruisvormige?, thans) ronde pijlers, en met kruisribgewelven overspannen; de eerste drie traveeën oud (XV of XVI); de beide andere toegevoegd (1853) en overdekt met gestucadoorde gewelven; eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters; aan de zuidzijde een met hardsteen afgezette, thans dichtgemetselde ingang (XVI); c. een koor (1853) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon, overdekt met gestucadoorde ribgewelven; in den vloer een marmeren ster (XVIII d); d en e. aan de noordzijde van het koor een sacristie (XIX, oude binnendeuren XVIII c), aan de zuidzijde een bergplaats (XIX); f. aan de noordzijde van den toren een doopkapel (XIX B); g. aan de zuidzijde een ingangsportaal (XIX B). De kerk bezit:

Eiken hoogaltaar (midden-XVIII; ten deele vernieuwd); twee zijaltaren (XVIII?).

Eenvoudige koorbanken, ten deele Lodewijk XVI. Com-

[p. 402]

muniebank (XVIII c). Eiken eencelligen biechtstoel (midden-XVIII).

Zwartmarmeren doopvont (XIX A); twee hardsteenen wijwatervaten (XVIII?).

Preekstoel (± 1700, met latere trapleuning).

Orgelkast (± 1700) met snijwerk (geschonden); orgelgalerij (1776).

Portaalafsluiting (XVII).

Houten beelden: H. Ambrosius (XVI a); H. Lucia (XVI a) Kruisbeeld (XVII d); serie van tien groote beelden (XVIII a, één: H. Nicolaas, wellicht ouder). Buiten tegen het koor een Kruisbeeld (± 1700).

Zesarmig koperen hangkroontje (XVI d); koperen twaalfarmige hangkroon (XVII).

Verguld koperen monstrans (1634); zilveren miskelk (1688); koperen miskelk (XVII A); koperen reliekhouder (XVIII c).

Koperen kandelaars: een drielichts (XVI B), twee paar drievoets (XVII c), een paar Lodewijk XIV (veranderd), drie paar gedreven geprofileerde (XVIII A).

Tinnen schalen: een (1690), vier eenvoudige (XVIII).

Twee klokken, waarvan een gegoten in 1651 en een (1490) in 1692 hergoten door Alexis Julien.

Credenstafel Lodewijk XVI. Sacristiekast Lodewijk XVI. IJzeren dakkruis (XVII).

g 1-3. B 28, ankerjaartal 1753; B 47, ankerjaartal 1760; A 74, ankerjaartal 1803.