St. Odiliënberg.
e 1. De r.k. kerk (H.H. Wiro, Plechelmus en Otgerus, vóór 1686: H. Petrus), VIII a, met een missiehuis, door de tegenwoordige kerkpatroons aangelegd ter vervanging van een Romeinsch (tempel-?) gebouw, meermalen verwoest (o.a. XIV, 1614) en herbouwd of hersteld (XV B, 1686), XIX c weinig meer dan een bruikbaar gemaakte bouwval, is 1880-1883 bij nagenoeg algeheele vernieuwing gerestaureerd door J. Kayser. Oriëntatie vrijwel normaal; de oude gedeelten gebouwd van zandsteen, keien, tufsteen en waarschijnlijk ook eenige Kunrader steen, het vernieuwde en nieuwe van Kunrader steen. De kerk bestaat uit:
a. een vlak gedekt basilicaal schip (XI of XII) van vijf traveeën op rechthoekige, door rondbogen verbonden pijlers, de twee westelijke traveeën geheel vernieuwd en met een nieuw ontworpen westgevel afgesloten; geheel vernieuwde zijbeuken; het middenschip verlicht door kleine rondboogvensters, de boogfriezen daarboven nieuw.
b. een vlak gedekt dwarspand (XI of XII) van drie vierkante, door gordelbogen gescheiden traveeën, de noordelijke oud, maar met nieuwen topgevel, de zuidelijke geheel nieuw, beide met een oostelijke (geheel vernieuwde) vierkante kapel met halfronde absis; de eindmuren met lisenen en twee smalle rondboogvensters.
c. een vierkant met tongewelf overdekt, nog grootendeels oud koor (tegen 1200?) met half achthoekig polygoon, overkluisd met kloosterkappen; tusschen het koor en de kapellen twee geheel vierkante kleine torens (tegen 1200?; de zuidelijke bijna geheel nieuw opgetrokken), beneden geheel effen, boven den kerkdakrand nog drie geledingen opgaande met lisenen, boogfriezen en een galmgat met zuiltje; vierkante houten spitsen.
Het koor en de kruising hebben een verhoogden vloer,